Wie haatte Lydia Baneke?
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: Lydia Baneke.
Ergens diep onderin een van mijn archiefdozen ligt een cd’tje met als opschrift Baneke. Het is een schijfje dat onbedoeld in mijn bezit is gebleven, resterend uit de tijd dat ik werkte voor het programma Peter R. de Vries Misdaadverslaggever. Ik kwam de cd onlangs tegen tijdens een opruimactie en wist nog precies wat erop staat; recherchefoto’s van een gruwelijke plaats delict. Het beeldmateriaal was ons in 2012 door de Amsterdamse politie ter beschikking gesteld voor een uitzending over de onopgeloste moord op Lydia Baneke-Knap (63) uit Amstelveen.
Deze maand – op 9 februari om precies te zijn – is het dertig jaar geleden dat de moord werd ontdekt. Het is tegen 16.00 uur die winterdag als Joop Baneke thuiskomt van een boodschapje. Hij zet zijn fiets in de schuur achter het rijtjeshuis aan de Vogelkerslaan en wil via de achterdeur, die hij bij vertrek open had gelaten, naar binnen gaan. Tot zijn verbazing is de deur inmiddels op slot. Joop heeft er maar één verklaring voor: Lydia is vast naar boven gegaan om een wasje te draaien en heeft voor alle zekerheid de achterdeur afgesloten, dat doet ze namelijk wel vaker. Noodgewongen loopt Joop naar de voorkant van het huis om daar dan maar naar binnen te gaan. Eenmaal in de hal wordt hij direct gealarmeerd door een onheilspellend geluid. Vanuit de wc klinkt het gekreun van iemand in doodsnood. Het tafereel dat Joop vervolgens aantreft doet hem de adem stokken. Zijn vrouw ligt meer dood dan levend op de vloer van het toilet. Het is een bloedbad. Iemand heeft met een mes als een dolle op haar ingestoken. 37 keer, zo zou de politie later vaststellen.
Lydia overlijdt ter plekke. Uiteraard wordt eerst echtgenoot Joop stevig aan de tand gevoeld. Veel van dergelijke moorden vinden immers plaats binnen de relatiesfeer. Er is even sprake van lichte verdenkingen als blijkt dat het niet altijd koek en ei was tussen de echtelieden. Er waren weleens ruzies over geld en Joop kon zich ergeren aan het scherpe snaveltje van Lydia. Maar Joop blijkt een sluitend alibi te hebben en wordt al snel van de lijst potentiële verdachten geschrapt. Om erachter te komen wie deze gruweldaad dan wel heeft gepleegd besluit de recherche de levenswandel van het slachtoffer grondig uit te pluizen. Eén ding staat vast: de moordenaar moet gedreven zijn geweest door blinde woede. Dit is niet het werk geweest van bijvoorbeeld een betrapte insluiper, maar van iemand die Lydia hoogstwaarschijnlijk persoonlijk kende. En haatte.
De recherche gaat zorgvuldig te werk. Lydia Baneke-Knap blijkt van Joodse komaf en was werkzaam voor Joods Maatschappelijk Werk. Ze had een groot hart voor de zwakkeren in de samenleving en kwam daardoor nogal eens in contact met verwarde en verslaafde mensen. Ze stopte sommige cliënten weleens geld toe, maar kon daar net zo makkelijk abrupt mee stoppen. Had ze op die manier iemand tegen zich in het harnas gejaagd? Het zou kunnen, zo redeneert de recherche, maar het verklaart nog steeds niet de blinde razernij waarin Lydia werd afgeslacht. Tal van potentiële verdachten passeren de revue en er volgt zelfs éénmaal een aanhouding. Maar de zaak blijft onopgelost en het dossier wordt overdragen aan het Amsterdamse coldcaseteam.
Daar ligt het nog steeds, maar we horen er niet veel meer over. Peter R. de Vries heeft zoals gezegd in 2012 geprobeerd de zaak vlot te trekken door er een hele uitzending aan te wijden. Het resulteerde in een behoorlijke hoeveelheid tips. Nou ja, tips, het waren vooral de gebruikelijke mededenkers. De Vries was een optimist en doorzetter, maar over dit dossier was hij somber gestemd. “Ik ben bang dat ze hier niet meer uit gaan komen,” zei hij, “laten we hopen dat ik nu eens ongelijk krijg.”