MISDAADCOLUMN: Geurt Roos was een relikwie uit de tijd dat de poldermaffia de dienst uitmaakte
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: de dood van Geurt Roos.
Onlangs vroeg ik me op deze pagina af hoe het gesteld is met de oude penoze. Eén van de namen uit het overzicht was die van Geurt Roos. Voormalig lijfwacht van Klaas Bruinsma, afperser, geweldpleger. Net als Etienne U. (rechterhand Bruinsma) en Henk Ebben (‘De Rotterdamse Holleeder’) leek hij het met het klimmen der jaren wat rustiger aan te doen. Maar Geurt móest wel, naar nu blijkt. Veelvuldig gebruik van alcohol en drugs had hem gesloopt en hij was op het laatst geen schim meer van de vroegere intimiderende kleerkast. Vorige week meldde Crimesite dat Roos op 18 september was overleden. Hij werd slechts 63 jaar oud, maar had geleefd voor twee.
Dat Geurt Roos een ‘omstreden figuur’ was is nogal een understatement. In de jaren tachtig en negentig viel zijn naam veelvuldig en eigenlijk nooit in positieve zin. Doordat hij steevast in gezelschap van de destijds onbetwiste hasjkoning Klaas Bruinsma werd gezien, werd Geurt al snel diens persoonlijke bodyguard genoemd. Later ging het gerucht dat Bruinsma de Spakenburger ook wel eens inzette voor liquidaties, maar bewijzen daarvoor zijn nooit gevonden. Volgens mensen uit het toenmalige Amsterdamse drugsmilieu was Roos daar ook de man niet naar. “Hij was geen lieverdje,” zo klonk het, “maar liquidaties, nee.”
Geurt Roos’ naam kwam al in 1992 op een dodenlijst te staan. Het zou leiden tot de dramatische dood van een onschuldige 19-jarige
Roos kon flink uitdelen, maar kreeg ook heel wat te incasseren. In mei 1998 raakte hij zwaargewond bij een wilde schietpartij voor de deur van het Renaissancehotel in Amsterdam. Twee rivaliserende groepen criminelen hadden het aan de stok gekregen over een partij PMK, een vloeistof voor de productie van xtc. Roos zou deze partij hebben gekocht met de belofte om er xtc van te maken. Toen hij deze toezegging niet nakwam, barstte de hel los. Bij de schietpartij kwam Roos’ compagnon Edwin Stroink (30) om het leven. Roos heeft nooit willen verklaren wie de schutter was.
Een paar jaar later kroop de Spakenburger weer door het oog van de naald. In april 2002 stapten Roos en zijn vriendin nietsvermoedend in de auto bij een 34-jarige kennis uit Apeldoorn, waarna ze werden meegenomen naar een buitengebied bij Epe. Daar kreeg Roos een pistool tegen het hoofd gedrukt. Door snel weg te duiken wist hij een dodelijk schot te ontwijken, de kogel trof hem in de schouder. Ook Roos’ vriendin werd onder vuur genomen; ze werd in de buik geraakt en overleefde de aanslag maar net. De dader zei later dat hij uit noodweer had gehandeld, omdat hij al een tijd door Roos werd afgeperst en zich bedreigd had gevoeld.
En zo verliep eigenlijk niets normaal in het leven van de Spakenburger. Hij was berucht, gevreesd, gehaat, in eigen kring ongetwijfeld geliefd en een terugkerende naam in ronkende krantenstukken. De uitdrukking ‘leven als een kaars in de wind’ was op hem volledig van toepassing. Al in 1992 was zijn naam op een dodenlijst komen te staan. Helaas leidde de uitvoering ervan tot de dramatische dood van een onschuldige. De 19-jarige Edwin van Houten was net in Ermelo bij Roos op bezoek geweest toen hij op de oprit onder vuur werd genomen. Een persoonsverwisseling. De vergismoord werd nooit opgelost.
Geurt Roos heeft ongetwijfeld veel geheimen meegenomen in zijn graf. In de Amsterdamse onderwereld was men ervan overtuigd dat Roos meer wist dan hij losliet. Maar de Spakenburger was geen prater. Zelfs namen van lieden die hem naar het leven stonden, hield hij voor zichzelf. Misschien heeft dat hem extra tijd van leven gegeven. Maar gaandeweg verdween Roos steeds nadrukkelijker uit beeld, hij was een relikwie uit de tijd dat de poldermaffia de dienst uitmaakte in Nederland. Met mannen als Klaas Bruinsma, Martin Hoogland, André Brilleman, Stanley Hillis en Tony Hijzelendoorn. Allemaal namen uit een roemrucht verleden, allemaal vermoord. Dat laatste is de Spakenburger in ieder geval bespaard gebleven.