MISDAADCOLUMN: Mysterieuze vermissingszaak Maarten Dickhoff nog altijd onopgelost
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: de vermissing van Maarten Dickhoff.
Voor de familie van Maarten Dickhoff (44) uit Alphen aan den Rijn is het te hopen dat 2025 meer goeds zal brengen dan het afgelopen jaar. Ze hebben slopende maanden achter de rug door de raadselachtige verdwijning van hun zoon en broer.
Op 24 januari werd Maarten voor het laatst gezien, in een casino in de Belgische kustplaats Oostende. Nu is de vermissing van een volwassene doorgaans geen reden voor groot alarm bij de politie. Een meerderjarige heeft het recht om te verdwijnen, zo vindt men, en de ervaring leert ook dat de meeste vermiste personen vroeg of laat weer opduiken. In eerste instantie gaat de Belgische politie dan ook met die slag om de arm aan het werk. Maar inmiddels staan de zaken er heel anders voor. Er loopt een groot onderzoek en het Belgische opsporingsprogramma Faroek heeft uitgebreid aandacht besteed aan de vermissing.
In de uitzending werd stilgestaan bij een brief waarin Maartens familie getuigen oproept om zich te melden. “Waar is onze Maarten?” zo schrijven ze. “Onze oudste zoon en broer moeten we nu al sinds 24 januari missen. Het doet elke dag zo’n pijn. (..) Maarten is een lieve, hardwerkende, alleenstaande man, die als tegelzetter een goedlopend bedrijf in de bouw had. Hij is een vakman die zijn werk uiterst serieus neemt en precies werkt. Iedereen mag hem graag: familie vrienden en opdrachtgevers.”
De Alphenaar heeft één opvallende hobby: hij waagt graag een gokje in een casino. Niet om de hoek, maar soms op flinke afstand. Hij bezoekt geregeld de speelzalen van Brussel, Knokke en Oostende. Zo ook op die dinsdag 23 januari.
De gokroutine roept natuurlijk vragen op. Waarom zo ver weg? Had hij redenen om de Nederlandse casino’s te vermijden? Stond hij daar, al dan niet vrijwillig, op de zwarte lijst? De Vlaamse rechercheur Lieselot de Sutter, die in de uitzending van Faroek aan het woord komt, snapt de vraag. Maar haar antwoord is helder: “Uit ons onderzoek is gebleken dat Maarten geen financiële schulden had en geen banden met het criminele milieu.” Ook Maartens ouders hebben niets verdachts aan hun zoon gemerkt, zo schrijven ze in hun brief. “Iedere avond om kwart voor zeven belde hij ons om te horen hoe het met ons ging. Iedere vrijdagavond kwam hij eten.” De avond voor zijn vertrek was Maarten nog op de koffie geweest. “We hebben goed met elkaar gesproken.”
Is er dan helemaal niets verdachts aan het verdwijningsmysterie? Zeker wel. Volgens rechercheur De Sutter is Maarten kort na aankomst in Oostende nog even op en neer naar Gouda gereden. “We willen natuurlijk graag weten waarom hij dat deed.” Verder roepen de bewakingsbeelden uit het casino veel vragen op. Maarten speelt die avond op verschillende automaten, maar lijkt nogal onrustig. “Hij is de hele tijd op zijn smartphone bezig. We vermoeden dat hij met iemand aan het chatten is. We willen natuurlijk heel graag weten met wie en waarover het gesprek ging.”
Rond half één die nacht registreren de camera’s hoe Maarten zijn jas pakt en naar buiten gaat. Mogelijk loopt hij naar zijn hotel, maar dan gebeurt er weer iets vreemds. Om 04.09 uur verlaat Maarten de parking van het hotel. En dan wordt het verhaal nóg raadselachtiger.
Maarten lijkt even op huis aan te sturen, maar rijdt dan de ring rond Gent op richting Gent Zeehaven. Een ANPR-camera, bedoeld om kentekens te registreren, legt even later vast dat Maartens VW Transporter ter hoogte van een staalbedrijf bij Gent rijdt, waarbij niet goed te zien is wie aan het stuur zit. Daarna wordt er niets meer van de Alphenaar vernomen.
Pas een maand na zijn verdwijning is er een spoor, als de Transporter wordt aangetroffen in Aalter, een plaatsje tussen Gent en Brugge. Het is een spoor dat weinig hoop geeft op een goede afloop. Maartens familie houdt er dan ook rekening mee dat hij niet meer leeft. “Als we maar weten wat er is gebeurd.”