SPORTCOLUMN: 'Slot breekt met zijn onkloppbare formatie alle records die er te breken zijn'
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: Arne Slot.
Edwin Struis
Heel, heel lang geleden, toen Dirk Kuijt en Ryan Babel nog drijvende krachten van The Reds waren, begaf ik me naar Anfield voor de wedstrijd Liverpool-Real Madrid (4-0). Het voordeel van een stadion midden in een woonwijk is de levendigheid eromheen. Al ver voor het eerste fluitsignaal wordt de wedstrijd geproefd, in de cafés vooral letterlijk. De tap blijft onafgebroken schuimloos bier uitspuwen, de bijna doorschijnende Engelse medemens komt langzaam in een staat van opwinding en als ze merken dat je uit het buitenland komt, willen ze alles van je weten.
Ja, ik had er vorige week graag rondgedwaald bij weer een editie van Liverpool-Real of afgelopen zondag bij de topper tegen Manchester City. Eerst de entree met You’ll Never Walk Alone erop begroet, daarna het monument voor de slachtoffers van de Hillsborough-ramp weer eens bekeken om vervolgens in de kroegen het glas te heffen met de Liverpoolfans. Met dit keer nog meer de nadruk op het Nederlanderschap. Ja, inderdaad, uit het land van Arne Slot, kunt u het horen? Ja, ik heb hem ook weleens gesproken. Aardige kerel. Leeft voor het voetbal, maar heeft ook een prettige relativerende kant die bij toptrainers nog weleens ontbreekt. En vol met humor. En trouwens: ik mag ook Virgil van Dijk, Ryan Gravenberch en Cody Gakpo tot mijn landgenoten rekenen. Tja, als dat geen scenario voor een paar gratis pints is, dan weet ik het niet meer. Maakt toch net wat meer indruk dan de huidige status van Kuijt (aanmodderend trainer bij laagvlieger Beerschot) of Babel (kicksen aan wilgen).
Het is Arne voor en Arne na in de stad van The Beatles en, voorheen, Jürgen Klopp. Want ja, waren de schoenen van de Duitse succescoach niet te groot om te vullen? Moest Arne Slot het niet eerst eens proberen op een wat bescheidener niveau? Ging hij op deze manier niet landgenoot Erik ten Hag achterna, voor wie een club als Manchester United veel te groot was om onder controle te krijgen? Nou, nee dus. Slot breekt met zijn onkloppbare formatie intussen alle records die er te breken zijn aan de monding van de Mersey. En nu zijn naam ook opduikt in een liedje voor kerst, waar ze in Groot-Brittannië, bij gebrek aan andere hoogtepunten, al sinds half augustus mee in de weer zijn, kan Arne helemaal niet meer stuk. Zing je even mee? “It’s beginning to look a Slot like Christmas.” Ach ja, laat dat maar aan die Engelsen over. Prachtvolk!
Micha Jacobs
Ik kan je vertellen, Struis: de adoratie voor Slot is niet alleen aan Engelsen voorbehouden. Nog niet zo lang geleden leek het mij een goed idee om de toch al met bier doordrenkte middag in Amsterdam af te sluiten in een Ierse pub, een pub die zoals altijd op een zaterdagmiddag in onze hoofdstad uit zijn voegen barstte. De enige vrije stoel stond in het midden van een groepje Ieren. Nuchter zou je denken: ik ga daar niet zitten, want die stoel is niet voor niets leeg. Maar in redelijk beschonken toestand is de geest troebel en plofte ik zonder nadenken neer. Meteen volgde er applaus en een lachsalvo uit een stuk of tien Ierse kelen waarna één iemand riep: “Liedje zingen!” Ah, dacht ik: dat was dus het addertje onder het gras.
Maar dat is dan ook weer het voordeel van lichtelijk dronken zijn en van een pint vol bravoure (Guinness) naast je: je denkt heel primair. Het eerste liedje dat in je opkomt, brul je meteen met volle borst uit je huig. Dus het commando was nauwelijks gegeven of ik schraapte al mijn keel en schreeuwde door de hele kroeg: “AAAAARNE SLOT, NA NA NA NA NA!” Geloof mij: ik heb zelden zoveel bijval gehad in het café.
Ieren zijn dus ook Slot-fan, waarschijnlijk omdat driekwart van de inwoners van Liverpool – dat vertelden die gasten, ik wist het ook niet – Iers bloed heeft. Hoe dat bij de mensen in Wales is weet ik niet, maar ook daar kan Slot niet meer stuk. Onlangs was ik in Cardiff voor de rugbywedstrijd tussen Wales en Zuid-Afrika waar ik mij al rond enen in de kroeg begaf. Toen nog met Guinness in mijn hand, later niet meer, want al ver vóór de wedstrijd was de Guinness-voorraad al weggezopen.
Als Nederlander in een rugbykroeg in Cardiff kun je al niet meer stuk, maar al helemaal niet toen iemand mij vroeg voor welk voetbalteam ik was (hij wist natuurlijk dat wij niet kunnen rugbyen in Nederland, tenminste: niet op wereldniveau). Dus toen ik naar waarheid zei dat Feyenoord mijn club in Nederland was, was het hek van de dam. “AAAARNE SLOT, NA NA NA NA NA!” schreeuwde de hele kroeg naar me waar toch wel mijn broek van afzakte. Toen Arne Slot het overnam van Jürgen Klopp waren de meest verstokte Liverpool-supporters nog sceptisch over hun nieuwe manager, nu lijkt het alsof de hele wereld aan zijn voeten ligt. Maar we weten allemaal: vier keer voor de kerst verliezen en het is al snel gedaan met hem. Al gaat dat niet gebeuren natuurlijk: AAAARNE SLOT, NA NA NA NA NA!
- NL Beeld