Micha Jacobs
Laten we niet meteen vooruitblikken op het nieuwe jaar, maar vooral even stilstaan bij hoe het vorige eindigde. Met dat verschrikkelijke verhaal van Tijani Babangida bijvoorbeeld. Afgelopen mei verloor de oud-voetballer van onder andere VVV, Roda JC en Ajax zijn zoontje van 1 en zijn broer in een auto-ongeluk en overleefde zijn vrouw datzelfde ongeluk ternauwernood, zij het zwaargewond. Spelers en fans van de clubs waar hij in de jaren negentig vele harten stal, zijn nu een inzamelingsactie gestart om de operatie van zijn vrouw te kunnen bekostigen, een hartverwarmende geste die maar weer eens bewijst dat de voetbalwereld minder kil en bruut is dan je zou denken.
Geloof het of niet, maar ‘Baba’ is een van mijn allereerste voetbalhelden. Ik kan mij nog als de dag van gisteren herinneren hoe hij, 18 jaar jong en 1 centimeter kleiner dan Messi, vanuit Nigeria neerstreek in het nog veel exotischere Venlo, waar ik ongeveer tegelijkertijd voor het eerst naar de middelbare school ging. Die school bevond zich halverwege de berg – nou ja, Limburgse heuvel – waar bovenop stadion De Koel lag, het stadion waar Baba vanaf dag één de kalk uit de zijlijn spurtte. Ik had, zoals veel andere tieners in die tijd, een seizoenkaart van VVV, want die kostte voor jongeren tot 16 jaar maar 5 gulden. Een kaartje voor één wedstrijd kostte 1 gulden meer, dus je was gek als je geen seizoenkaart nam. “Miep, miep!” schreeuwde De Koel als hij, net als Roadrunner, weer eens zijn turbo aanzette en even later de bal tegen de touwen joeg. Een held was geboren.
Baba woonde aan de voet van diezelfde berg, dat wist een klasgenoot te vertellen die hem meerdere keren per dag de berg op en af zag lopen als hij moest trainen. Zo gebeurde het dat wij elke vrijdag, als we in de middagpauze een patatje gingen halen bij de friettent tegenover zijn huis, even bij hem aanbelden. Als hij thuis was, deed hij altijd open, met een glimlach die zelfs de meest grijze dag van een zonnetje voorzag. “Hé jongens!” zei hij standaard als hij opendeed, waarvan ik nog altijd hoop dat het zijn eerste woordjes Nederlands waren. En ‘nee, dank je!’ wat hij altijd antwoordde op de vraag of hij ook een frikandel wilde. Wisten wij veel dat hij moslim was.
Diezelfde Babangida, van wie ik altijd dacht dat er geen vrolijker mens bestond en die mijn jonge voetbalhart stal, leeft nu in de grootste nachtmerrie die je je maar kunt bedenken. Niemand verdient zoiets, maar Baba zéker niet.
Edwin Struis
Onlangs zag ik hem zitten aan de tafel van een regionale talkshow, waar hij zijn droevige verhaal deed over dat afgrijselijke ongeluk. Toen ik het zag, moest ik wel even wat wegslikken. Zachtjes prevelend somde hij de verschrikkingen op die hij had meegemaakt. De lach die altijd op zijn gezicht bestorven leek, was verdwenen.
En dat betekent wat in het leven van Baba. Ik herinnerde me een Europese wedstrijd van Roda JC uit tegen Benfica, waarbij iedere keer als hij aan de bal was er zogenoemde oerwoudgeluiden opklonken uit Estádio da Luz en waarbij de verdedigers van Benfica het constant op zijn enkels hadden voorzien. In de slotfase moest hij zelfs per brancard het veld verlaten. Zelfs toen, uitgejouwd door het Portugese publiek, toonde hij zijn stralende handelsmerk: een volle aanstekelijke lach. Niemand kreeg hem klein.
Maar nu is alles anders. Met een doffe blik vertelde hij over z’n zoontje dat uit het leven is weggerukt, over het gemis van zijn broer. Ik moest terugdenken aan die keer dat broer Ibrahim me afhaalde van het vliegveld van Kano, Nigeria. Handig loodste hij me langs de bagage- en paspoortcontrole met als gouden tip dat ik wat dollars in m’n reisdocument moest stoppen om al te langdurig onderzoek te voorkomen. Broer Baba moest namens Ajax nog de bekerfinale tegen PSV spelen en zou een paar dagen later afreizen naar het vaderland.
In en om zijn huis in Kaduna merkte ik hoe populair Baba was in eigen land. Op de binnenplaats van zijn huis stond het vaak zwart van de mensen die allemaal wat van hem wilden. Elke ochtend hield hij als een soort godfather spreekuur en hoorde hij alle verzoeken aan. Als het hem beviel, deed hij een greep in een zak met geld en beloonde de bezoeker rijkelijk.
Dat het gevaarlijk is op de openbare weg in Nigeria ondervond ik er aan den lijve. Na een bezoek aan het presidentiële paleis in Abuja racete Tijani terug naar zijn woonplaats langs onverlichte wegen en dito medeweggebruikers. Het had veel weg van een videogame, maar dan in het echt. Gezeten op de achterbank van een volgauto met veel minder pk’s dan Baba’s bolide nam ik in gedachten al afscheid van mijn naasten. Nadat we de chauffeur tot de orde riepen, brachten de inzittenden het er gelukkig heelhuids van af. Een geluk dat Baba vele jaren later niet beschoren was. En nu heeft hij onze hulp nodig bij de revalidatie van zijn vrouw Maryam. Geef gul en doneer via de link bovenin het artikel.
- ANP