Wij van Panorama stellen over het algemeen uitstekende vragen, ook vragen die opvallend dicht bij de essentie van het leven komen, zoals die ene vraag in 1998. Want we kunnen het wel over gezondheid hebben, of over zoiets groots als geluk, maar waar het werkelijk om draait in het leven is natuurlijk: wat willen vrouwen eigenlijk?
We legden deze vraag voor aan bekende vrouwen die in die tijd niet van de tv te slaan waren, zoals onder anderen Wendy van Dijk (toen 26), Manuëla Kemp (toen 35), Patty Brard (toen 42) en, uiteraard, Caroline Tensen (toen 33). En we stelden die vraag niet om erachter te komen wat ze die avond wilden eten, maar wat zij zochten in een man (en wat vooral niet).
Brard was misschien wel het grappigst van iedereen, maar dat verbaasde ons eigenlijk niet. Op de vraag of haar droomman met de trein zou komen of met de auto, antwoordde ze doodleuk: “Als ie maar komt...”
Kemp gaf de gemiddelde man moed. Of haar droomman aan sport moest doen? Nee hoor, zei ze. Absoluut niet zelfs: “Aan fanatieke sporters heb ik een hekel en een ontzettend getraind lichaam vind ik lelijk.” Een zwemmer kwam er bij haar nog wel in (“Smalle heupen, brede schouders”), maar een voetballer maakte bij haar weinig kans: “Die heeft waarschijnlijk veel te dikke benen!”
Manuëla Kemp: ‘Een voetballer? Nee dank je: die heeft waarschijnlijk veel te dikke benen!’
Van Dijk wond je met gemak om je vinger als je voor haar een horloge onder de kerstboom legde (“Want dan ben je elke minuut bij me!”) en als je een film als Pulp Fiction in de kast had staan (“De beste film ooit en echt mijn humor!”).
En met Tensen kon je wel een avondje gaan stappen, mét bonus als je een beetje je best deed: “Londen en Parijs zijn leuk, maar doe mij maar Amsterdam. Daar ken ik de weg. Dan gaan we eerst vreselijk stappen en overal waar de deur openstaat, gaan we naar binnen. We komen allerlei rare mensen tegen en eenmaal terug in het hotel...”
Afknappers hadden ze ook allemaal. Als je witte sportsokken droeg en lelijke tanden had, kon je het bij Tensen wel vergeten. Toch was er iets dat ze nog veel erger vond dan dat: “Als ie een tegelvloer heeft met daarop een zwart leren stoel.” Van Dijk knapte af op een man ‘die alleen maar stom lult’, Brard op iemand die na afloop van een romantisch dinertje de rekening wilde delen en bij Kemp maakte je geen kans als je een vreemde stem had: “Te hoog, te plat, te dialect, te nasaal, niks voor mij.” Alsof ze zélf zo’n poezelige stem had en niet klonk als een doorgerookte havenarbeider met stembanden van schuurpapier, maar dat allemaal terzijde natuurlijk.
Maar goed: als je dus geen tegelvloer hebt, van Pulp Fiction houdt, niet te vaak sport en netjes de rekening betaalt als je een dame mee uit eten neemt, sta je dus in een goede blaadje!