Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Hiroo Onoda: de laatste krijger van de keizer

Dit is de wonderlijke geschiedenis van de Japanse militair Hiroo Onoda, die bijna dertig jaar standhield in de Filipijnse rimboe. Gedreven door zijn erecode. En in de heilige overtuiging dat de Tweede Wereldoorlog nooit was beëindigd.

Hiroo Onada

December 1944, het eilandje Lubang in de Stille Oceaan. Hiroo Onoda, een jonge inlichtingenofficier in het Japanse Keizerlijke Leger, wordt ontboden bij zijn commandant, majoor Taniguchi. Er ligt een bijzondere missie in het verschiet voor de 21-jarige Onoda. De Amerikanen rukken op, dus het Japanse leger zal zich strategisch terugtrekken van het eiland dat nu nog door Japan bezet is. Maar Onoda wordt bevolen te blijven en een guerrillaoorlog te voeren vanuit de jungle van Lubang. Hij krijgt daartoe het bevel over drie ondergeschikten: de soldaten Akatsu en Kozuka, plus korporaal Shimada. Hun missie? De geallieerde troepen zo lang mogelijk tegenwerken.

Onoda knikt. Trots verlicht zijn gelaat. Hij is bereid zijn leven te geven voor de eer van de Japanse keizer. Toen hij in dienst ging, gaf zijn moeder hem een mes mee, bedoeld om zelfmoord te plegen, mocht hij ooit door de Amerikanen gevangen worden genomen. Maar de majoor onderbreekt hem direct: “Uw lichaam is als het vaderland! Geef het niet aan de vijand!” Het Japanse keizerrijk zal zich nooit overgeven, ook al duurt de oorlog honderd jaar. “Het kan drie jaar duren, het kan vijf jaar duren,” vertelt de majoor, “maar wat er ook gebeurt, we komen terug voor je.”

Dus dat is wat Onoda te doen staat. De strijd volhouden, net zolang tot het keizerlijke leger weer zal verschijnen. Met die woorden worden de 21-jarige en zijn drie mannen de jungle in gestuurd. Het enige wat hun te doen staat, is koste wat het kost overleven.

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

De groene hel

De eerste weken in de jungle verlopen rustig. Lubang, niet groter dan 10 bij 25 kilometer, telt één bergachtig gebied, zo’n 400 meter hoog. Dat is waar Onoda en zijn mannen zich verschuilen. Ook al omdat het overgrote deel van de 12.000 bewoners van het eiland, voornamelijk boeren en vissers, langs de kustlijn wonen. Af en toe horen ze geweerschoten. Een teken dat de strijd nog steeds gaande is. In de weken die volgen, wordt het langzaam stiller. Blijkbaar hebben de Amerikanen nu de lagere delen van het eiland in handen. Onoda houdt er ernstig rekening mee dat de yanks zullen proberen hen uit te hongeren, in de hoop zo het hele eiland in bezit te krijgen. Ze moeten voorzichtig zijn, zich zoveel mogelijk schuilhouden, want ook de eilandbewoners zijn pro-Amerikaans. Dus verblijven de vier nooit langer dan enkele dagen op dezelfde plek.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.