Een kleine drie maanden geleden kregen drie mannen - gezamenlijke leeftijd 299 jaar - in de Amerikaanse hoofdstad een bijzondere medaille uitgereikt. Oorlogsveteranen Bernie Bluestein (100), Seymour Nussenbaum (100) en John Christman (99) ontvingen de Congressional Gold Medal, de hoogst mogelijke onderscheiding. Nu krijgen veteranen wel vaker mooie medailles, maar deze ceremonie was wel heel bijzonder. Het drietal had in de Tweede Wereldoorlog namelijk geen steden bevrijd of vijanden gebombardeerd of überhaupt ook maar één kogel afgevuurd, maar wel opblaastanks neergezet, valse radioberichten de ether in geslingerd en zelfs complete schijnvliegvelden opgebouwd. Bluestein, Nussenbaum en Christman behoorden tot de beste oplichters van de Tweede Wereldoorlog. Want de ruim duizend militairen van hun eenheid, het zogeheten Ghost Army, hadden maar één taak: het Amerikaanse leger er beter, groter en sterker laten uitzien dan het daadwerkelijk was.
“We zetten een showtje op om de vijand in de luren te leggen,” blikte Nussenbaum terug tijdens de uitreiking. “Onze taak was om alles te maken wat maar nodig was om de vijand te misleiden”. En dat werkte. Bij de ceremonie becijferde de voorzitter dat de trucjes van het spookleger ‘15.000 tot 30.000 levens’ zou hebben gered. De kleinzoon van een van de drie veteranen verwoordde zijn gevoelens van trots treffend: “Weinig mensen kunnen zeggen dat ze met hun creativiteit in plaats van met geweld hebben bijgedragen aan het winnen van de oorlog.”
‘Weinig mensen kunnen zeggen dat ze met hun creativiteit in plaats van met geweld hebben bijgedragen aan het winnen van de oorlog’
De erkenning voor de veteranen van het Ghost Army is te danken aan Rick Beyer, een documentairemaker, schrijver en ‘geschiedenisfanaticus’. Deze Amerikaan ontdekte twintig jaar geleden hun bizarre verhaal, maakte er in 2013 vervolgens een documentaire van (simpelweg getiteld: The Ghost Army) én wijdde er in 2015 nog een boek aan. Maar dat was niet voldoende, vond Beyer. “Ik ben verbaasd dat dit verhaal aan de geschiedenisboeken en Hollywood is ontsnapt,” zei hij in aanloop naar de ceremonie. “Ik was overweldigd door hun bedrog, maar ook door het feit dat ze naar huis gingen en er vijftig jaar lang over zwegen. Ik vond daarom dat deze mannen officiële erkenning nodig hadden.” De man heeft absoluut een punt. Het verhaal van het spookleger had zomaar een Hollywood-klassieker kunnen opleveren.
Paard van Troje
Het begon allemaal in 1943, toen de London Controlling Section, een geheime groep geallieerde militaire officieren, zich begon te verdiepen in de kunst van het misleiden van de vijand met valse informatie. Die tactiek was allesbehalve nieuw. In de achttiende eeuw waren er al succesverhalen over misleidende oorlogsinformatie tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Zelfs de oude Grieken deden het al, met het beruchte Paard van Troje. Maar een volledige eenheid van speciaal opgeleide oplichters was er in de militaire geschiedenis nog nooit geweest. Tot 1943 dus.
“Het Ghost Army was de eerste mobiele, multimediale, tactische misleidingseenheid in de geschiedenis van oorlogsvoering,” aldus Rick Beyer in The Washington Post. Het spookleger werd bedacht door twee Amerikaanse legerplanners: Ralph Ingersoll en Billy Harris, die zich op hun beurt weer lieten inspireren door De Slag om El Alamein. Bij die operatie in Egypte waren het de Britten die in 1942 als eerste militairen gebruikmaakte van neptanks (jeeps met grote, houten frames eromheen gebouwd) en andersom echte tanks vermomd als vrachtwagens. Met enorm succes, want de Britten wonnen die strijd met vlag en wimpel. Na afloop erkende een Duitse generaal zelfs dat zijn troepen ervan overtuigd waren dat de vijand over meer pantserdivisies beschikte én op een andere datum en locatie zouden aanvallen. Zowel Winston Churchill als Franklin Roosevelt was direct fan van misleiding als militaire tactiek.
Kunstzinnige slimmeriken
In aanloop naar Operation Overlord, ofwel de grote invasie van de geallieerden op het Europese vasteland, werd in Amerika een eenheid gesmeed van creatieve koppen en kunstzinnige slimmeriken. “Gezocht: creatieve kandidaten voor niet-gevechtscamouflagebataljons,” zo luidde de advertentie voor de 23rd Headquarters Special Troops, dat vrijwel direct de bijnaam Ghost Army kreeg. Zo’n 1100 jonge mannen meldden zich aan: geluidstechnici, radioprogrammeurs, modeontwerpers, reclamemakers, artiesten, acteurs en theaterdecorontwerpers. De Special Troops werden ingedeeld in verschillende eenheden, waarvan de 603rd Camouflage Engineers het meest tot de verbeelding sprak. Hun arsenaal: honderden opblaasbare tanks, kanonnen, jeeps, vrachtwagens en vliegtuigen. Stuk voor stuk binnen twintig minuten ready for battle (lees: op te blazen met een luchtcompressor). Hun pronkstuk: de opblaasbare M4 Sherman-tank, een levensechte creatie van een synthetisch rubberhuidje gewikkeld om opblaasbare buizen. Angstaanjagend, totdat je er tegenaan leunt. Ook hele vliegvelden, artilleriebatterijen en bivakkampen - compleet met nepwasgoed aan nepwaslijntjes - konden de Camouflage Engineers uit de mouw schudden.
De geluidsafdeling was in handen van de 3133rd Signal Service Company Special. In de Amerikaanse legerbasis Fort Knox nam deze eenheid geluidsfragmenten op van rijdende tanks, marcherende soldaten en schreeuwende generaals, om deze bandjes later op de Europese slagvelden uit krachtige versterkers en luidsprekers te pompen. Nazi’s op tientallen kilometers afstand zouden de schrik van hun leven krijgen van al dat brute ‘militaire geweld’, zo was de gedachte.
En dan was er ook nog de Signal Company, gespecialiseerd in spoof radio, legerjargon voor valse radioberichten. Hoe dat in de prakrijk werkte? De radiokunstenaars van het Ghost Army imiteerden echte radio-operators en echte eenheden om meeluisterende Duitsers op het verkeerde been te zetten omtrent de geallieerde aanvalsplannen. Zo waren alle creatieve voorbereidingen binnen het spookleger erop gericht de Wehrmacht te verwarren, weg te lokken of diens munitie te doen verspillen, door letterlijk op lucht te schieten.
Patton als ‘bevelhebber’
Al vóór de invasie van 6 juni 1944 bewees het Ghost Army voor de eerste keer zijn waarde. Terwijl de geallieerden zich opmaakten om de stranden van Normandië te bestormen, zette het spookleger de Duitsers op het verkeerde been met Operation Fortitude. Het doel van deze missie: Hitler overtuigen dat de grootste militaire operatie aller tijden niet in Normandië, maar in Noorwegen of Nauw van Calais zou plaatsvinden. Delen van het Ghost Army waren hier in januari ’44 al mee begonnen door duizenden neptanks, opblaasvliegtuigen, schijngebouwen en -infrastructuur te installeren aan de zuidoostkust van Engeland. Dat werkte: Duitse verkenningsvliegtuigen fotografeerden gretig de Amerikaanse opblaaslegers. Middels valse radioberichten werd het bestaan van die complete neplegers, met namen als First US Army Group en British Fourth Army, ‘bevestigd’.
Des te meer toen de beruchte Amerikaanse generaal George S. Patton publiekelijk tot ‘bevelhebber’ van dit fictieve leger werd verklaard. Door de Duitsers was Patton gevreesd en gerespecteerd, dus zijn betrokkenheid gaf Operation Fortitude een flinke boost geloofwaardigheid. Hetzelfde gold voor Bernard Montgomery, de Britse generaal die Erwin Rommel uit Noord-Afrika verjoeg en D-Day hielp voor te bereiden. Van hem werd door de Duitsers gedacht dat hij zich in Gibraltar bevond voor besprekingen. In werkelijkheid was dat een acteur van de Ghost Army. De echte Montgomery was druk bezig de invasie van Normandië te leiden.
Door al deze inspanningen geloofde Hitler daadwerkelijk dat een invasie in Noorwegen of Calais zou gaan plaatsvinden. Naar Noorwegen stuurde hij geen extra troepen, maar liet er wel zijn al gestationeerde troepen staan. En toen op 6 juni 1944 zo’n 156.000 Amerikaanse, Britse, Canadese en Franse soldaten de stranden van Normandië bestormden, weigerde de Duitse Wehrmacht zijn pantsertroepen te verplaatsen. Die geloofde nog steeds dat deze inval slechts een afleiding was voor de ‘echte invasie’ in Calais. Operation Fortitude, het eerste wapenfeit van de Ghost Army, was een klinkend succes en droeg bij aan de geslaagde invasie en de daarop volgende bevrijding van West-Europa.
Gefopte nazi’s
De mannen van The 23rd Headquarters Special Troops kwamen zelf pas aan in Frankrijk in de dagen en weken ná de invasie. De logboeken en aantekeningen van die soldaten, gepubliceerd op de website van de stichting The Ghost Army Legacy Project, schetsen een beeld van hun eerste stappen op de stranden van Normandië. “Ik kan me het enorme verschil herinneren tussen gisteravond, toen ik op het mooie, rustige en serene platteland was, en de grimmige realiteit van vandaag. Als jonge mannen werden wij direct geconfronteerd met het aanhoudende bloedbad van D-Day. Duitse lichamen dobberden in de branding. Boomtakken wiegden het karkas van een koe dat door explosieven naar de hemel werd geblazen,” aldus de jonge soldaat Victor Dowd van The 603rd Camouflage Engineers. Gewapend met geluidseffecten, kostuums, scripts en rekwisieten voegden The 23rd Headquarters Special Troops zich bij de strijd. De eerste missie: vijandelijk vuur lokken met opblaasbare artilleriekanonnen, op 1,5 kilometer van de echte artilleriekanonnen. Ook dat werkte: de nepkanonnen kregen inderdaad de volle laag, van zowel Duitse artillerie als vliegtuigen. “Dat was nogal beangstigend,” schreef luitenant Bernie Mason daar later over. Wonderwel vielen er geen slachtoffers binnen het Ghost Army. Maar de gevaarlijkste klussen moesten nog komen.
In de weken en maanden na D-Day trokken de 1100 mannen van het Ghost Army met Hollywood-waardige toneelkunst door Frankrijk, België, Luxemburg, Nederland en uiteindelijk Duitsland. In meer dan twintig operaties, vaak gevaarlijk dicht bij de frontlinie, vermomde het zich telkens als een strijdmacht die ruim dertig keer zo groot was als zij daadwerkelijk waren. Vanuit de lucht waren hun opblaasbare tanks nauwelijks van echt te onderscheiden. Ook hun generaalsuniformen, valse insignes op hun jeeps en hun audiofragmenten van enorme oprukkende legers wisten de nazi’s keer op keer te foppen. In hun eigen getuigschriften omschrijven de leden hun misleidingen als ‘een op maat gemaakte multimediashow van bedrog’. Het Ghost Army werd erom geprezen, maar niet iedereen was enthousiast. Sommige tankcommandanten vonden het maar moeilijk te behappen dat collega’s met opblaasbare speelgoedtanks meer succes boekten op het slagveld dan de mannen die hun leven waagden. Toch mag het Ghost Army daar niet op worden afgerekend, betoogde filmmaker Rick Beyer eerder dit jaar. “Er is juist een bijzonder soort moed voor nodig om kracht uit te stralen zonder dat je dat hebt. Het vuur van de vijand trekken zodat anderen gespaard blijven. Gevaarlijk werk, niet voor bangeriken.” Uiteindelijk zouden vier van de ruim 1100 soldaten van het Ghost Army sneuvelen.
De gevaarlijkste operatie vond plaats aan de oevers van de Moezel, in september 1944. Generaal Patton had zijn troepen opgetrommeld om Metz aan te vallen, maar kampte daardoor met een gevaarlijk gat in zijn gevechtslinie van ruim 100 kilometer breed. Als de Duitsers daar doorheen zouden stoten, zouden zij eenvoudig de Amerikaanse flanken vermorzelen. Patton besloot zijn gapende gat op te vullen met 20.000 manschappen van de 6e Pantserdivisie. Alleen: dat waren in werkelijk 1100 bange kunststudenten en acteurs, met opblaasbare tanks en heel overtuigende geluidsfragmenten. In een van die geluidsopnamen, die vier nachten lang over de Moezel schalde, hoorde de Duitsers rollende tanks en een Amerikaanse sergeant die herhaaldelijk een soldaat verzocht zijn sigaret uit te maken. “Het was zo realistisch dat na een poosje zelfs mijn eigen ogen echte tanks begonnen te zien,” schreef Dick Syracuse van de 3132 Signaalcompagnie. Tientallen namaaktanks stonden op de rivier gericht en nepgeneraals paradeerden opzichtig in het rond. Die laatste groep had zich zelfs ingelezen over de echte 6e Pantserdivisie, voor het geval zij door Duitse spionnen werden afgeluisterd in nabijgelegen cafés en restaurants. De operatie was een gigantische gok, bedoeld om de nazi’s drie dagen op afstand te houden. Het Ghost Army hield het acht dagen vol. Daarna kwam niet de gevreesde tegenaanval, maar gebeurde het tegenovergestelde. De Duitsers waren zo geïmponeerd door het valse leger dat zij zich na acht dagen zelfs verder terugtrokken én de bruggen achter zich opbliezen.
Kunst, design en mode
De grote klapper bewaarde het Ghost Army voor het einde. In maart 1945 wilden de Amerikanen de Rijn oversteken, maar de vrees voor hevige weerstand was levensgroot. Daarom trok het spookleger alles uit de kast om zich voor te doen als twee divisies van het Negende Leger: een 40.000 koppen tellende strijdmacht van tanks, generaals en vloekende soldaten. De locatie: enkele kilometers ten zuiden van de daadwerkelijke aanvalslocatie. “Ik denk dat we succesvol waren omdat de Duitsers op ons schoten,” blikte de 100-jarige Bernie Bluestein terug in een interview. “We hebben ze ervan overtuigd dat wij het echte Negende Leger waren.” Inderdaad: de Duitsers besloten hun troepen te verplaatsten en de nepmacht te beschieten, waardoor het echte Negende Leger met minimale verliezen de Rijn overstak.
Geluidsfragmenten van rijdende tanks, marcherende soldaten en schreeuwende generaals werden op de slagvelden uit hun versterkers gepompt
Na ruim een jaar van geniale operaties keerden de mannen van het Ghost Army op 23 juni 1945 terug naar huis. De meesten kregen mooie carrières in de kunst, design en mode. Sommigen werden zelf beroemd, zoals kunstenaar Ellsworth Kelly, fotograaf Art Kane en modeontwerper Bill Blass. Allen deelden zij een geheimhoudingsplicht: niemand mocht weten van het bestaan van het spookleger, ook lang na de oorlog niet. Hun werk was namelijk zo succesvol dat de Amerikanen de eenheid achter de hand wilden houden tijdens de Koude Oorlog. Zelfs hun vrouwen en kinderen wisten van niks. “Sommige van deze jongens gingen het graf in zonder iemand in hun familie te vertellen waar deze eenheid bij betrokken was,” verklaarde Rick Beyer eerder dit jaar. Seymour Nussenbaum, een van de nog zeven levende veteranen van het Ghost Army, had het beste antwoord klaar als familie of vrienden hem weer eens een vroegen wat hij in de oorlog deed: “Ik heb tanks opgeblazen.”
In 1996 werden het bestaan van het Ghost Army en de geslaagde missies openbaar gemaakt. In 2022, bijna tachtig jaar na hun inspanningen, ondertekende president Biden een wetsvoorstel dat toestemming gaf voor de toekenning van de Congressional Gold Medal. “Ik ben in ieder geval blij dat dit gebeurt en dat ze ons een beetje erkenning geven,” sprak Bernie Bluestein, die na de oorlog een succesvolle carrière als industrieel ontwerper had, tijdens de ceremonie. “Maar ik ben erg teleurgesteld dat het niet veel eerder was, toen veel van deze soldaten nog leefden, zodat ze net als ik enige erkenning hadden kunnen aanvaarden.”
Spooklegers anno 2024: ook Rusland en Oekraïne gebruiken nepwapens
Het succesverhaal van het Ghost Army is voor onze huidige wereldleiders nog steeds een bron van inspiratie. Zowel Oekraïne als Rusland maakt momenteel gretig gebruik van neptanks en opblaasbare straaljagers om elkaar dure munitie te laten verspillen en de vijand weg te lokken van strategische locaties. Maar ook nepwapens gaan met hun tijd mee. “Door technologische ontwikkelingen is er inmiddels meer nodig dan een zak lucht om een vijand op het verkeerde been te zetten,” zegt Vojtech Fresser van het Tsjechische bedrijf Inflatech, specialist in opblaasbare decoys en kopieën van echte militaire systemen. “We maken gebruik van materiaal dat ervoor zorgt dat de decoys ook met infraroodkijkers, warmtebeeldkijkers en op radar niet van echt te onderscheiden zijn. Zonder optische apparatuur zijn onze decoys voor een aantal seconden niet te onderscheiden van een echt exemplaar. Als een gevechtsvliegtuig snel moet beslissen om wel of geen raket te sturen, is dit genoeg. Onze modellen kosten tussen de 10.000 en 100.000 euro, afhankelijk van de grootte van het model en de hoeveelheden waarin deze geproduceerd worden. Populaire raketten als de Javelin kosten al snel drie tot vier keer zoveel als onze producten. Als een raket een van onze decoys raakt, winnen wij economisch.”
Fresser schatte vorig jaar dat een derde van alle HIMARS-eenheden (High Mobility Artillery Rocket System) die naar verluidt door Russische troepen waren vernietigd, in werkelijkheid opblaasbare versies waren. “Als ik geen verrekijker heb, kan ik, als ik vanaf een afstand van 150 tot 200 meter kijk, niet zeggen of het een echt wapen of een decoy is.”
Dat Fresser in deze business verzeild is geraakt, vond hij overigens wel een beetje vreemd. “Ik zou het liefst speelgoed voor kinderen produceren. Maar eerst en vooral moeten we zorgen voor een veilige wereld voor hen.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP, AFP, The Ghost Army Legacy Project e.a.