“Uw beroepsgroep heeft al zo’n slechte reputatie,” betoogt de officier van justitie. “Als er bij grote bedrijven zaken verdwijnen, wordt er negen van de tien keer gelijk naar de schoonmaker gewezen...”
Mitchell* (39) reageert er niet op. Hij snikt en snottert alleen.
Hij is zo’n schoonmaker. Of beter: hij wás zo’n schoonmaker. Na de diefstal van tenminste zes laptops en de verduistering van een BlackBerry-telefoon, alles eigendom van Nationale Nederlanden, werd hij door zijn werkgever onmiddellijk op non-actief gesteld. De gegevens van zijn toegangspasje en de camerabeelden, waarop duidelijk te zien was hoe hij met een laptoptas door de kantoorgangen loopt, lieten over de schuldvraag weinig twijfel bestaan. Het was Mitchell. De BlackBerry vond hij naar eigen zeggen in de fietsenstalling van het kantoorpand dat hij schoonmaakte, maar zelfs als dat waar is, had hij zich die niet zo maar mogen toe-eigenen.
Doorweekte zakdoek
“Dat klopt hè?” vraagt de rechter.
Mitchell knikt.
“Waarom deed u het?” vraagt de rechter.
“Het spijt me heel erg,” huilt Mitchell, terwijl hij met een doorweekt zakdoekje tevergeefs zijn wangen probeert droog te krijgen. En dan, tussen het snikken door: “Ik had het geld nodig.... Ik heb schulden... Ik moet overleven... Ik deed het niet expres... Het was een impuls...” Vooral dat laatste gaat er bij de rechter maar moeilijk in. In totaal sloeg Mitchell minimaal drie keer toe. Op drie verschillende dagen. Kun je dat nog een impuls noemen?
“Ik had héél véél schulden, mevrouw,” verduidelijkt Mitchell.
Bij een huiszoeking werden drie gestolen laptops en de telefoon aangetroffen. Drie andere laptops had hij verkocht, bekende Mitchell. Honderd euro per stuk. Het was niet genoeg om zijn schulden af te betalen.
Nog niet zo lang geleden overleed zijn moeder op Curaçao. Hoewel hij er het geld niet voor had, kocht Mitchell toch een vliegticket om bij haar uitvaart te kunnen zijn. En hoe begrijpelijk die afweging misschien ook was, het resultaat is wel dat hij nu zit opgescheept met een huurachterstand van drie maanden. Zijn ontslag bij schoonmaakgigant Asito droeg ook niet bepaald bij aan een oplossing voor zijn armoede.
“Heeft u voor die huurachterstand inmiddels een betalingsregeling kunnen treffen?” informeert de rechter.
“Nee,” snikt Mitchell.
“Dus de kans bestaat dat u uw woning uit moet?” concludeert de rechter.
“De huurbaas heeft een deadline gesteld,” zegt Mitchell. “Die is vorige maand verstreken. De deurwaarder kan elk moment bij me aanbellen.”
De rechter knikt begripvol terwijl Michell zijn gezicht weer in de zeiknatte zakdoek begraaft. Maar hoe hard hij ook huilt, hoe zeer het hem ook spijt en hoe menselijk zijn verhaal ook klinkt, het is geen excuus voor het stelen van andermans eigendommen. Zeker niet in de functie van schoonmaker, waarmee hij volgens de rechter ook het vertrouwen en de goede naam van zijn werkgever schond. Voor de diefstal van zes laptops en de verduistering van de telefoon veroordeelt ze hem tot een werkstraf van tachtig uur en een week voorwaardelijke celstraf.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd
- Petra Urban