Wat zijn verwarde personen?
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: verwarde personen.
Mijn column onlangs over het arrestatieteam dat in Rotterdam de Erasmus-schutter wist te overmeesteren, is niet onopgemerkt gebleven. Er was waardering, maar ook kritiek. Waarom niet wat meer aandacht voor de ‘gewone’ agenten, zo schreef iemand me, die als eersten met veel minder voorbereiding ter plaatse waren? Terecht punt, dus bij dezen. Verder blijkt de term ‘arrestatieteam’ (AT) niet meer van deze tijd te zijn. In de volksmond wordt het nog wel gebruikt, maar in de praktijk heet het de Dienst Specialistische Interventies (DSI). Een indrukwekkend professionele club, zo heb ik tijdens een kort ‘werkbezoek’ op een geheime locatie kunnen zien. Er is sinds mijn tijd bij de Rotterdamse politie, toen vuurwapengevaarlijke verdachten nog werden aangehouden door het Bureau Aanhouding en Opsporing (BOA), erg veel veranderd, al kon je die jongens ook echt wel om een boodschap sturen.
Hoewel de DSI in de basis nog steeds wordt ingezet voor de aanhouding van vuurwapengevaarlijke verdachten, zoals vorige week de landelijke gezochte moordenaar Bretley D., gaat er ook bijzonder veel tijd zitten in het kalmeren en eventueel arresteren van verwarde of in psychische nood verkerende personen. Tot eind augustus van dit jaar moest de dienst speciaal daarvoor 160 keer in actie komen. Vorig jaar was dat 180 keer en in heel 2020 was dat met 83 keer nog minder dan de helft. Een groeiend probleem dus. En om misverstanden te voorkomen: bij ‘verwarde personen’ hebben we het hier niet over het paradijsvogelachtige type, dat vroeger ook wel oneerbiedig de plaatselijke dorpsgek werd genoemd. Verwarde personen anno 2023 zijn gewone mensen als u en ik, die om wat voor reden ook de grip op zichzelf en hun omgeving zijn kwijtgeraakt. In de meeste gevallen doen deze mensen niemand kwaad. Maar dat laat zich nooit voorspellen. Iemand die het ene moment nog bereid lijkt tot een gesprek, kan een seconde later plotseling met een bijl gaan zwaaien of zijn huisraad naar beneden gooien. Dat zijn de gevallen waarbij de komst van de DSI noodzakelijk is. Ook voor deze inzetten is de eenheid goed getraind, maar binnen de gelederen zijn er zorgen over het toenemende aantal en is er compassie met de mensen die ze - liefst met zo min mogelijk geweld - van straat moeten halen. Want het zijn natuurlijk vooral patiënten en geen criminelen, wat overigens niet uitsluit dat ook deze mensen levensgevaarlijk kunnen zijn.
Toch komt het gros van de meldingen over verwarde en hulpbehoevende personen terecht op het bordje van de surveillancedienst, ook wel Directe Hulpverlening (DHV) genoemd. Waar dat toe leidt is nu wekelijks te zien in het televisieprogramma Bureau Rotterdam van Ewout Genemans. De DHV’ers hebben de handen vol aan mensen die worstelen met het leven. En dat varieert van een meisje met borderline dat op de Erasmusbrug de armen diep insnijdt tot een man die door een echtscheiding zijn huis dreigt kwijt te raken en daarom de boel in de hens wil steken. “Als ik dat huis niet krijg, dan krijgt niemand het,” zo verklaart hij zijn razernij. Ook bij dit incident blijkt maar weer hoe het gedrag van zo’n man in een fractie van een seconde kan omslaan. Even denkt een agente nog goed contact met hem te hebben, totdat het woord ‘crisisdienst’ valt. Dan moeten opeens toch de handboeien eraan te pas komen.
We leven in een welvarend land waarin kosten noch moeite worden gespaard om asielzoekers van bed, bad en brood te voorzien. En intussen lopen de wachtlijsten voor verwarde personen maar op en kunnen de crisisdiensten het werk niet meer aan. En de politie mag het oplossen. Maar dat is symptoombestrijding, een doekje voor het bloeden. En intussen ettert de wond van het falende zorgsysteem gewoon door.
- ANP