1. Theo Kars en zijn ‘Bediendenwezen’
De beste overval is geen overval. Dat wist ‘schrijver’ Theo Kars (1940-2015) als geen ander. In de jaren 60 licht hij de voorloper van de Postbank – de PTT – op uiterst geraffineerde en kalme wijze voor tonnen en tonnen guldens op. Hij doet dat onder meer door het fenomenaal (laten) namaken van zogenaamde Spaarbankboekjes. Hij maakt daarbij gebruik van een aantal vrienden, waaronder de latere beroemde schrijver Boudewijn van Houten, die een familie-achtergrond in de adellijke hoek heeft, en Pieter Lunshof, de zoon van een vooraanstaande uitgever. Daar bovenop maakt hij gebruik van wat hij later in de pers aanduidt als zijn ‘Bediendenwezen’. Kennissen die graag met Kars omgaan omdat hij de flair heeft van een filmster.
Juist door het gekloot van Kars gaat het uiteindelijk mis. Zonde. Hij blijkt niet de finesse te hebben waarover zijn vrienden wel beschikken. Simpel gezegd: Kars gaat te lang door met zijn valsemunterij, terwijl de rest er al mee was gestopt en zich vermaakt met het buitgemaakte geld. Als je niet van ophouden weet, dan loop je altijd een keer tegen de lamp. Geld verdienen met ‘overvallen’ is net als spelen in een casino. Als je te lang doorgaat, verlies je altijd.
Kars en zijn vrienden verdwijnen, dankzij Kars, voor jaren in de Koepelgevangenis in Haarlem. Opvallend hoge straffen, en die zijn dan ook niet eens zozeer vanwege hun gepleegde delict, maar meer om de onrust die het veroorzaakt heeft. Als in: hoe kan het dat hoogopgeleide studenten de maatschappij proberen te ontwrichten? Dat waren we toen nog niet gewend – zeker niet van jonge mensen.
Kars, die na zijn overval ook boeken gaat tikken (levert ook iets op en houd je uit de gevangenis), schrijft zijn fiasco in 1978 van zich af in De Vervalsers.
2. Cor van Hout en de overval op dé bank
Geld, dat is zijn doel. Nee: véél geld. Dat is zijn doel. Cornelis van Hout (1957-2003) wil als hij op de mavo zit miljonair worden. Op onorthodoxe wijze. Hij beseft: als ik niet steel of erf, moet ik werken tot ik sterf. En daar heeft Van Hout geen zin in. Of eigenlijk: hij wil wel werken voor zijn geld, maar uitsluitend kortstondig. Na enkele weken van inspanning, oké, maak er twee maanden van, misschien drie, moet de buit waarmee hij voor jaren vooruit kan, binnen zijn.
Cor van Hout, bijgenaamd Flipper vanwege zijn voorliefde voor flipperkasten, onderhoudt in zijn tienerjaren warme vriendschappen met zijn ‘bloedgabbers’: Willem Holleeder, Frans Meijer en Jan Boellaard. Ook zij willen gaan voor het snelle, snelle geld. En in die tijd, de jaren 70, is dat nog niet zo moeilijk.
Ze maken het zichzelf iets makkelijker dan Theo Kars. Ze overvallen ‘gewoon’ banken, met alleen simpele bivakmutsen op en al dan niet echte wapens, terwijl ze Duits spreken. Camera’s, mobiele telefoons en alarm-knoppen zijn er nog niet, waardoor ingrijpen van de politie gerust een kwartier tot een half uur kan duren. Daarom kunnen Van Hout en zijn kornuiten redelijk op hun gemak het hoofdpostkantoor aan het Singel in Amsterdam beroven, terwijl ze er daarna spectaculair vandoor gaan in een speedpoot.
Panorama vindt echter de overval van Van Hout en zijn kameraden op de bank aan het Haarlemmerplein subliemer. Want daar komt geen speedboot aan te pas. Met zakken vol geld verlaten de heren op hun gemak de tent, via een gejatte auto. De overval wordt nooit opgelost, totdat Boellaard ’m in detail bekent in zijn recente boeken over zijn criminele verleden.
3. De Diamantenroof op Schiphol
In 2005 wordt op een afgesloten deel van luchthaven Schiphol een spectaculaire overval gepleegd. Onder dreiging van vuurwapens wordt een waardetransportauto met diamanten en juwelen ter waarde van 75 miljoen euro gestolen. Het is een waar huzarenstukje: want hoe kom je met een bende in godsnaam op een afgesloten deel van de nationale Nederlandse luchthaven met vuurwapens terecht terwijl niemand dat schijnbaar in de gaten heeft? Er moeten ongetwijfeld (heel) veel mensen van hebben af geweten. Dat maakt het des te knapper. Hoe regel je dat iedereen zijn mond houdt?
En de overvallers slaan niet één keer toe, zoals het grote publiek denkt, maar twéé keer. Ja, op Schiphol. Namelijk twee keer binnen twee weken. En ja, dat weet Panorama héél zeker. Maar niet doorvertellen, want dan wordt het Openbaar Ministerie boos. En het onderzoek naar de overval(len) is al zo matig. We citeren de berichtgeving van het Gerechtshof in Amsterdam: “Het onderzoek van de Koninklijke Marechaussee leidde eind 2005 en begin 2006 wel tot de aanhouding van een aantal verdachten, maar er was te weinig bewijs om hen te vervolgen. In 2013 is het onderzoek, na een nieuwe aanwijzing, opnieuw opgepakt. Naast de verdachten uit 2005 kwamen ook enkele nieuwe verdachten in beeld, onder wie de KLM-medewerker. Op deze verdachte is vervolgens een langdurig undercovertraject ingezet. Tegenover de undercoveragenten deed hij uitlatingen over zijn eigen betrokkenheid en de betrokkenheid van medeverdachten.”
Uiteindelijk worden een 47-jarige voormalige KLM-medewerker uit Amsterdam, een 57-jarige man uit Nieuwegein en een 47-jarige man uit Almere in hoger beroep veroordeeld tot gevangenisstraffen van negen jaar en zes maanden. Een vierde verdachte, een 57-jarige man uit Amsterdam, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 43 maanden. Dat kan ze niet schelen, want de helft van de buit is nog niet teruggevonden. Even zitten dus, en daarna: party.
4. Twee witte Citroëns (en twee stenguns) in Tilburg
Ze rijden in opvallende witte Citroëns en zien er bijzonder goed uit. En ze zijn met z’n vieren. En ze overvallen op vrijdag 15 oktober 1965 met succes een bank in Tilburg. Deze overval gaat de boeken in als de eerste ‘echte’ bankoverval van Nederland, mede door het gebruik van stenguns én door het gigantische bedrag dat wordt gestolen, ruim 900.000 gulden. Dat zou omgerekend naar nu een slordige 6 miljoen euro zijn.
Ook hier geldt weer: om de overval te begrijpen moeten we terug in de tijd. Een tijd die in Nederland wordt gekenmerkt door relatieve braafheid en alleen maar nette mensen. Als er in het najaar van 1965 twee grote en vervaarlijke auto’s stapvoets door het Tilburgse centrum rijden, roept dat weinig achterdocht op. Sterker nog: de knappe automobilisten krijgen bewonderende blikken van passerende mooie vrouwen – ja, die heb je ook in Tilburg. Pas als de casanova’s bij de plaatselijke Amro-bank naar binnen stappen en er vervolgens schoten klinken, schrikt Tilburg op.
De vier mannen in de twee auto’s zijn twee Belgen en twee mannen uit Frankrijk. Bij de bankoverval springt er één op de balie en bedreigt het personeel. De bankmedewerkers worden in een hoek gedreven en onder schot gehouden. In minder dan tien minuten slaan de bandieten hun slag en nog geen kwartier later rijden ze de Belgische grens over.
De overval in Tilburg zorgt ervoor dat mensen die bij banken werken voortaan extra alert zijn, vooral op vrijdag. Dat is de dag waarop het meeste geld in contanten aanwezig is. Want mensen krijgen op deze dag hun loon cash uitbetaald, het salaris netjes verpakt in bruine papieren zakjes. De overval in Tilburg leidt ertoe dat wordt nagedacht over beveiliging van banken. Gek genoeg was dit hiervoor nooit een issue. Kun je het geloven?
5. Acht verzetsmensen + 46,1 miljoen gulden
Acht mensen die deel uitmaken van het verzet zijn op woensdag 15 november 1944 betrokken bij een rustige overval op de Nederlandsche Bank in Almelo. De buit: 46,1 miljoen gulden. Toen (en nu) een recordbedrag. Overvaller Herman Höften is in 2017 (dan is hij 84) een van de weinigen het verhaal nog uit de eerste hand kan navertellen. Niet alles staat hem dan nog even helder voor de geest, maar hij doet zijn best: “De moffen die ons land bezetten. Alleen NSB’ers konden dat goedkeuren. Verder niemand. Wat een onrecht! Vooral toen de mannen werden opgeroepen om in Duitsland te werk te worden gesteld. Je dook zelf onder, regelde onderduikadressen voor anderen, je zorgde voor bonkaarten waarmee onderduikers aan levensmiddelen konden komen.”
Om die bonkaarten te bemachtigen, pleegden knokploegen tal van overvallen op distributiekantoren. De sluwe overval van 15 november 1944 moeten we, legt Höften uit, in datzelfde licht zien. Het verzet in Almelo krijgt, via een relatie in de bankwereld, weet van een enorme berg geld in de kluis van het filiaal van de Nederlandsche Bank aan de Wierdensestraat. Ze weten het te jatten, omdat een van de verzetsleden bankbediende is geweest bij dezelfde bank. Die kent de weg en de mores. Tel daarbij de mazzel (is het mazzel?) dat de bankdirecteur zich als een schijtlap opstelt. En dertien kisten met geld uit zijn bank laat verdwijnen. Nota bene via een open vrachtwagen van de plaatselijke ondernemer Willem Meenks.
6. Gewoon even wat Van Goghs meenemen...
Geloof het of niet: het idee om schilderijen uit het Van Gogh Museum – in het midden van het centrum van Amsterdam! – te jatten, is eigenlijk als een olijk grapje ontstaan. Namelijk tijdens de lange, saaie rondes die bewakers Roy P. en Rob van B. door het museum lopen. Waarom die kunst bewaken van die man zonder oor, als je het ook mee naar huis kunt nemen?! Of verpatsen? Waarom niet? Daarom. Toch duurt het nog even voordat de theorie praktijk wordt.
WAAROM DE KUNST BEWAKEN VAN DIE SCHILDER ZONDER OOR, ALS JE ZIJN WERKEN OOK MEE NAAR HUIS KUNT NEMEN? OF VERPATSEN? DENKT DE MISLUKTE POLITICOLOGIE- STUDENT
Als Roy, een 32-jarige mislukte politicologiestudent, ruim twee jaar weg is als bewaker benadert hij zijn voormalige collega Rob van B. “Geef mij gedetailleerde situatieschetsen van het museum.”
Die krijgt hij. Op zaterdag 13 april 1991 laat meesterinbreker Patrick van D., die is ingeschakeld, zich insluiten in het museum en overmeestert iets later de twee nachtwakers van dienst. Daarna haalt hij de twintig Van Goghs uit hun lijst. Totale waarde van de prenten: bijna 1 miljard gulden. Eén miljard. Of zelfs meer, want met kunst is het: het is wat de gek er voor geeft. Het lijkt briljant. En dat is het ook. Maar toch loopt het verkeerd af. Het kenteken van de vluchtauto wordt door stom toeval gesignaleerd en doorgegeven aan de politie. Zo zie je maar, je moet tot het einde toe blijven opletten.
De uiteindelijke celstraffen: zes tot zeven jaar. Valt wel mee, maar het had zo mooi kunnen zijn, met die zonnebloemen...
7. Van Gogh? Welnee, de Kunsthal!
De roof uit het Van Gogh Museum kennen de meeste lezers van Panorama waarschijnlijk nog wel. Maar die briljante roof uit dat andere museum, de Kunsthal in het centrum van Rotterdam, die is weggezakt in het collectieve geheugen. Onterecht. Want nog geen drie minuten, oké, misschien vier, nou ja, we maken het af op vijf, hebben de drie geslepen Roemenen Eugen Darie, Radu Dogaru en Mihai-Alexandru Bitu in de nacht van 15 op 16 oktober 2012 nodig om snel-snel-snel niet minder dan zeven kunstwerken te stelen. Zie jij het jezelf al doen in, in vijf minuten, in pak ’m beet, het Rijksmuseum? De buit van wat dan ‘de kunstdiefstal van de eeuw’ wordt genoemd bedraagt onder meer een Picasso, een Matisse, een Gauguin en als bonus ook nog eens twee Monets. Knap. Wij zouden al blij zijn met één.
De spectaculaire roof wordt wereldnieuws, De totale waarde van de geroofde schilderijen wordt geschat op een slordige 18 miljoen euro, maar dat is nattevingerwerk en de werken zijn waarschijnlijk veel meer waard. Maakt niet uit, want de kunst blijkt onverkoopbaar. Of nu ja, onverkoopbaar, dat is het nooit, alleen de stille overvallers hebben de juiste connecties kennelijk niet. Daarop probeert de moeder van een van de rovers de schilderijen te verbranden, omdat ze bang is dat de warme, ‘waardeloze’ buit voor ellende gaat zorgen. Paniek. Moet je natuurlijk nooit doen. Het begon zo meesterlijk, het eindigt zo waardeloos amateuristisch. Jammer.
8. Even het Westfries Museum leeg halen
Je zou denken, voor een beetje overval moet (of moest) je naar een bank. Dat is dus niet zo. Kijk naar alle musea die in dit artikel staan. En je hoeft als slimme overvaller echt niet per se naar de topmusea in Amsterdam of Rotterdam. Maak het jezelf gemakkelijk. Neem het Westfries Museum in Hoorn. Een kind kan de was doen. In elk geval: in 2005. Nadat een paar gewiekste criminelen het alarmsysteem op maandagavond 10 januari daar op doodeenvoudige wijze uitgeschakeld hebben (het alarm is oud en werkt niet goed), slaan ze hun slag. Opmerkelijk: ze weten heel goed welke werken ze moeten pakken.
De buit bestaat uit 24 kunstvoorwerpen en zeventiende-eeuwse topstukken van onder anderen Jan van Goyen, Jacob Waben en Matthias Withoos. Alles wat geen topstuk is, laten ze staan of hangen. In 2014, bijna tien jaar later, duiken vijf van de schilderijen op in Oekraïne. Ze bleken in handen van een ultranationalistische gevechtsmilitie. In 2016 geeft Oekraïne ze terug aan het museum. Van de overige negentien schilderijen ontbreekt nog ieder spoor.
9. Miljoenen uit het gelddepot van Brinks
Met een goed gevoel voor ambacht blazen een onbekend aantal overvallers in de avond van woensdag 29 juni 2011 een gat in de gevel van het gelddepot van geldverwerker Brinks in Amsterdam-Zuid-oost (de Bijlmer). Dat is reden voor een feestje, want de overvallers grijpen daarna 12 miljoen euro bij elkaar die ze in grote zakken brengen naar gereedstaande Audi’s. De roof is spectaculair, niet alleen om de buit, bedenk het maar eens. Muurtje opblazen, heel veel geld pakken, heel snel wegwezen én de politie van je afhouden: de overvallers strooien met kraaienpoten (!) om de politie lekke banden te bezorgen – wat ook lukt. Volgens justitie heeft een groep Amsterdamse Marokkanen de roof voorbereid en heeft de zogenoemde ‘Scarfacebende’ uit Brussel hem uitgevoerd. In het onderzoek naar de roof worden twee mannen uit Amsterdam-West en een Belg gearresteerd. Ze worden wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Hoe mooi wil je het hebben? Een overval uit het boekje, ware het niet dat er geschoten is. In de lucht, maar toch.
10. De roofoverval in Amsterdam-Noord
Een goeie overval, gebeurt dat nog tegenwoordig? In 2021 in ieder geval nog wel. In mei van dat jaar wordt een gepantserde auto rigoureus overvallen in Amsterdam-Noord. Daarbij schieten de overvallers in de lucht met automatische wapens.
Panorama sprak destijds met de doorgewinterde Amsterdamse politieagent Peter Mellenberg: “Ik ben er trots op dat we erin geslaagd zijn om de overvallers in Broek in Waterland aan te houden. Het was natuurlijk niet slim om in Noord meteen te gaan schieten. Toen was het meteen duidelijk dat het menens was. Het is dapper en knap hoe mijn collega’s precies op het juiste moment hebben gewacht om de verdachten te omsingelen. Het toont aan dat het steeds lastiger is geworden om in deze stad weg te komen met dit soort misdaden.”
De verdachten zitten, voor zover we weten, nog steeds allemaal vast. Maar een groot deel van de buit is (nog?) niet teruggevonden: “Het gaat om tonnen platina, goudkorrels en omgesmolten goudbaren.”
11. De Tefaf-roof
De laatste, op het oog, knappe roof? Die vindt plaats, dat weten we allemaal nog, afgelopen 28 juni. De NOS: “In Maastricht is een overval gepleegd op de kunstbeurs Tefaf. Rond het middaguur sloegen vier overvallers toe in de evenementenhal MECC, waar de beurs wordt gehouden. Een van de overvallers begon met een moker op een vitrine in te slaan, terwijl andere daders het publiek op afstand hielden. Volgens ooggetuigen gebruikten zeker twee van hen daarbij een vuurwapen. De overval was op een stand van een juwelier. Daarbij zijn sieraden buitgemaakt, meldt de politie. Op beelden van de overval is te zien hoe de overvallers, gekleed in colbertjes, te werk gaan. Na een aantal forse mokerslagen op een vitrine valt iets op de grond, dat de overvaller oppakt en in een tas stopt. Vervolgens lopen de vier overvallers snel weg.”
Kort na de overval worden twee mogelijke verdachten aangehouden, Het zijn mannen van 22 en 26 jaar. Ze zitten in een auto met Belgisch kenteken die op de snelweg A2 bij Maastricht door agenten wordt klemgereden. Later blijken de twee Belgen er niks mee te maken te hebben. Er zijn vermoedelijk in totaal vier of vijf overvallers. Het is een bizar knappe en ingewikkelde overval.
Volgens kunstdetective Arthur Brand is het ongelooflijk gewaagd om de Tefaf op klaarlichte dag te overvallen: “Er lopen daar duizenden mensen rond. Overal hangen camera’s. Om dan met een pistool en een sloophamer zo tekeer te gaan... Je neemt wel een risico hoor.”
De overval op de Tefaf is er één van de buitencategorie, zegt Brand. “Bij een kunstroof is er meestal sprake van een sluwe wisseltruc. Hier niet, dat is een wezenlijk verschil.”
- ANP e.a.