Uw cliënt is er niet?” vraagt de rechter naar de bekende weg wanneer hij alleen een advocaat tegenover zich treft. “Correct,” zegt de raadsman.
“Waarom niet?”
“Ik kan het u helaas niet vertellen. De afgelopen weken krijg ik geen contact meer met hem. Volgens de laatste informatie zou hij met zijn zwangere vriendin over straat zwerven.
Zwaar verslaafd en zonder inkomen of dagbesteding. Het is een triest en uitzichtloos verhaal. Haar heb ik recentelijk nog wel kort gesproken en eh, nou ja... die ziet er niet uit, om het maar even zo te zeggen. Allesbehalve gezond.”
Na een melding op 1 april van dit jaar staat de politie bij de voormalige schoonouders van Wesley* (31) op de stoep. Wat er precies is voorgevallen, blijft lang onduidelijk. De man vertelt dat hun woning sinds enige tijd min of meer door Wesley wordt gekaapt. Samen met zijn nieuwe vriendin heeft hij zich de hele bovenverdieping toegeëigend. Zijn ex-schoonouders hebben feitelijk alleen de woonkamer nog, waar ze wonen, eten en slapen. De man verklaart: “Ze roken de hele dag coke en heroïne en vragen ons continu om geld. Wij hebben geen geld. We kunnen zelf nauwelijks eten en roken. Als ze geen drugs hebben, plunderen ze onze medicijnkast. Vooral de oxazepam en diazepam van mijn vrouw.”
Pas later blijkt dat de bovenverdieping door Wesley en zijn vriendin niet alleen als woon-, maar ook als werkruimte wordt gebruikt. Als peeskamer, om precies te zijn. De Poolse vrouw, die ook nog eens drie maanden zwanger blijkt te zijn, werkt er regelmatig haar klanten af. Of zoals de advocaat het verwoordt: “Zij genereert er op alternatieve wijze haar inkomsten.” Wie de verwekker is van haar ongeboren kind is dan ook onduidelijk.
Terwijl de agent het proces-verbaal opmaakt, hoort hij het oudere echtpaar verderop in de woonkamer met elkaar smoezelen. Hij vangt daarbij op dat de vrouw de nacht ervoor tot drie keer toe door Wesley geslagen zou zijn.
Pas later blijkt dat de bovenverdieping door Wesley en zijn vriendin ook als werkruimte wordt gebruikt. Als peeskamer, om precies te zijn
Wanneer hij de vrouw vraagt of hij dat goed heeft verstaan, knikt ze. Ook de vraag of ze daar pijn van heeft, antwoordt ze bevestigend, al is er geen zichtbaar letsel. Aangifte doen van de mishandeling wil ze niet.
Wesley is tijdens het politiebezoek niet ‘thuis’. Wanneer hij later over het voorval wordt gehoord, ontkent hij de mishandeling. Volgens hem werd hij midden in de nacht wakker met een hevige astma-aanval. Toen niemand zijn roep om hulp beantwoordde, stond hij op, liep naar beneden, pakte een glas water en gooide dat in het gezicht van zijn ex-schoonvader die in de woonkamer lag te slapen. Die schrok zich een ongeluk, sprong overeind en rende vervolgens ‘gillend’ de voordeur uit en de straat op, waarna omwonenden de politie belden. Als gevolg van het eerste politiebezoek krijgt Wesley een huisverbod en een gedragsaanwijzing opgelegd. Tot nader order mag hij zich niet meer in of in de buurt van de woning van zijn voormalige schoonouders ophouden. Maar daar trekt hij zich weinig van aan. Een dag later staat hij alweer voor de deur. In zijn hand heeft hij een papier dat hij zijn ex-schoonouders dwingend onder de neus duwt. Door het te ondertekenen stemmen zij ermee in dat Wesley en zijn vriendin gewoon gebruik blijven maken van de bovenverdieping. Bang als ze voor hem zijn, ondertekenen ze het handgeschreven briefje, waarna Wesley en zijn vriendin doodleuk de bovenverdieping weer confisqueren. Ruim twee weken later, na weer een melding van omwonenden, komt er eindelijk een einde aan de hele situatie. Bij zijn aanhouding blijkt Wesley bovendien in het bezit van een gestolen Piaggioscooter. Hoewel het contactslot ontbreekt en het nummerplaatje met tape is vastgeplakt, houdt Wesley zich van de domme. Hij had geen idee dat het ding gestolen was, beweert hij. Zonder aangifte of letsel valt de mishandeling van zijn voormalige schoonmoeder moeilijk te bewijzen. Het overige – het overtreden van het huisverbod en de heling van de scooter – acht de rechter wel bewezen. Het komt Wesley op een gevangenisstraf te staan van 28 dagen waarvan 22 voorwaardelijk. Omdat hij eerder al zes dagen vastzat, hoeft hij niet terug de gevangenis in. Wel zal hij zich moeten melden bij de reclassering en zich moeten houden aan een nieuw contact- en gebiedsverbod.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban