Nu wilden wij ook toen al weleens uit de bocht vliegen en onrealistische verwachtingen hebben voor een eindtoernooi – een bekend symptoom van oranjekoorts – maar toentertijd zogen wij dat luxeprobleem niet uit onze duim. Het was namelijk ook een luxeprobleem.
“Wie kiest hij?” was de vraag die op ieders lippen lag, over wie Michels in de punt van de aanval moest zetten:
“De meedogenloze striker John Bosman, de voor de tegenstander onbespeelbare Willem Kieft of toch Marco van Basten, de briljante technicus en meest complete voetballer van het drietal?” Met de wetenschap van nu zou je zeggen: werd er überhaupt getwijfeld aan Van Basten? Werd hij niet als eerste op het wedstrijdformulier gezet? Nee dus. Had natuurlijk niks met zijn voetbalkwaliteiten te maken, maar alles met die half kapotgeschopte enkel van hem. En met de positieve arrogantie van Willem Kieft, die met PSV net de Europacup 1 had gewonnen en zoveel zelfvertrouwen had dat hij met droge ogen durfde te beweren dat ‘niet het sterkste team speelt als ik niet speel’. Drie keer raden wie er in de spits stond tijdens de eerste wedstrijd op het EK tegen de Sovjet-Unie? Precies, John Bosman. Dat dat van korte duur was – Oranje verloor met 0-1 – weet u, tenzij u niet om voetbal geeft of weinig historisch besef heeft. De wedstrijd erna, tegen Engeland, mocht Van Basten de wei in, en hoe. 3-1: drie keer Van Basten. En de rest is geschiedenis, zeggen we er dan bij.
Willem Kieft: ‘Als ik niet speel, speelt niet het beste team’
Stel je voor dat Wout Weghorst de nieuwe Van Basten is. De eerste wedstrijd, op 13 juni tegen Oekraïne, zit hij nog op de bank. Tweede wedstrijd tegen Oostenrijk, op 17 juni, speelt hij: drie doelpunten. Halve finale tegen de Duitsers, voorlaatste minuut, dieptepass van Frenkie de Jong, sliding, bal in de linkerbenedenhoek, 2-1: “En Wembley is van Oranje!” En dan de finale tegen wie dan kan, verschrikkelijk slechte voorzet vanaf links, helemaal naar de andere kant van het veld, Weghorst bijna bij de cornervlag en boem! In de kruising: 2-0. Dan vragen wij ons over dertig jaar hopelijk ook af waarom er überhaupt aan Weghorst werd getwijfeld.