Toen de politie de deur van de huurwoning intrapte, was Umut* (27) de enige aanwezige. Bovendien stond de woning met daarin ruim tweehonderd hennepplanten op zijn naam. Beweren dat hij er niets van wist, wordt dus lastig, maar dat betekent niet dat Umut van plan is om het de rechter vandaag gemakkelijk te maken. Over zijn precieze rol praat hij in rookgordijnen.
“Wie verzorgde de planten?” wil de rechter weten.
“Een meneer,” zegt Umut.
“Hielp u hem daarbij?”
“Absoluut niet. Ik mocht niet eens bij die planten in de buurt komen. Ik heb daar ook helemaal geen verstand van,” zegt Umut terwijl zijn vingers door de zwarte haren op zijn bovenarmen woelen.
“In het politieverhoor zei u dat u hem weleens dingen aangaf,” weet de rechter.
“Wat voor een dingen?” vraagt Umut.
“Dat weet ik niet,” zegt de rechter. “Het is uw verklaring.”
Umut haal zijn schouders op. “Geen idee wat ik daarmee kan bedoelen,” zegt hij.
Zak tuinaarde
Het was allemaal niet zijn eigen idee.
In een theehuis werd hij benaderd door ‘de meneer’, wiens naam bij justitie inmiddels bekend is. Zijn aanbod was verleidelijk. Umut sliep destijds bij vrienden, bij zijn broer en desnoods in kelderboxen en portieken. Bovendien had hij flinke schulden. Hij hoefde er niet eens lang over na te denken. Hij snakte naar een eigen huis. Desnoods eentje vol planten.
Een paar weken later zette hij bij de woningbouwvereniging zijn handtekening onder het huurcontract. Hij had de sleutel nog niet in het sleutelgat gestoken of er parkeerde al een witte Mercedes Sprinter voor de deur. In de bestelbus zat van alles: tenten, lampen, folie, potten, aarde, tuinslangen...
“Heeft u geholpen bij het opzetten van de plantage?” vraagt de rechter.
“Absoluut niet,” zegt Umut opnieuw stellig.
“U liet die meneer alles zelf sjouwen?”
“Ik mocht nergens aankomen.”
“U mocht toch wel een zak tuinaarde dragen,” veronderstelt de rechter.
“Echt niet,” houdt Umut vol.
Wanneer alles op z’n plaats staat, duikt ‘de meneer’ de meterkast in. Umut staat erbij, maar steekt opnieuw geen vinger uit, beweert hij. Vragen stelt hij ook niet. “Maar u wist wel wat daar gebeurde, toch?” suggereert de rechter. Umut maakt een onwetend handgebaar.
“Ik heb daar allemaal geen verstand van,” zegt hij.
Slok op een borrel
Waar Umut dankzij zijn advocaat overduidelijk wel verstand van heeft, is het juridische verschil tussen een medepleger en een medeplichtige. Het eerste suggereert een actieve rol, het tweede een passieve, en dat scheelt in de strafmaat een slok op een borrel. Probleem is dat hij dat verschil nog niet kende toen de politie hem direct na zijn aanhouding verhoorde. Zijn verklaring van toen duidt volgens de rechter wel degelijk op een actieve rol. Of in elk geval op een actievere rol dan hij nu wil doen geloven. Wegens het medeplegen van een strafbaar feit veroordeelt hij Umut tot een werkstraf van honderd uur plus een maand voorwaardelijke celstraf. Tegelijkertijd vindt de rechter het niet fair om hem voor alles te laten opdraaien. De vordering van het OM van 17.000 euro matigt hij na een ingewikkelde rekensom tot precies 2447,25 euro. Hoe het met de vervolging van ‘de meneer’ zit kan de officier van justitie nog niet zeggen.
* Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban