Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Smaakmakers van de Wallen: ''Wat zijn mannen toch rare gasten!''

Elke zondagochtend delen we een klassieker uit het blad. Voor vandaag hebben we het volgende pareltje uit editie 37...

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Elke zondagochtend delen we een klassieker uit het blad. Voor vandaag hebben we het volgende pareltje uit editie 37 van 2015 geplukt. 

Er loopt hier een gek rond die voor elke condoom die hij mag leegdrinken 50 euro betaalt. Een meisje vertelde prostitutierechercheur Raymond desgevraagd dat dat het goorste was wat ze in de veertien jaar dat ze achter het raam werkt, heeft meegemaakt. Dat ging haar te ver. Raymond: “En dat is raar, zei ze, want ze hoefde niets te doen, terwijl haar prullenbak leeg raakte en haar portemonnee vol.” Hij lacht. “Niets is normaal in deze wereld.”

Politieman Raymond zocht in 2001 ‘drukte, hysterie en gekkigheid’ in zijn werk. Zijn chef wist wel een goede bestemming: Bureau Beursstraat. Raymond had geen flauw idee waar dat zat, maar was allang blij dat hij naar Amsterdam mocht vanuit het district Gooi- en Vechtstreek, waar het om middernacht uitgestorven is. Tot hij vanuit het bureau aan de doodstille Beursstraat een steegje nam en in de Warmoesstraat terechtkwam.

“Verrek!” besefte hij. “Ik zit in het beruchte red light district! Het gebied van Baantjer en alle wildwestverhalen.” En: “Daar ga ik ook deel van uitmaken.” Overdag is het net een dorp, vindt Raymond. ’s Nachts komen de Wallen echt tot leven. Als de rode lampen de duisternis een gloed geven. “Dan voelt en ademt het ook anders. Of het gebied je ligt of niet, het doet iets met je. Het is een onbegrijpelijke wereld die veel mensen idealiseren.”

Vermoord in peeskamer

De gemiddelde bezoeker is zich niet bewust van de ellende. Raymond kent de levensverhalen van de meisjes. Tijdens gesprekken met de rechercheur gebruiken ze hun tissues om een traan weg te pinken. Raymond: “En vijf minuten later is het alsof het gesprek nooit heeft plaatsgevonden, want dan staat ze weer lachend achter haar raam.” Betty was ook zo’n meisje dat altijd vrolijk leek. Zes jaar geleden stak een onbekende haar dood in haar peeskamer. Raymond: “Wij hadden veel contact met haar, omdat ze hoogzwanger was. We maakten ons zorgen over haar kind. Mannen stonden rijen dik voor haar deur opgesteld. Met cadeautjes. Dat bizarre beeld vergeet ik nooit meer. Dan schaam ik mezelf als man weleens.Wat zijn mannen toch rare gasten.”

Omdat Raymond gemakkelijk contact legt met ‘de dames en de mannen die eromheen hangen’ kreeg hij een plek bij het prostitutieteam, dat seksuele uitbuiting tegengaat. Droog: “Mij moet je niet op een zakkenrollersteam zetten. Ik heb een hekel aan winkelen.” Zijn 24 man tellende team controleert bij ruim 300 werkplekken of vrouwen volgens de regels werken en verwijst hen door naar andere instanties. Bijvoorbeeld voor het regelen van boekhouding, schuldsanering, rechtsbijstand of een zelfverdedigingscursus. Raymond: “En als er nu een het bureau binnenloopt en onderdak nodig heeft, omdat ze eruit wil stappen, kan ik haar binnen een half uur op een veilige locatie plaatsen.”

In de afgelopen 24 uur is dat twee keer gebeurd. Een belangrijk onderdeel van zijn werk is vertrouwen wekken. Dat doet Raymond door ‘naar buiten’ te gaan. Hij voegt de daad bij het woord. In spijkerbroek en shirt, zijn politielegitimatiebewijs om de nek. Want zodra hij in uniform een bordeel binnenstapt, blijven mensen wachten om te vragen of het ‘lekker’ was. Binnen voert hij, altijd met een collega, gesprekken. “We investeren in sociale contacten. Van de meeste meiden weet ik ook wat er privé speelt. We zijn een van de weinige contacten buiten de scene. Zo verkleinen we de stap naar het normale leven.”

A bit nervous

Raymond gaat voor door de stegen bij het Oudekerksplein, het Hollands Kwartier. Het is het gebied waar hij voor het eerst prostituees zag. “De Hollandse meiden zaten hier voornamelijk overdag, dan konden ze zeggen dat ze een van-negen-tot-vijf-baan hadden.” Zijn favoriet was de Trompettersteeg toen er alleen nog bordelen zaten. De steeg is zo smal dat je motor er net niet doorheen kan. Ook rolstoelers komen klem te zitten. De rechercheur vroeg zich in de begintijd af hoe hij dagelijks met die vrouwen kon samenwerken. “Het blijft raar. Ik kijk anders dan de doelgroep die hier voor één ding komt.” Ook letter- lijk. “Ik heb alleen oogcontact, de rest van het lichaam ken ik wel, dat heb ik ooit een keer van veraf gezien.”

Bij een raam aan de Oudezijds Achterburgwal stopt Raymond. Erachter staat een slank meisje in een groenpaars bikinietje met glittersteentjes en een strikje in lange zwarte haarstukken. “Die dame wil ik controleren, omdat ik haar niet ken,” legt Raymond uit. Van Mira, zoals het meisje zich noemt, mag Panorama ook mee naar binnen. Klik, klik, klik. Ze gaat voor op ultrahoge blokhakken naar een bloedhete peeskamer. Er is een bed, kast, bidet, een wastafel met alcoholgel en een doos tissues. In een plastic tas zit Mira’s andere kleding.

Het plastic matras oogt plakkerig. Raymond gaat op een schoon stuk zitten, vraagt Mira om hetzelfde te doen, die hoge hakken zullen wel pijnlijk zijn. Hij toont zijn legitimatiebewijs en legt uit waar ze op moet letten, want niet elke politieman mag meisjes controleren. Daarna neemt hij de tijd om haar Bulgaarse paspoort en inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel te bestuderen. Ook heeft ze een map met reglementen en glanzende brochures, gekregen van de kamerverhuurster.

“I am a bit nervous,” verontschuldigt ze zich. “Zoveel mensen fotograferen me.” Raymond: “Daar kun je niets tegen doen. Dat mag vanaf de openbare weg.” Het is een reden dat overdag steeds minder ramen bezet zijn. Mira vertelt dat ze anderhalf jaar in België heeft gepeesd. Het is haar eerste dag in Amsterdam. Vorige week is ze 21 geworden, de leeftijdsgrens voor prostitutie op de Wallen. “Ik heb nog nooit zo naar een verjaardag uitgekeken als deze,” glimlacht ze. Raymond: “Vertel op, waarom deze baan? Voor mij is het moeilijk voor te stellen dat je op een dag wakker wordt en dat dit is wat je wil.” Mira vertelt dat veel vriendinnen ook in de business zitten. Broodnuchter: “Hun levensstijl wil ik ook. In Bulgarije verdien je omgerekend 200 euro per maand. Van zo’n salaris kun je nauwelijks iets kopen.”

Haar droom blijkt evenwel een eigen restaurant. Een horecadiploma heeft ze al. “Ik denk dat ik mijn droom hier in Amsterdam kan laten uitkomen. Ik probeer het, why not?” Raymond: “Ik hoop echt dat het je lukt om geld te sparen voor een restaurant. Als het toch niet goed gaat, aarzel dan niet en bel.” Hij geeft een visitekaartje met het nummer van de prostitutietelefoon.

Geen klaarkomgarantie

De prostitutietelefoon is zijn initiatief. De horeca had er al jaren een voor lastige klanten. “Als meiden problemen hebben, moeten we ook gelijk kunnen reageren.” Een veelvoorkomend probleem is dat mannen denken dat ze alles mogen voor de 50 euro, het gangbare prostitutietarief. “Voor die 50 euro mogen ze een kwartier, dat ingaat zodra ze de drempel overstappen, in één positie, hooguit met een beetje pijpen, that’s it. Zonder klaarkomgarantie. Alle extra’s, zoals meerdere posities, aanraken, topje uit, kosten extra.”

Nadat Raymond afscheid heeft genomen van Mira stapt hij naar buiten. Een verkoelend briesje verdrijft de verzengende hitte van de bedompte peeskamer. “Mira krijgt van mij speciale aandacht omdat ze binnen een week na haar 21ste verjaardag al aan het werk is,” vertelt hij. Vermoedt hij dat ze wordt uitgebuit? “Ik zeg niet dat het fout zit. Trouwens, zelfs in het meest extreme geval dat deze dame niet vrijwillig werkt en ze zou per dag 20 euro overhouden, dan is dat nog meer dan de 200 euro per maand in haar eigen land. Dan voelt zij zich dus niet uitgebuit.”

Overigens weet niemand hoeveel vrouwen worden uitgebuit. Het officiële percentage schommelt tussen de 10 en 90 procent. Alleen al omdat niemand weet hoeveel sekswerkers er zijn. Als Raymond terugkeert van vakantie, ziet hij nauwelijks bekenden. De nieuwe gezichten zijn makkelijk te herkennen.

“Zij proberen me naar binnen te lokken.” Hoe dan ook, legio vrouwen zijn, naar eigen zeggen, dolgelukkig met hun werk. Zoals de transgender in de Bloedstraat die Raymond en een collega wilden horen over een mishandeling. Hij wijst op een raam waar de gordijnen, net als die dag, gesloten zijn. Ze klopten aan. Het gordijn ging een stukje open. Ze vond het prima om mee te werken, ze moesten alleen even wachten, omdat ze ‘bezig’ was. Toen de rechercheurs wegliepen, holde ze hen achterna. Ze mochten toch al naar binnen. De vrouw nam alle tijd. Bij het vertrek vroeg Raymond: “Je had toch een klant?”

Ze wees naar het toilet. Haar klant had extra betaald om te worden opgesloten, terwijl de politie binnen was. Voor elk minuutje dat het langer duurde, moest hij dokken. “Ze lachte schaterend. Zij was kegeltjesrijk geworden van haar getuigenverklaring.”

Dit was een bijdrage van Maaike Ruepert.