De rivaliteit met Verstappen
“Hij heeft beslist de mogelijkheden om wereldkampioen te worden,” zegt Hamilton in 2018 over Max Verstappen. “We hebben kunnen zien hoe hij rijdt en hij heeft nog een lange carrière voor de boeg. Hij heeft al een paar jaar ervaring opgedaan, ik had er op mijn 21ste nog niet eens een heel seizoen op zitten, dus daarin ligt hij voor op mij. Maar zolang ik er nog ben doe ik er alles aan om hem van de winst af te houden. We zijn hier om te vechten en ik verheug me op een heleboel positieve duels met hem.”
De voorspellende gave in dit gedateerde citaat is extra grappig met de uitkomst van hun zinderende titelgevecht van 2021 in het achterhoofd. Natuurlijk geniet een kampioen als Hamilton van het gevecht met een jongere coureur waarin hij veel van zichzelf moet herkennen. Maar het is datzelfde gevecht dat bijna leidt tot het einde van zijn imposante loopbaan. De climax van dat 2021-seizoen is moeilijk te verkroppen voor Hamilton en dat is vanuit zijn standpunt alleen maar begrijpelijk. Want even terug naar die waanzinnige slotrace in Abu Dhabi. Het scenario vooraf is glashelder: Verstappen staat aan kop, maar ook Hamilton is bij winst wereldkampioen.
Al bij de start gaat Hamilton Verstappen voorbij en in een epische race waarin van alles gebeurt, heeft Hamilton de beste kaarten in handen. Tót Nicholas Latifi crasht, vier rondes voor het einde. De wedstrijd wordt geneutraliseerd door de safety-car, gaat die nog naar binnen voordat alle 58 rondes zijn verreden? Het lijkt er lang op van niet, maar gebeurt uiteindelijk toch. De auto’s tussen nummer één Hamilton en nummer twee Verstappen in, die op een ronde zijn gereden, moeten plaatsmaken. Verstappen krijgt nog één rondje de kans Hamilton in te halen. Dat doet hij op verse banden, een gratis pitstop die Hamilton niet heeft gekregen. Bovendien is diens opgebouwde voorsprong verdwenen, Verstappen mag vlak achter hem aansluiten. Een nogal dubieuze beslissing die door Verstappen-fans met veel goedkeuring wordt bekeken, maar het Mercedes-kamp is furieus.
“No Mike, no no Mike, this was so not right!”, tettert Mercedes-baas Toto Wolff over de boardradio naar wedstrijdleider Michael Masi als Hamilton is ingehaald. Een besluit van de wedstrijdleiding heeft het kampioenschap bepaald en of die beslissing terecht was zal altijd voer voor discussie blijven. Hamilton voelt zich niet alleen geflikt, dat is hij misschien ook wel. Hij heeft de hele winter nodig om bij te komen van deze nederlaag, het blijft onduidelijk of hij nog meedoet aan het nieuwe seizoen, maar bij de start van 2022 kruipt hij toch weer in zijn Mercedes. Dan zijn er nieuwe regels ingegaan en is het wagenpark op de grid volledig vernieuwd. Mercedes heeft de slag gemist, in de drie seizoenen die volgen ziet Hamilton Verstappen steeds wereldkampioen worden zonder dat hij en zijn team ook maar enige rol van betekenis spelen in de titelrace.
Wordt Hamilton bij Ferrari dé GOAT?
De afgelopen drie seizoenen wist Hamilton slechts twee keer een Grand Prix te winnen, meestal rijdt hij mee voor spek en bonen. Al is dat nog zo’n smakelijke combinatie voor veel Britten, Hamilton werd kotsmisselijk van zijn bijrol. Jarenlang domineerde hij in zijn Mercedes de Formule 1, het leek een kwestie van tijd tot hij zijn achtste wereldtitel kon oprapen. Daarmee zou Hamilton de succesvolste coureur aller tijden zijn, nu moet hij die status nog delen met Michael Schumacher. Komt die achtste er nog?
Als het Hamilton lukt, dan presteert hij dat in de auto waarmee Schumacher zijn grootste successen vierde: Ferrari. Het was al bij aanvang van het vorige seizoen bekend, Hamilton rijdt vanaf nu voor de iconische Italiaanse renstal. “De tijd is rijp voor een nieuw hoofdstuk in mijn leven,” verklaarde hij op Instagram. “Nadat ik met Mercedes alles heb bereikt waarvan ik al kind alleen maar kon dromen, ga ik nu rijden in Ferrari-rood. Daarmee gaat een andere jongensdroom in vervulling.”
Klinkt logisch, en kijk er niet gek van op als Verstappen ooit nog dezelfde stap maakt. Maar Hamilton in een Ferrari, hoe gaat dat uitpakken? Dat is bij voorbaat hét verhaal van het komende Formule 1-seizoen. Wereldkampioen worden op je 40ste, kan dat? Het zal niet makkelijk zijn, vooral in een tijdperk waarin er meer races op de kalender worden gepropt dan ooit. Aan de andere kant: leeftijd wordt steeds meer slechts een nummer.
Tien tot twintig jaar geleden werd bij sporters op hun 31ste al voorzichtig geïnformeerd naar hun toekomstplannen, want het einde van die carrière naderde rap. Deze generatie, geholpen door de wetenschappelijke ontwikkelingen, veegt de vloer aan met zulke dogma’s. Lionel Messi, Roger Federer, LeBron James, Cristiano Ronaldo en Novak Djokovic behoren tot het rijtje fenomenen dat tot achter in de dertig competitief blijft. Misschien niet meer op het niveau uit hun fysieke topjaren, maar genoeg om mee te tellen.
Hamilton is uit hetzelfde hout gesneden en krijgt ook geen genoeg van de competitie. Natuurlijk deed hij de laatste drie jaar amper mee om de prijzen, maar dat lag meer aan zijn auto dan aan hem. Als Ferrari er deze winter in slaagt een kampioenswaardige auto te bouwen, kan Hamilton het zomaar flikken en is het Greatest Of All Time-debat gesloten. In ieder geval voorlopig.
Senna als korte én eeuwige inspiratiebron
Hamilton heeft een opmerkelijk voorbeeld: Ayrton Senna. Nou is de Braziliaan voor velen nog altijd een idool, maar hij overleed alweer in 1994. Hamilton was toen slechts negen jaar en volgde de Formule 1 pas een seizoen. Hij had een kartwedstrijd in het weekend van het fatale ongeluk. “Hij was zwaar van streek,” vertelde moeder Carmen eens. “Maar de dood van Senna hield hem niet tegen. Ik wist al vroeg dat zijn passie zo sterk was dat niets hem zou tegenhouden.”
Toch had zijn jonge leven toen een andere wending kunnen krijgen. Moest de jonge Lewis iets nastreven dat levensgevaarlijk bleek? Hij had voor altijd genezen kunnen zijn van zijn autosportambities, maar het pakte volledig anders uit. Hoewel Senna maar een paar races kon dienen als inspiratiebron, heeft Hamilton tot op de dag van vandaag profijt van diens lessen. “Ja, ik was negen toen Senna stierf en hij was mijn held,” vertelde Hamilton er zelf over.
Hij bevond zich dat moment in Hoddesdon en wachtte in de wagen van zijn vader tot hij de baan op mocht, toen dat dramatische bericht binnenkwam. “Het raakte me diep, maar ik liet mijn emoties niet graag aan mijn vader zien. Dus ging ik achter de aanhanger zitten om te huilen. Dat was een keerpunt in mijn leven, want als je jong bent denk je dat mensen zoals Senna onoverwinnelijk zijn. En dan besef je dat ook zij sterfelijk zijn. Het maakte me duidelijk dat ik mijn talent volledig moest benutten.”
'Nadat ik met Mercedes alles heb bereikt waarvan ik als kind alleen maar kon dromen, ga ik nu rijden in Ferrari-rood. Daarmee gaat een andere jongensdroom in vervulling'
Familyman met een familievete
Zijn vader heeft dan wel geen Formule 1 gereden, toch is de rol van pa Hamilton te vergelijken met die van pa Verstappen. Altijd aan Lewis’ zijde, soms mag hij aan de pers uitleggen hoe zijn zoon het allemaal beleeft en ook Lewis maakt de wens van zijn vader waar. “Het maakt deel uit van mijn droom en van zijn droom,” zo vertelt pa Anthony tegen Viaplay over de overstap naar Ferrari. Als kind wordt Lewis bedolven onder de speelgoedautootjes, op zijn zevende is het kerstcadeau van zijn vader een kart. In alle jaren dat Hamilton zichzelf opwerkt naar een hogere raceklasse, staat zijn pa in de paddock. Behalve coach en vertrouwenspersoon is hij ook de manager van zijn pupil als die in 2007 zijn entree maakt in de koningsklasse van de autosport. Een jaar later viert Hamilton al zijn eerste wereldtitel en lijkt het allemaal niet op te kunnen voor de twee. Ooit had pa drie baantjes tegelijk om alle investeringen in de dure autosport te kunnen bekostigen, maar nu ze eenmaal zijn beland op de bovenste trede van de piramide gaat het mis. “Papa zal het missen om hier te zijn, de breuk was mijn keus. Ik wil hem niet meer als mijn manager,” zegt junior rond 2010. Verder hield hij het vaag, Anthony gaf iets meer openheid van zaken. “Hij dacht: weet je wat pap, ik ben er klaar mee om naar jou te moeten luisteren. Ik had daar wel vrede mee.” Toch gooit hij wat modder naar zijn zoon, die had namelijk beloofd een oprotpremie van drie miljoen pond te storten voor bewezen diensten, maar het geld kwam maar niet. “Hij heeft het gewoon nooit gegeven. Maar dat is mijn zaak niet. Als Lewis zegt dat hij iets gaat doen en het vervolgens niet doet, is dat zijn verlies.”
Na een paar jaar is de familievete opgelost. Gelukkig maar, want Hamilton is veel te veel familyman voor gedonder met zijn naasten. Als hij in 2018 wereldkampioen wordt, draagt hij de titel op aan zijn enkele dagen daarvoor overleden opa. “Mijn grootvader zou zo trots op ons zijn geweest, zo dankbaar dat de naam Hamilton gevestigd is en de geschiedenisboeken ingaat.” Precies, die naam moet niet worden besmeurd met familiegedoe. Ook zijn broertje, Nicolas, is een vast gezicht in zijn entourage. Hij kampt met een hersenverlamming en is niet in staat om op de reguliere manier auto te rijden. Met de nodige aanpassingen, het gas en de rem zitten op zijn stuur, racet hij in de British Touring Car Championship. Als het even kan gaat zijn grote broer kijken, zij het volledig incognito. Lewis wil geen enkele snipper aandacht voor Nicolas wegnemen, dat gebeurt namelijk al genoeg. “Ik ben Lewis’ allergrootste fan, dat is in ieder geval zeker. Maar het kan wel een beetje irritant zijn als iedereen mij altijd aan hem linkt en mij ‘Lewis Hamiltons broertje’ noemt. Ik ben gewoon een eigen persoon. Ik heb mijn eigen identiteit, mijn eigen verhaal en ik probeer niet op te boksen tegen Lewis,” vertelde Nicolas vorig jaar tegen Sky News.
Waarom is Hamilton hier zo impopulair?
Niet iedereen verstaat de kunst van het bewonderen, daar is niet voor niets een spreekwoord voor uitgevonden: hoge bomen… En Hamilton heeft absoluut iets irritants. De wereldverbeteraar uithangen en je zorgen openbaren over klimaatproblemen als vooraanstaande autocoureur, het is als de slager die in zijn vrije tijd campagne voert voor de Partij voor de Dieren. Dan is Hamilton ook nog van het uiterlijk vertoon, eigenlijk de eerste echte popster van de autosport. Daar hebben aanhangers van het doe-maar-gewoon-mantra het moeilijk mee. Daarnaast kan niemand zo mekkeren over de boardradio als Hamilton. Waar voetballers over het gras rollen bij miniem contact proberen coureurs elkaar een oor aan te naaien via de radio met kreten als: hij duwde mij! Dat doen ze tegenwoordig allemaal, maar misschien is Hamilton daarin wel baas boven baas. Maar het grootste argument is natuurlijk zijn paspoort dat nou eenmaal niet-Nederlands is. Hamilton was lang dé rivaal van Verstappen, al is rivaal een te groot woord. Hamilton was jarenlang oppermachtig en hield de Formule 1 in een ijzeren greep, zulke dominantie is dodelijk voor iedere competitie, de support gaat dan vanzelf naar de underdog. Maar hoe meer Hamilton en Verstappen elkaars concurrenten werden, hoe meer anti-Hamilton we werden in dit land. En dat is bijzonder triest. Een zevenvoudig wereldkampioen verdient respect en waardering, maar ja, toen hij het gros van zijn titels vierde waren de mensen die nu op zondag een Red Bull-polo dragen alsof er benzine door de aderen stroomt nog niet of nauwelijks geïnteresseerd in autosport. Het is niet voor niets dat Zandvoort heeft besloten nog maar twee keer een Grand Prix te organiseren. Stel je voor dat Verstappen vanaf 2027 niet meer dominant is of zelfs is gestopt, hoeveel zogenaamde die hard-autofans komen er dan nog? Het boegeroep naar Hamilton vanuit de Hollandse vakken is daarom een mix van polonaisehonger en dom chauvinisme. Jawel, het was niet netjes dat Hamilton Verstappen van de baan tikte op Silverstone in 2021 en dat Verstappen vanuit het ziekenhuis moest zien hoe Hamilton compleet uit zijn plaat ging na zijn zege, maar in de auto kijken coureurs nou eenmaal niet op Nu.nl of BBC.com. Gedraagt Verstappen zich dan wel altijd even onberispelijk? Zeker niet. Hamilton verdient veel meer liefde. Gelukkig krijgt hij die vanuit de rest van de wereld, en van de échte liefhebbers, wel volop. Nu wij nog!
[[KADER]]
Zélden een uitvalbeurt
Altijd leuk om aan de bar te discussiëren wie nou beter is. Messi of Ronaldo? Federer of Nadal? Jordan of James? Hamilton of Schumacher? Of toch Senna of Verstappen? Iedereen heeft gelijk en niemand heeft gelijk, want het is volledig subjectief. Zeker in de racerij. Tijdperken tegen elkaar afzetten is in geen enkele tak van sport mogelijk, maar aangezien materiaal in de autosport een kapitale factor speelt, is vergelijken al helemaal geen doen. Eigenlijk zouden alle coureurs in precies dezelfde auto moeten rijden, dat zou pas duidelijkheid verschaffen. Maar Lewis Hamilton heeft wel één statistiek op zijn naam die onderschrijft wat voor bijzonder talent het is, en dan hebben we het niet eens over de zeven wereldtitels of zijn 105 Grand Prix-zeges. Pas 32 keer wist Hamilton het einde van een race níét te halen. Om even aan te geven hoe speciaal dat is: het is exact het hetzelfde aantal DNF’s dat Max Verstappen achter zijn naam heeft, die toch een jaartje of acht minder aan kilometers op zijn teller heeft. Al bestaan er uiteraard ook statistieken die in het voordeel zijn van Verstappen, zoals we al memoreerden: alle vergelijkingen zijn volledig subjectief. Maar dit cijfertje zegt veel over de constante factor die Hamilton sinds het begin van zijn loopbaan is, een coureur die logischerwijs bij crashes is betrokken, maar zelden uitvalt door een eigen stommiteit. Het is precies de reden dat hij ook op zijn veertigste door niemand kan worden afgeschreven.
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- NL Beeld