Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Op bezoek in de kliniek: Jan kreeg tbs na poging tot moord: 'Ik zie maar één uitweg hier' 

De Woenselse Poort is de naam van de tbs-kliniek waar Jan verblijft van 28 december 2013 tot 13 oktober 2014. In 2010 wordt hij veroordeeld voor een poging tot moord. Hij krijgt vijf jaar cel en tbs opgelegd. De gevangenis is bekend terrein voor Jan en daar weet hij zich goed te handhaven. Met tbs heeft hij echter geen ervaring en als in deze Eindhovense kliniek het tbs-traject begint, is het voor hem onduidelijk wat er zal gebeuren. Een voorpublicatie uit het boek In tbs.

TBS'er Jan

Hieronder volgt is de bewerking van een hoofdstuk uit In tbs, dat op 27 september verschijnt. Hierin beschrijft criminoloog Frank van Gemert de twaalf jaar die volgden op het genoemde levensdelict van Jan. Het moeizame traject van een ontspoorde eenling, zijn behandeling in diverse klinieken, het verzet en het leerproces, alles komt langs in een chronologische beschrijving van het alledaagse leven binnen de muren. Het boek is een vervolg op Van prison gang tot tbs, dat verscheen in 2011.

In de laatste dagen van 2013 belt Jan me om te vertellen dat hij is aangekomen in De Woenselse Poort, de kliniek waar hij de komende tijd zal verblijven. De gevangenisstraf, althans twee derde ervan, zit erop en nu begint de tbs-maatregel. Hoelang dit tweede deel zal duren, is op voorhand niet te zeggen. Jan geeft informatie zoals adres en telefoonnummer en legt wat uit over procedures rond bezoek. Hij heeft mij en Henk en Tanja, het stel waarmee hij bevriend is, al genoemd bij de maatschappelijk werker. Ik moet die persoon dus bellen en Jan geeft me daarvoor een nummer. Na een persoonlijke check kan ik dan op bezoek komen.

Tbs-kliniek De Woenselse Poort is een modern complex dat bestaat uit meerdere gebouwen, gelegen op het landgoed De Grote Beek, een groengebied in het noordwesten van Eindhoven. Afdeling Volte, waar Jan wordt geplaatst, bevindt zich in een groot gebouw en heeft als adres Dr. Poletlaan 88. Mensen met een psychiatrische stoornis die een strafbaar feit hebben gepleegd, wordt in de kliniek forensische zorg geboden. De capaciteit van de kliniek is 250 personen, die op afdelingen worden geplaatst met verschillende veiligheidsniveaus. In het jaarverslag van 2020 staat vermeld dat 38 procent van de patiënten er verblijft vanwege een tbs-veroordeling. Anders dan in de gevangenis, waar alle gedetineerden en de overgrote meerderheid van het personeel uit mannen bestaat, zijn er in de kliniek ook vrouwelijke patiënten, en van het personeel is het merendeel vrouw.

Jan krijgt een kamer, waar hij een eigen vaste telefoon tot zijn beschikking heeft. Het contact met mij verloopt dan ook niet meer via de post. We kunnen nu makkelijk telefoongesprekken voeren, met als gevolg dat ik meer dan voorheen zijn dagelijkse sores kan meebeleven. Het goede nieuws is dat hij dingen te doen krijgt en hij voorziet dat hij ook in de tuin mag gaan werken.

Op een open dag in De Woenselse Poort leidt een medewerker de bezoekers rond.

Jan vertelt echter ook over lastige acute kwesties en legt uit dat een aantal zaken hier anders verloopt, want de regelmaat van het leven in de gevangenis wordt in de kliniek niet zonder meer voortgezet. De gevangenis had bijvoorbeeld een centrale keuken, maar nu moet hij zelf voor zijn eten gaan zorgen. Alles moet hij kopen, maar hij heeft maar 11 euro per week te besteden en alleen een pakje zware Van Nelle kost al 7 euro. “Ik zal moeten stoppen met roken,”zegt hij hardop denkend. Zijn huishouden is gebaseerd op een economie van dubbeltjes.

Het eten in de kliniek roept een ander probleem op, want Jan is op zijn afdeling de enige moslim en er wordt niet halal gekookt. De bewoners van de afdeling kunnen gezamenlijk of apart hun eten bereiden, maar ze moeten allemaal van dezelfde keuken gebruikmaken. Jan zou wel zelf willen koken, maar hij wil niet de pannen gebruiken waarmee niet halal gekookt wordt. Er is een alternatief en dat is dat Jan dagelijks een ‘bak’ krijgt met een kant-en-klare maaltijd. Daar kiest hij voor en het bevestigt van meet af aan dat hij een positie buiten de groep inneemt, want het leidt ertoe dat hij niet eet wat anderen hebben klaargemaakt en ook nooit met hen aan tafel zit.

Aanvankelijk is er veel te kiezen; Jan kan uit wel vijftien gerechten zijn keus bepalen, maar na verloop van tijd wordt dat menu kleiner en worden dagelijks vier of vijf verschillende ‘bakken’ aangeboden. Jan is over de kwaliteit niet heel tevreden, want het halalvlees wordt meestal zonder jus aangeboden. Hij protesteert, met als gevolg dat het personeel hem te hulp schiet en af en toe een halalburger voor hem meeneemt.

Zweetvoeten en vliegjes

De kamer die hem wordt toegewezen, is vies en het stinkt er; de vorige bewoner was blijkbaar niet erg proper en had zweetvoeten. Het is een klus om dit goed schoon te krijgen, en er zijn vliegjes. Jan voorziet problemen met de hygiëne, want hij kan zich niet alle schoonmaakmiddelen veroorloven. Ook zijn was moet hij nu zelf doen. Dat is een reden om niet meer te gaan sporten, want hij heeft weinig kleding en zo jaagt hij zichzelf op kosten. Naar aanleiding van een eerdere klaagzang heb ik op internet een spijkerbroek voor hem gekocht. Hij heeft met zijn 2 meter lange lijf natuurlijk geen gangbare maat en kan niet veel van anderen overnemen. Ik hoop maar dat de broek past.

Begin februari 2014 ga ik voor het eerst bij hem op bezoek in deze kliniek. Het is hier voor bezoekers makkelijker en aangenamer dan in het huis van bewaring in Nieuwegein of in de gevangenis van Veenhuizen, waar Jan eerder verbleef. Ook hier vindt controle van de identiteit plaats en er is een detectiepoort. Als buitenstaander kom ik hier dus niet in een aparte ruimte voor het bezoek, maar kan ik in de kliniek naar de afdeling waar Jan verblijft.

Als eerste laat hij mij de gezamenlijke ruimte van de afdeling zien; een soort zitkamer met een tafel, een bank en een televisiescherm. We zwaaien naar personeel dat zich in een aangrenzende ruimte bevindt, lopen door een gang die grenst aan de binnentuin en komen aan bij zijn kamer. Die is vrij ruim, 5 bij 4 meter schat ik. Er loopt een muur min of meer diagonaal door de ruimte en daarachter zit de natte cel. De muur loopt door in een bureautje met boekenplanken. De kamer is inmiddels kraakhelder; het is Jan gelukt de sporen van de vorige bewoner uit te wissen.

Drugs op de afdeling

De positieve houding van eerdere telefoongesprekken heeft plaatsgemaakt voor een meer zure toon. Jan blijkt een van de weinigen te zijn die een dwangopname heeft op strafrechtelijke basis. Hij schetst een beeld van mensen die in en uit lopen en zich van alles kunnen veroorloven. “Krijgen ze het niet hier, dan halen ze het wel buiten.” Jan wil niemand om een gunst vragen, ook mij niet, maar de impliciete boodschap is duidelijk. Hij heeft geen cent te makken en dat maakt het leven lastig, terwijl het de medebewoners aan niets lijkt te ontbreken. Zou hij tussen boeven zitten, dan werd hij vast en zeker gematst, maar de mensen die hij nu om zich heen vindt, voelen dat niet aan en hij wil ze niet om iets vragen.

Tbs-kliniek De Woenselse Poort.

Wat Jan onmiddellijk opvalt in zijn nieuwe omgeving is het drugsgebruik; binnen de muren is van alles te krijgen. Maar wat nog meer in het oog springt is de permissieve houding van het personeel. Hij spreekt daar een groepsleidster op aan. “Ik hoor dat er nogal wat drugs op de afdeling zijn.” Ze beaamt dat. “Nu valt het wel mee, nu zitten ze aan de marihuana. Vorige maand zaten ze aan de coke en dan weer zitten ze aan de heroïne...”

Een deel van de patiënten in de kliniek verblijft er vanwege een rechtelijke machtiging (RM). Zij hebben meer bewegingsvrijheid dan mensen als Jan, die vanwege een vonnis van de strafrechter zit opgesloten. Dat is althans wat Jan opvalt.“Die RM’etjes, die kunnen ze er niet voor pakken. Als die een foute uc (drugstest, red.) hebben, dan kennen ze er weinig mee doen.”De onverwachte aanwezigheid van verdovende middelen is een onmiddellijke verleiding en Jan realiseert zich dat dit zijn toekomst kan bepalen.

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

In de gevangenis moest Jan ‘gewoon’ zijn tijd uitzitten, maar nu het tbs-traject begint, komt behandeling in zicht. Wat dat precies inhoudt, weet hij niet. Hij stelt zich voor dat er over gevoelens moet worden gepraat en dat vindt hij allerminst aantrekkelijk. In de kliniek bestaat de routine om bij het eten de dag te bespreken. Dat ziet Jan niet zitten. “Als er iets is, dan zeg ik het wel.”In een kring met anderen jezelf blootgeven en zwakheden tonen, dat wil hij niet. Hij vermoedt dat juist dit de crux van behandeling is en nu dat dichterbij komt, wordt het een groter obstakel.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.

Misdaad
  • ANP, NL Beeld E.A.