Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Het verhaal van moordvrouw Chai Pin S. alias prostituee 'Pinny'

Uit de editie van 29 juli 2020: Panorama-verslaggeefster Hieke Wienke Jans schreef een boek over moordvrouwen. Dit is het verhaal van Pinny, een prostituee die in de problemen komt als haar minnaar Tonny haar mishandelt en begint af te persen. Ze ziet maar één oplossing: hem laten vermoorden. Een beslissing waar ze al 27 jaar last van heeft.

Moordwijven

Er zijn vrouwen die liever niet zelf moorden. In zulke gevallen schakelen de vrouwen mannen uit de directe omgeving in om hun opdracht uit te laten voeren. De mannen die erop ingaan, hebben verschillende achtergronden. Soms zijn ze de nieuwe vriend van de opdrachtgeefster en doen ze mee vanuit een soort van loyaliteit jegens hun nieuwe vlam. In andere gevallen zien de uitvoerders in het plegen van de moord een manier om wat geld bij te verdienen; het begrip huurmoordenaar is op hen dan letterlijk van toepassing.

Er zijn niet heel veel vrouwen die opdracht geven tot moord. In mijn onderzoek naar door vrouwen gepleegde moorden bleek maar bij een relatief gering aantal zaken sprake te zijn van een vrouwelijke opdrachtgeefster.

Maar ze zijn er wel degelijk. Nog zeldzamer zijn zaken waarbij een vrouw een andere vrouw heeft ingeschakeld om iemand uit de weg te ruimen. Vrouwen die in Nederlandse Moordwijven als opdrachtgeefster de revue passeren zijn: Maria S., Patty van den B., Anthoniek K., Joanna K., Kelly N., Polly W., Toos van V., Ellen G. en Chai Pin S. Over die laatste gaat het volgende verhaal.

Buitenechtelijke relatie

In de eeuwenoude Stoofsteeg vlak bij de Oudezijds Voorburgwal, in het hartje van Amsterdam, deelt Chai Pin S. – ook wel ‘Pinny’, prostituee van beroep – samen met haar collega Karin S. een pandje in de rosse buurt.

Op een steenworp afstand, op de Oudezijds, staat een sportschool die mede gerund wordt door de blonde krullenbol Tonny van Maurik. Pinny ziet de populaire sportschoolhouder wel zitten en ze krijgen in het geheim een jarenlange verhouding. Het is een buitenechtelijke relatie, omdat Pinny al een vaste partner heeft met wie ze samen op een woonboot leeft. En die heet ook Tonny. De zaken gaan al een hele tijd goed voor Pinny. Maar met haar liefde voor Tonny van de sportschool gaat het bergaf. Hij zou haar mishandelen, op haar spaarcentjes uit zijn en haar mogelijk zelfs afpersen. Pinny besluit dat het wel mooi is geweest. In de winter van 1993 zou ze bij collega Karin hebben geïnformeerd of zij niet iemand weet, die Tonny tegen betaling wil ombrengen.

Karin heeft een stamkroeg in Utrecht, waar de boomlange Geurt, een voormalige lijfwacht van Klaas Bruinsma, en zijn vriend Rick meestal te vinden zijn. Rick, getrouwd, heeft geen hoge pet op van Karin met wie hij weleens vreemdgaat. Hij vindt haar maar een dom mokkeltje dat continu stijf staat van de coke en alcohol.

Als Karin het illustere duo vraagt of zij voor 50.000 gulden Tonny wil doodschieten, zijn de mannen niet erg geïnteresseerd. Ze vinden de prijs sowieso veel te laag en ze nemen haar amper serieus. Ze zegt wel vaker wat. “Ik denk dat als het gemeend was (om Tonny dood te schieten, red.) dan ga je niet zo’n figuur sturen,” aldus Rick. Maar voor een tonnetje willen ze nog wel een beetje hun best doen. Hoe dan ook, de prijs van 100.000 vindt Pinny te hoog en ze zoekt het dichter bij huis. Ze schakelt een jongen in die Moppie wordt genoemd.

Ze doet geregeld zijn was. Deze keuze zal haar duur komen te staan. Pinny kent Moppie al een hele tijd. Hij is kind aan huis.

Samen met haar vaste partner Tonny heeft ze twee zoons die bevriend zijn met Moppie, die eigenlijk Mohamed R. heet. Hij logeert een tijdje in het tuinhuisje bij de woonboot.

Moppie, die in het criminele circuit meedraait, heeft een maatje, Jesse Remmers. Die wordt ook weleens op de woonboot gesignaleerd. Samen voeren ze opdrachten uit voor drugshandelaar Henk Orlando Rommy, ook wel de Zwarte Cobra genoemd. Pinny heeft Henk Orlando Rommy weer leren kennen via Moppie, toen hij haar een keer vroeg zijn (schone) was langs te brengen. Jesse heeft een neef die Nan Paul de B. heet. En dan is er nog ene Freek, de enige van het stel met een heus baantje, die ook relaties heeft met het duo Moppie en Jesse. Door Moppie de moordopdracht te geven, belandt Pinny als enige vrouw tussen hardcore criminelen. Jongens die veel later voor meerdere moorden worden veroordeeld in het langste en grootste liquidatieproces in de Nederlandse geschiedenis tot nu toe: het Passage-proces (2009 tot en met 2017).

Huurmoordenaar Jesse R.

Taxi-chauffeur onder hypnose

Moppie is akkoord met de opdracht en gaat Tonny van de sportschool wekenlang observeren om de moordaanslag voor te bereiden. Op zondag 18 april 1993 zal die dan eindelijk plaats moeten vinden, in Breukelen. Maar om één of andere reden zet Moppie niet door. De volgende middag belt Pinny vanuit het huis van haar ouders met Tonny om om 21.30 uur af te spreken voor het Altea Hotel – het huidige Mercure Hotel – aan de Joan Muyskenweg in Amsterdam. Dit gesprek zal later door haar ouders en haar zus, die Tonny ook nog even aan de lijn heeft gehad, worden bevestigd.

Ook zou Pinny diezelfde middag vanuit het huis van haar ouders zeker vijf minuten gebeld hebben met Moppie. Die heeft daar later een geheel andere verklaring voor. Het was niet Pinny die hem belde, maar haar zus omdat ze de was voor hem deed… Tonny zit om 21.30 uur in zijn auto op Pinny te wachten, maar wie er ook op komt dagen: geen Pinny. In plaats daarvan wordt Tonny van Maurik tien minuten later van zeer dichtbij neergeschoten door twee mannen, onder toeziend oog van twee getuigen: een taxichauffeur en een hotelmedewerker.

De taxichauffeur zal later onder hypnose de recherche helpen aan twee compositietekeningen.

Hierop zijn Jesse R. en zijn neef Nan Paul B. goed te herkennen. Moppie en Freek, die als chauffeur dienst doet, hebben op afstand toegekeken. Als de politie bij de plaats delict verschijnt, treft ze een man aan die voorovergebogen in de bestuurdersstoel van zijn Ford Escort hangt. Hij zit onder het bloed en leeft nog wel, maar niet voor lang. Om 23.40 uur overlijdt Tonny in het VU-zieken-huis aan zijn verwondingen.

De volgende ochtend op de woonboot hoort Pinny van haar man Tonny dat haar ex-minnaar Tonny dood is. Hij is die ochtend gebeld.

De vraag is: wie heeft Tonny gebeld? Het OM vermoedt dat het Moppie geweest moet zijn. Tonny ontkent dit, maar maakt het niet duidelijker: hij zegt verder vrijwel niets. Pas na lang aandringen, tijdens het hoger beroep in 2014, vertelt hij dat het Joop K. was. Die zou hem hebben gezegd: “Ton, je mot de krant effe uit de brievenbus pakken, want Tonny is doodgeschoten bij het Altea Hotel.”

Achteraf is te begrijpen waarom Tonny zo lang gezwegen heeft; hij wilde zijn vriend Joop, met wie hij samen in een hardloopclubje zat, beschermen.

Op 26 juli 1993 worden Moppie en Jesse opgepakt. Het duo wordt uiteindelijk verdacht van betrokkenheid bij in totaal drie liquidaties die in 1993 gepleegd zijn.

De uitspraak in het Passageproces in 2017: Pinny krijgt 13,5 jaar cel.

Ruim twee weken voor de moord op Tonny ontdekt de politie bij een recreatieplas in Ouderkerk aan de Amstel de lichamen van twee Joegoslaven. En na de aanslag op Tonny is er in mei een dubbele moord in Antwerpen. Jesse en Moppie worden ervan verdacht ook deze moorden (mede) uitgevoerd te hebben.

De moorden in Antwerpen zouden in opdracht zijn gepleegd van de Zwarte Cobra. De recherche kan geen van die moordzaken uit 1993 rondkrijgen. Moppie, Jesse, Freek S. en Nan Paul de B. komen op vrije voeten. De recherche lijkt de zaak van Pinny en Tonny van de sportschool te laten rusten. Omdat er te weinig hard bewijs is voor Pinny’s betrokkenheid bij de moord op haar ex-minnaar, komt ze na een paar maanden vastgezeten te hebben in 1993 vrij.

Een paar jaar later komt Jesse R. na een schietpartij met de politie vast te zitten in de (toenmalige) gevangenis aan het Wolvenplein in het centrum van Utrecht. Daar leert hij een zekere Peter la S. kennen. De twee worden partners in crime, maar La S. brengt ook de oude onderzoeken uit 1993 weer in beweging, en ook voor Pinny S. begint er een nieuw bedrijf.

De deal met het OM

De tweede fase begint in 2006, als Peter la S. het als kroongetuige, in ruil voor informatie, op een deal gooit met het OM. Hij helpt als het ware justitie om een vijftal liquidatiezaken en twee pogingen daartoe tussen 1993 en 2006 op te lossen. La S. rekt het toch al lange proces nog eens extra op door jarenlang te bakkeleien met justitie over een getuigenbeschermingsprogramma waar hij later weer (bijna) van afziet. Hij incasseert een aardig startkapitaal voor een eigen onderneming en een lage strafeis van justitie. Voor wat hoort wat. Onder de naam ‘Opa’ wordt de liquidatie van Tonny samen met de andere twee zaken uit 1993, die een onderdeel vormen van het Passage-proces, heropend. En opnieuw komt Pinny in beeld als Peter la S. kluisverklaringen aflegt. In de bak heeft Peter van Jesse gehoord dat die persoonlijk betrokken was bij de moord op Tonny.

PINNY: ‘MAARTEN ’T HART HEEFT ME AANGERADEN EEN BOEK TE SCHRIJVEN OVER MIJN LEVEN, MAAR IK WIL NIET DAT MIJN KINDEREN EN KLEINKINDEREN HET ALLEMAAL LEZEN’

Het gevolg is dat Pinny deze keer tussen september 2008 en juni 2011 in voorlopige hechtenis zit. Als ze later buiten de muren van de gevangenis haar strafzaak afwacht, krijgt ze een autoongeluk (in 2012) waaraan ze geheugenproblemen overhoudt. Pinny, die in de rechtszaal sowieso nauwelijks praat, beroept zich op haar zwijgrecht omdat ze bang is niet adequaat te kunnen reageren op vragen van de rechtbank. In haar toestand is dit wellicht een verstandige keuze, maar daardoor krijgt de rechtbank nauwelijks hoogte van deze vrouw, die tot dusver een blanco strafblad heeft en – in tegenstelling tot de andere verdachten – geen criminele carrière ambieert.

Op basis van verklaringen van onder andere Karin S., Harry W. en Peter la S., alsmede de telefonische contacten tussen Pinny en Moppie en ander telefoonverkeer tussen alle betrokkenen in april 1993, komt de rechtbank tot de slotsom dat Pinny de opdrachtgeefster was voor de moord. Op 29 januari 2013 wordt ze door de rechtbank tot twaalf jaar veroordeeld en zo verdwijnt Pinny voor de derde keer in de cel.

In het slotpleidooi dat Pinny’s advocaat Stijn Franken tijdens het hoger beroep op 20 april 2017 houdt, is merkbaar dat hij het gevoel heeft tijdens de verdediging als een Don Quichot tegen windmolens te moeten vechten. Allereerst is het hem niet gelukt om de strafzaak tegen zijn cliënte, die slechts een klein percentage van alle Passage-dossiers uitmaakt, apart van haar medeverdachten te laten behandelen. Het gerechtshof heeft dat verzoek afgewezen, waardoor Pinny’s zaak wellicht in het grote geheel ondergesneeuwd raakt. Volgens Franken zongen er na de moord op Tonny allerlei geruchten en halve waarheden rond, die uiteindelijk tot haar veroordeling hebben geleid. De mogelijkheid dat er sprake zou kunnen zijn van een andere opdrachtgever dan Pinny is nooit serieus meegenomen in het onderzoek. En dat terwijl er verklaringen zijn van getuigen die naar een ander wijzen. Ook kroongetuige La S. heeft nooit uitgesproken dat Pinny de opdracht gaf, zo valt te lezen in Frankens 74 pagina’s tellende slotpleidooi.

Ook de manier waarop zij door het rechercheteam wordt afgeschilderd als een slecht mens, helpt niet mee in de beeldvorming over Pinny. En om die reden wil de advocaat in het bijzonder aandacht besteden aan haar persoonlijke omstandigheden. “Door deze strafzaak en de lange duur ervan, kampt zij met psychische problemen, maar erger nog mist ze haar kinderen en kleinkinderen. Daarbij gruwelt ze bij het idee dat zij opnieuw in een penitentiaire inrichting gestopt wordt, waar het vies is en geluiden haar angst aanjagen.” Franken eindigt met de zin: “Daarom vertrouw ik erop dat uw gerechtshof Pinny S. zal vrijspreken.”

Het mag allemaal niet baten. S. wordt op 29 juni 2017 veroordeeld voor uitlokking van moord en krijgt 13,5 jaar celstraf. Moppie’s vuile was zal levenslang op een grote stapel belanden in de gevangenis en ook Jesse heeft levenslang. Nan-Paul de B. krijgt 13,5 jaar en Freek S. wordt vrijgesproken.

Telefoongesprek met Pinny

De vrouw die in de schaduw stond en onzichtbaar leek tijdens het acht jaar durende proces, werd wel gezien door iemand uit onverwachte hoek, zo bleek uit een telefoongesprek dat ik met haar had. Met een zachte, vriendelijke en opgewekte stem praatte ze honderduit over schrijver Maarten ’t Hart, die haar ooit opzocht in de gevangenis. Ze was ook eens bij hem thuis geweest. “Het is zo’n lieve man,” zei ze een paar keer.

“Hij heeft me aangeraden een boek te schrijven over mijn leven.” Bij mijn vraag of ze dat gaat doen, aarzelde ze even.

“Ik wil niet dat mijn kinderen en kleinkinderen het allemaal lezen,” zei ze enigszins beschaamd.

Toen ik wilde weten hoe haar leven in de gevangenis is, zei ze:

“Ik houd me een beetje afzijdig.

Ik ga mijn eigen gang. Maar ik bof, want ik word goed verzorgd door mijn familie. En dat heeft niet iedereen. Er zijn hier vrouwen die met niets binnenkomen. Niet eens een tandenborstel. Ik geef ze dan wel wat van mijn spullen, want ik heb genoeg.

Maar, ze (het gevangenispersoneel, HJ) hebben me gezegd dat ik ermee moet stoppen.”

Pinny S. is in december 2019 67 jaar geworden en kijkt vooruit. Pinny verheugt zich erop dat ze eind 2021 met haar familie herenigd zal worden.

Moordwijven

Het verhaal van Pinny is een fragment uit het boek Nederlandse Moordwijven van Panoramaverslaggeefster Hieke Wienke Jans. Ze besteedt daarin speciale aandacht aan vrouwen die niet zelf de moord hebben uitgevoerd. Met andere woorden: ze wilden hun handen er niet aan vuil maken. Deze vrouwen hebben allemaal opdracht gegeven iemand te vermoorden. Ze gaan daarbij met voorbedachten rade, planmatig en berekenend te werk met slechts één doel: het ombrengen van een ander die hen in de weg zit.

De vraag is dan: waarom besluiten sommige vrouwen hulptroepen in te schakelen? Het maakt hen tenslotte ook kwetsbaarder; de handlanger is ook getuige en heeft kennis van een beraamd moordcomplot.

Meestal spelen zulke verhalen zich af in de relationele sfeer. De vrouwen willen om verschillende redenen van hun (ex-)partner of minnaar af omdat ze een nieuwe geliefde hebben gevonden en hun partner een sta-in-de-weg is geworden. Moeizaam verlopende (vecht)scheidingen, een gewelddadige partner of kinderen onttrekken aan het voogdijschap van de ongewenste partner, zijn voor hen aanleidingen om naar zulke moordscenario’s te grijpen.

Natuurlijk kan het ook ‘gewoon’ plat om geld gaan, willen ze niet meer financieel afhankelijk zijn van de partner of speelt wraak een rol.

Een praktische reden waarom vrouwen handlangers inschakelen om hun vuile werk op te knappen, kan te maken hebben met hun fysieke beperktheid vergeleken bij die van hun mannelijke slachtoffer.

De kans dat je als vrouw je (ex-)partner lichamelijk de baas bent, is klein. Aangezien in Nederland vuurwapenbezit verboden is, is de zoektocht naar een deugdelijk pistool of een ander vuurwapen niet altijd eenvoudig. En als je er eentje te pakken hebt gekregen, moet je ook nog kunnen schieten. Messen en andere steekwapens inzetten om van heel dichtbij het slachtoffer dood te maken, is ook een risicofactor en dus weinig aantrekkelijk. Om die reden was en is gif onder vrouwen door de tijd heen een geliefd en beproefd middel geweest om een (ex-) partner uit de weg te ruimen. Voor gifmoord heb je meestal niet een heel team nodig.

Het boek Nederlandse Moordwijven kost 20 euro en is te krijgen via Bruna, Ako, Atheneum boekhandel en online via BOL.com.

Misdaad
  • Hieke Wienke Jans
  • ANP