“Zit u mij te tekenen?” vraagt Hafid* (25) aan de tekenares.
“Voor Panorama,” zegt ze.
“Panorama! Die lees ik altijd in de gevangenis!”
Hafid zit niet voor het eerst tegenover een rechter. Er zijn politieagenten die hij vaker spreekt dan zijn eigen familie. Volgens hem gaat er geen week voorbij of hij wordt wel ergens staande gehouden, naar zijn ID gevraagd en gefouilleerd. Knettergek wordt hij ervan. En dat terwijl hij nou juist zijn leven drastisch gebeterd heeft. Hij is tegenwoordig een keurige huisvader.
“Hoeveel kinderen heeft u?” vraagt de rechter.
“Twee,” zegt Hafid. “Eentje van een maand en eentje van tien maanden.”
In het hoofd van de rechter slaat een calculator op hol.
“Dat kan niet,” concludeert hij. “Of heeft u die kinderen van verschillende vrouwen?” “Gewoon bij dezelfde vrouw. Kwestie van kort houden,” lacht Hafid.
Het was kwart voor vijf ’s nachts en huisvader Hafid zat met drie vrienden ‘gewoon lekker te chillen’ in een geparkeerde auto, toen de politie ineens op het raampje tikte en zijn ID-bewijs wilde zien.
“Waarom?” vroeg Hafid.
Met brutaliteit had dat niets te maken. Sterker nog, hij volgde keurig het advies van zijn advocaat op. De politie heeft weliswaar het recht om iemands IDbewijs te vorderen, maar daar moet wel een reden voor zijn. Of, zoals de wet het formuleert: het moet noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het politie-ambt. Als burger heb je dus het recht te weten waarom, maar een bevredigend antwoord kreeg Hafid niet op die vraag. In plaats daarvan werd de sfeer al snel onvriendelijk en kreeg hij een prent van 110 euro wegens belediging. Zijn bijdehante commentaar maakte de sfeer er niet beter op.
Wiet en lachgas
“Hoe ga ik dat betalen? Nu moet ik wéér gaan inbreken bij een keurig Hollands gezin. Ze zullen u dankbaar zijn.”
Omdat een van de agenten een wietlucht rook en er her en der wat lachgaspatronen in de auto rondslingerden, gebood de politie alle inzittenden uit te stappen. Ook dat ging bij Hafid niet vanzelf. Volgens hem had hij met zijn lange benen de grootst mogelijke moeite om uit de krappe Polo te klimmen, maar volgens de agenten leek het er sterk op dat hij probeerde hun onderzoek te belemmeren. Eenmaal uit de auto zou Hafid ook nog een agent aan zijn kleding hebben getrokken.
Maar dat alles doet er volgens zijn advocaat niet doe.
“Ik neem de woorden niet graag in mijn mond,” zegt hij, “want het is nogal een beschuldiging, maar dit neigt wat mij betreft naar etnisch profileren. Of toch op z’n minst naar misbruik van politiebevoegdheden.”
Om die reden vindt zijn advocaat dat alle bewijs tegen zijn cliënt onrechtmatig verkregen is en de hele tenlastelegging van tafel moet, maar de rechter denkt daar anders over. Vier jonge gasten om kwart voor vijf ’s nachts in een geparkeerde auto midden in een woonwijk, een wietlucht, een verzameling lachgaspatronen... Volgens de rechter stonden de agenten volledig in hun recht toen ze Hafids ID-bewijs vorderden. En over het belemmeren van het politieonderzoek heeft hij zo mogelijk nog minder twijfel. Uitspraak: 150 euro boete, geheel voorwaardelijk.
* Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban