Izmir, 16 november 2021. Rond vier uur ’s nachts loopt Kemal Korukmaz (40) het bedrijfsterrein van Birlik Beton op. Hij loopt langs de stapels met stoeptegels en dakpannen, met in zijn handen een jerrycan met 5 liter benzine. Kemal kent het terrein goed, hij heeft er een tijdje gewerkt. De man stopt bij een schuurtje.
Het is de slaapplek van drie illegale arbeiders uit Syrië: Mamoun (23), Ahmed (21) en de pas 17-jarige Muhammed. Bij de deuropening giet Kemal rustig de brandstof over de grond en steekt een lap stof aan. Enkele ogenblikken later volgen de ijselijke noodkreten. De jonge Syriërs zitten als ratten in de val.
Kemal spurt naar de nabijgelegen moskee. Op de toiletten trekt hij de kleding aan die hij vooraf heeft achtergelaten. Daarna wandelt hij rustig richting de zwarte rookpluimen. De brandweer is al ter plaatse. Op het bedrijfsterrein spreekt Kemal de zoon van de eigenaar aan en vraagt verontwaardigd: “Wat is hier gebeurd?”
De nooddiensten weten de drie Syriërs uit de smeulende resten te bevrijden. Maar hun leven hangt aan een zijden draadje, ze zijn van top tot teen verbrand. De behandeling op de intensive care mag niet baten. Binnen een week zijn Mamoun, Ahmed en Muhammed dood.
De politie van Izmir krijgt de dader bijna op een presenteerblaadje aangeboden. Kemal en zijn auto staan op bewakingsbeelden. De baas van de betonfabriek herkent Kemal en heeft gelijk al ‘vermoedens’ dat hij de brandstichter is. De avond voor de brand heeft Kemal tegen een werknemer van Birlik Beton geroepen dat ‘die plek in de fik gaat’ en dat ‘die Syriërs gaan sterven’. Hiervan is aangifte gedaan. Bovendien is de overmoedige dader na de brand zeker drie keer op het politiebureau geweest om te klagen over de eigenaar van de betonfabriek. Ook blijkt hij op de intensive care ongegeneerd foto’s te hebben gemaakt van de slachtoffers.
Kemal giet de benzine over de grond en steekt een lap stof aan. Enkele ogenblikken later volgen de ijselijke noodkreten. De jonge Syriërs zitten als ratten in de val
Waarom pakken ze hem niet op? Dat komt waarschijnlijk door het verbijsterende rapport van de brandweer van Izmir. Die concludeert namelijk dat de brand is ontstaan door kortsluiting in een ‘elektrisch oventje dat nog in het stopcontact zat’. Om de zaak nog verdachter te maken, waarschuwt de politie nabestaanden om te zwijgen over de zaak ‘in belang van het onderzoek’.
Uiteindelijk zal de waarheid op een vreselijke manier toch boven water komen.
Klappen met gasfles
Kemal leeft van de hand in de tand. Om rond te komen verleent hij hand- en spandiensten aan mensen als het echtpaar Atasoy. Hij (77) is een gepensioneerd leraar. Zij (72) is een voormalig bestuurslid van een wetenschappelijk instituut. Dertien dagen na de brand belt Kemal bij ze aan voor een gunst. Wanneer ze hem moeten teleurstellen, slaan de stoppen door. Hij geeft de man des huizes een paar rake klappen met een zwaar voorwerp, waarschijnlijk een gasfles. Wanneer zijn echtgenote te hulp schiet, steekt Kemal haar vijf keer met een mes. De dader maakt zich uit de voeten met alles wat hij pakken kan: sieraden, telefoons, creditcards en een buideltje met verschillende valuta, waaronder 800 euro.
Gelukkig herstellen de echtelieden uiteindelijk van hun verwondingen. Kemal loopt tegen de lamp wanneer een vriend hem in bebloede kleding ziet. Deze keer is de politie er als de kippen bij. Tijdens zijn verhoor bekent Kemal behalve de beroving ook spontaan de brandstichting. “Ik wilde ze alleen laten schrikken en terugjagen naar hun eigen land.”
Bij zijn ondervraging maakt Kemal een verwarde indruk. Hij vertelt over ‘missies’ die hij tijdens zijn dienstplicht heeft uitgevoerd voor de Turkse geheime dienst. “Daar kan ik verder niks over zeggen, staatsgeheim.”
Kemal beweert dat hij is aangespoord door geheimzinnige briefjes die hij in zijn auto aantrof. Met cryptische boodschappen als: “Rond je taak af.” Het derde en laatste briefje zegt: “Begin met de schoonmaak.” In het hoofd van Kemal kan dat maar één ding betekenen: zuiver Turkije van alle Syriërs.
Kemals advocaat stuurt uiteraard aan op ontoerekeningsvatbaarheid. Maar onafhankelijk psychiatrisch onderzoek toont aan dat Kemal verantwoordelijk gehouden kan worden en de aanslag weloverwogen heeft uitgevoerd.
Geen hate crime
Na de nodige vertraging is het op 21 maart eindelijk tijd voor het vonnis. De publieke tribune van de rechtbank in Izmir is gevuld met nabestaanden, journalisten en vertegenwoordigers van vluchtelingenorganisaties. Er ontstaat wat commotie wanneer een familielid van een slachtoffer Kemal te lijf gaat. De ordehandhavers weten hem op tijd tegen te houden. Na een korte onderbreking velt de rechter zijn vonnis. De rechtbank acht een hate crime niet bewezen. Het is een teleurstelling voor de belangengroepen. Maar voor de uitspraak maakt het weinig verschil. De rechter oordeelt namelijk dat Kemal schuldig is aan de dodelijke brandstichting en legt, conform de eis, driemaal levenslang op. Plus anderhalf jaar voor de aangerichte materiële schade.
Ondertussen loopt de zaak van de beroving van het echtpaar Atasoy op z’n einde. De eis is 33 jaar. Echte haast is niet geboden. Kemal moet minstens veertig jaar brommen voordat hij in aanmerking komt voor vervroegde vrijlating.
Moord in Turkije
In 2022 zijn er 2279 moorden geregistreerd in Turkije. Omgerekend naar het aantal inwoners ligt het moordcijfer daarmee ietsje hoger dan in Canada. Turkse steden en grensstreken rapporteren de laatste tijd een verontrustende stijging van het aantal geweldsdelicten waarbij immigranten betrokken zijn, zowel als slachtoffer als dader. Enkele recente voorbeelden uit de media: ‘Turkse jongeren doden Syrische vluchteling met vijftien messteken.’ ‘Groenteboer steekt 16-jarige Syrische werknemer dood bij arbeidsconflict.’ ‘Turkse grenswachten martelen twee Syrische asielzoekers dood.’
Ook bij de Turkse stembusgang in 2023 draait het om één ding: immigratie. Niet zo vreemd misschien in een land met 4 miljoen vluchtelingen. Oppositieleider Kemal Kılıçdaroğlu is duidelijk: “Zodra ik aan de macht kom, stuur ik alle vluchtelingen naar huis. Punt uit.” Met dit standpunt haalt hij 47,8 procent van de stemmen bij de presidentsverkiezingen, net te weinig om Recep Erdoğan uit het zadel te wippen.