Marco van Basten: god in Milaan, Wereldvoetballer van het Jaar, voor altijd onsterfelijk door die onmogelijke bal over Rinat Dasajev en die halve slidinggoal tegen de Duitsers, maar óók een man met een mening. Niet alleen aan tafel van voetbaltalkshows, maar ook bij wereldvoetbalbond FIFA, waar hij tussen 2016 en 2018 – en nu komt er een gedrocht van een titel - Chief Officer for Technical Development was. Ofwel: iemand die het voetbal met nieuwe ontwikkelingen aantrekkelijker moet maken voor zowel spelers als publiek. Dat er precies in die tijd de VAR in het leven werd geroepen, daar hebben we het maar niet over.
Van Basten: ‘Met niets anders dan een zak chips en een paar vrienden kun je rijker zijn dan in een luxe villa met zwembad’
Omdat hij zich nog steeds geroepen voelt om zijn zegje te doen over de spelregels, en welke er vooral mis zijn, schreef hij onlangs een brandbrief naar diezelfde FIFA. De letters werden zo furieus op het papier gestampt dat ze nog net geen vlam vatten, maar daar had hij dan ook alle reden toe, vond hij. Hij had zich namelijk doodgeërgerd – wie niet? - aan de Europa League-finale tussen Sevilla en AS Roma (gewonnen door Sevilla na strafschoppen), en dan met name aan het onophoudelijk belagen van de scheidrechter door vooral de Italianen. Dat moest maar eens afgelopen zijn, vond Van Basten en stelde prompt een nieuwe spelregel voor: alleen de aanvoerder praat voortaan met de scheidsrechter, andere spelers krijgen meteen een gele kaart als ze ook maar in de buurt van de scheids komen om verhaal te halen. Reactie van de FIFA: “We staan altijd open voor suggesties.” Zijn reactie daar weer op:
“Dat geeft aan dat ze er niks mee doen.” Tegendraads, zo kennen wij hem natuurlijk al jaren. In 1991 interviewden Hugo Borst en Leo Verheul hem (met medewerking van de enige echte Emile Schelvis) wat eigenlijk best bijzonder was gezien zijn aversie tegen de pers.
Marco: “Ik vraag me de zin van interviews weleens af. Er wordt door een groot deel van de pers zo ongelooflijk veel onzin uitgekraamd dat je je afvraagt waar ze het allemaal vandaan halen.” Zoals het gerucht in die tijd dat Ruud Gullit, Frank Rijkaard en hij – de Gouden Drie van Milaan - cocaïne zouden gebruiken: “We gaan weleens naar de iT of Roxy (voormalige discotheken in Amsterdam, red.). Daar wordt nogal gebruikt, maar dat moeten die mensen zelf weten. Als wij op een leuke avond uit onze bol gaan, krijgen sommige mensen het idee: die jongens zullen ook wel gebruikt hebben.” Terwijl hij eigenlijk een doodnormale jongen in Milaan was gebleven, vond hijzelf: “Met niets anders dan een zak chips en het gezelschap van een paar vrienden kun je een gouden avond hebben. Op zo’n moment ben je rijker dan in een luxe villa met zwembad, stereo, drank et cetera.”
Vraag is alleen: wélke chips? Als we ooit nog eens de kans krijgen om hem te spreken, is dat de eerste vraag die we hem stellen.