Jochem Davidse
En, heb je het een beetje volgehouden, zo’n hele week Fox Sports zonder Marco von Basten? Er is al veel over gezegd en geschreven – met name dat we het niet groter moeten maken dan het is en vooral dat er zo langzamerhand meer dan genoeg over gezegd en geschreven is – maar ik wilde het er toch nog even over hebben. Gewoon omdat het zo absurd was. Zo totaal misplaatst. En omdat, toeval of niet, uitgerekend vorige week zijn biografie BASTA verscheen. Die biografie, waaraan Van Basten zijn volledige medewerking verleende, werd maanden geleden al door de uitgeverij aangekondigd. Destijds nam ik het voor kennisgeving aan, maar afgelopen week had ik heel andere associaties bij dat persbericht.
Het bericht werd ingeleid met een paar ronkende woorden van Van Basten himself: ‘Ik voel dat dit een goed moment is om mijn verhaal te vertellen. Mijn waarheid. Het verhaal dat ik nog nooit verteld heb. Ik zal ook niemand sparen. Mezelf zeker niet. De tijd is rijp.’
Verderop volgde nog deze zin: ‘BASTA bevat niet alleen nooit eerder vertelde (gevoelige) verhalen en anekdotes, maar ook zeer uniek fotomateriaal.’
Ik kon er niets aan doen: waar ik weken geleden nog mijn schouders had opgehaald over de aankondiging van de zoveelste voetbalbiografie, had ik nu ineens glasheldere beelden in mijn hoofd van een stralende Van Basten op zijn zolderkamer, trots poserend met zijn uitgebreide privécollectie nazi-uniformen. Gevolgd door een (gevoelig) verhaal over zijn heimelijke bestaan als columnist van het clubblad van Pegida.
Er was een tijd dat ik bij het horen van de naam Van Basten terugdacht aan de lekkerste goal ooit (die in 1988 tegen West-Duitsland) en aan de mooiste goal ooit (de omhaal tegen Den Bosch). Van de heilige drie-eenheid – Van Basten, Gullit en Rijkaard – was Marco van Basten de heiligste, maar nu niet meer. Hij wankelde de afgelopen jaren al vaker, maar wat mij betreft lazerde hij vorige week definitief van zijn voetstuk. Je kunt zo’n incident afdoen als een melige impuls, maar het is meer dan dat. Het zegt iets over iemand. Als ‘Sieg Heil’ het eerste is dat in je opkomt wanneer je iemand Duits hoort praten, dan ben je toch gewoon niet goed bij je hoofd?
Micha Jacobs
Ik zat toevallig in Berlijn toen dat bommetje barstte: nu komt het allemaal wel heel dichtbij, hè? Het had zomaar de running gag van het drinkweekend kunnen worden. Bij elk biertje: Sieg Heil! Bij elke Bratwurst: Sieg Heil! Bij elk stukje Muur: Sieg Heil! Maar dat deden we natuurlijk niet. Wij zijn wel goed bij ons hoofd, zelfs na 23 bier.
Net voordat ik wilde vragen of we er alsjeblieft over kunnen ophouden, probeerde Van Basten zelf de angel uit de hele discussie te halen aan tafel bij De Wereld Draait Door. Je raadt het al: dat mislukte faliekant. Het floepte eruit, antwoordde hij op de vraag van Wilfried de Jong of hij die twee woorden al langer in zijn hoofd had. Een wezenlijke vraag, vond ik, om voor eens en voor altijd de schijn van rechts-extremisme bij Van Basten weg te nemen. Want natuurlijk heeft hij geen nazisympathieën, dat weet ik ook wel. En zijn vrouw ook niet, want zij gaf hem behoorlijk op zijn flikker toen hij na Ajax-Heracles thuiskwam. Ze vond hem een beetje dom, zei Van Basten, wat mij het understatement van het jaar lijkt. Al was zijn uitleg bij zijn bizarre gedachtegang zowaar nog dommer: “Winnen is heilig, maar probeer dat maar eens te vertalen.” Ik zal hem niet pakken op het feit dat zijn Duits niet al te best is, maar dat je de woorden Sieg en Heil koppelt aan ‘winnen’ en ‘heilig’ en daarbij volledig voorbijgaat aan de historische context, dat vind ik... tja, hoe zal ik het eens noemen: debiel, achterlijk en ronduit idioot.
Opeens stond de beerput wagenwijd open. Er kwamen allerlei verhalen over hem los, bijvoorbeeld dat hij in Milaan zijn tas liet dragen door zijn vrouw, omdat, zo zou hij hebben gezegd ‘zij geen wedstrijd had gespeeld’. Of de anekdote dat hij na één wedstrijd als trainer van Heerenveen al de handdoek in de ring wilde gooien, maar omdat de directeur aan wie hij zijn ontslag wilde aanbieden niet aanwezig was tóch de training afmaakte, het eigenlijk wel prima vond en vervolgens nog twee jaar op de bank zat. De man zegt en doet gekke dingen, maar ik weiger om zo over hem te denken. Zo’n uitspraak zijn we volgend jaar alweer vergeten, dat doelpunt in de EK-finale niet.