Zijn de zes geschorste agenten echt racisten?
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: ophef over een video.
Onder de veelheid aan psychische aandoeningen bestaat ook zoiets als het Paris syndrome. Zoek het maar op. Het is een gesteldheid waaraan met name Japanse toeristen ten prooi vallen als ze Parijs bezoeken.
Het heeft te maken met de enorme teleurstelling die hun wacht zodra ze de stad van de liefde binnenrijden. Het valt allemaal nogal tegen. Parijs blijkt in niets te lijken op wat hun jarenlang in films en gelikte reisadvertenties is voorgeschoteld. Die desillusie begint al wanneer de bus vanaf het vliegveld de buitenwijken doorkruist. Echt fraai is het allemaal niet. Het begint allemaal pas een beetje op het Parijs uit de film te lijken zodra de Notre-Dame in zicht komt. En zelfs dan overheerst het gevoel van: is dit alles?
Of de zes agenten die vorige week na een omstreden privébezoek aan Parijs werden geschorst ook lijden aan dat syndroom durf ik niet te zeggen. Maar het is wel duidelijk dat ze niet blij waren met hetgeen ze vanuit de auto waarnamen. Als boertjes die voor het eerst in de grote stad waren, verbaasden ze zich enorm over het grote aantal Parijzenaars van niet-westerse afkomst die het straatbeeld bepalen.
Bij de politie hangt soms dat onmiskenbare mannen-onder-elkaar- sfeertje dat je ook aan treft in de voetbalkantine
Omdat iemand besloot het tafereel te filmen, weten we nu dat het leidde tot zeer onhandige en schijtlollige uitspraken, zoals ‘hé, een Marokkaanse markt’, ‘er staat er eentje met een bomgordel’, ‘wil je meer of minder?’ en ‘ik zie maar één blanke’. Dat deze dingen zijn geroepen, is op zich niet zo bijzonder, dat gebeurt overal en op elke werkvloer. Het verschil zit ’m erin dat het is gefilmd. Pas dan komt er gedonder van.
Deze zes dienders hebben hun collega’s bepaald geen dienst bewezen. Want hoewel het onderzoek nog loopt, hebben de woorden ‘walgelijk’, ‘onacceptabel’ en ‘verwerpelijk’ hun weg naar de media al gevonden. De messen zijn geslepen en je kunt erop wachten dat een niet nader te noemen politica de ophef zal aangrijpen om te stellen dat de Nederlandse politie racistisch is. Zelf waag ik dat te betwijfelen. Ik durf zelfs te stellen dat de zes geschorste agenten waarschijnlijk helemaal niet racistisch zijn en dat ze bij een een-op-eengesprek met heel andere denkbeelden voor de dag komen. De mannen hebben gewoon de ‘pech’ gehad dat het geblaat tijdens hun baldadige uitje is uitgelekt. Hoewel ik zelf niet heel lang bij de politie heb gewerkt, ken ik de organisatie goed genoeg om te weten hoe het eraan toe kan gaan. Er hangt soms dat onmiskenbare mannen-onder-elkaar-sfeertje dat je ook aantreft in de voetbalkantine. Met echter één groot verschil: veel politiemensen zijn door alles wat ze meemaken hun onbevangenheid verloren en het vertrouwen in het goede van de mens kwijtgeraakt. Soms krijgen ze in één week meer voor hun kiezen dan een ‘normaal’ mens in zijn hele leven. Om het allemaal een beetje overzichtelijk te houden, gaat de diender steeds meer in stereotypen denken. En dat leidt weer tot foute grappen en het gemakzuchtige etiketten plakken. Niet goed, dat hokjes denken, maar ook niet onbegrijpelijk. En eerlijk is eerlijk: vaak kloppen die stereotyperingen nog ook.
Voor het geschorste groepje ziet het er intussen niet goed uit. Ze hebben de tijd bepaald niet mee. De politieleiding maakt snel en graag korte metten met dergelijk gedrag en ook vanuit de samenleving valt weinig genade te verwachten.
Hoe de mannen hun uitspraken hebben bedoeld, hoe ze verder functioneren en of er sprake is van spijt doet er niet meer toe. Het is ook maar de vraag of iemand daarin geïnteresseerd is.
- Screenshot