Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Koppenkoning Henk Evenblij (78): 'Ik heb een triest leven gehad'

Henk Evenblij is gepensioneerd Telegraaf-sportverslaggever en stond bekend om zijn hilarische woordspelingen in de koppen boven zijn artikelen. Zijn beste? "Na het overlijden van George best: Best in Peace." 

Koppenkoning Henk Evenblij

Wie is Henk Evenblij?
Uitgerekend als Telegraaf-verslaggever wist Zaandammer Henk Evenblij in Rotterdam en omstreken een cultstatus te verwerven en had hij een uitstekende chemie met voetballegende Willem van Hanegem, in de periode dat ‘de Kromme’ in de jaren negentig trainer was van Feyenoord. Gedurende zijn journalistieke carrière stond Henk bekend om zijn woordspelingen in de koppen van zijn artikelen en zijn grappen en grollen. Nadat hij met pensioen ging besloot Henk zich te richten op het schrijven van boeken over zijn avonturen en kwam hij erachter verre familie te zijn van onze huidige koning Willem-Alexander, met wie hij al tijden tevergeefs een afspraak probeert te regelen.

De presentatie van je boek Willem, Obiku moet erin was ook hier in Brasserie Het Heerenhuis in Wijdewormer?
“Klopt. Willem van Hanegem, Chris Woerts en Mike Obiku zouden ook bij mijn boekpresentatie zijn, maar die waren er niet. Maar ja, dat maakt me geen reet uit.”

Waarom waren zij er niet?
“Geen idee.”

Ze hadden zich ook niet afgemeld?
“Nee. Zo is het leven.”

Dat is wel vervelend.
“Ik heb mijn hele leven vervelende dingen meegemaakt, daar gaan we het straks vast over hebben. Kom, we gaan aan tafel 12 zitten, dat is mijn vaste plek.”

Je bent de enige voetbaljournalist die afstamt van ons koninklijk huis, hoe ben je daarachter gekomen?
“Ik werd zes jaar geleden door mijn dochter gebeld. Ze zei: Er is een boek geschreven over Willem III, jouw naam komt ook voor in die geschiedenis. Toen heb ik daar boek gekocht en kwam ik erachter dat mijn oud-moeder, de jongste dochter van de tsaar uit Rusland, getrouwd was met Willem II en met hem een zoon kreeg: Willem III. Een ongelooflijk verhaal. Ik ben daar ook over in mijn nieuwe boek aan het schrijven. De titel van het boek wordt: Henk Evenblij is verwant met Paul I van Rusland en Willem-Alexander van Nederland. De ondertitel is: Tussen tsaar en koning, met daartussenin een foto van mij.”

Heb je ooit contact gehad met leden van ons koninklijk huis?
“Ik heb ze plat geschreven en tal van verzoeken voor een ontmoeting ingediend. Maar dat stopt allemaal bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Alles wordt tegengehouden. Ik heb wel een brief gehad van koning Willem-Alexander, uit naam van de RVD, dat ze daar niet aan konden beginnen. Ik word op 24 oktober 2026 tachtig jaar oud. Dan wil ik in de Slotkapel in Egmond aan den Hoef een feest houden en het eerste boek aan Willem-Alexander overhandigen. Ik zit vol plannen, hoor. Kijk maar, ik heb een stamboom voor je uitgeprint.” 

'Ik word op 24 oktober 2026 tachtig. Dan wil ik in de Slotkapel in Egmond aan den Hoef een feest houden en het eerste boek aan Willem-Alexander overhandigen'

Hier staat: ‘Willem III, Koning der Nederlanden’ en we zien ook jouw naam en geboortedatum staan.
“Ik heb nog meer. Lees maar voor.”

‘Henk Evenblij en koning Willem-Alexander in de zesde graad verwant.’
“Kun jij niet zorgen dat hij mijn boek over twee jaar in ontvangst neemt?”

We gaan ons best doen… Je dochter attendeerde je op je familieband met de Oranjes, je ouders hebben dat nooit geweten.
“Mijn moeder is in 1967 verongelukt. Dat is ook een verhaal hoor. Ik zat in militaire dienst en moest op een dag het leslokaal schoonmaken, waarna ik om vijf uur de tram naar huis zou nemen. Maar omdat ik het leslokaal niet goed genoeg had schoongemaakt en de dienstdoende officier nog een peuk uit 1944 in de hoek vond, moest ik alles opnieuw doen. Toen ontplofte ik van woede en smeet alle tafels en stoelen door het leslokaal. Als gevolg daarvan werd ik voor straf acht dagen in een cel op de kazerne gezet. Na vier dagen deed iemand de deur open en zei: Recherche Zaandam aan de telefoon. Er werd me verteld dat mijn moeder een verkeersongeluk had gehad en het er niet best uitzag. Ik werd meteen naar het ziekenhuis gereden en eenmaal daar kwam de arts op me af en schudde nee. Ze was dood en werd slechts 49 jaar oud. Als er op dat moment een raam open had gestaan, was ik daaruit gesprongen.” 

Waarom?
“Mijn ouders waren gescheiden toen ik zeven jaar oud was. Mijn moeder was mijn alles, ik had zonder haar geen zin meer in het leven. Mijn vader had de boel in de steek gelaten.”

Hoe was de band met je vader? 
“Niet goed. Mijn vader was een womanizer en is in Engeland overleden, hij werd onder verdachte omstandigheden gevonden. Hij was op een gegeven moment met een Zweedse vrouw en woonde met haar in Schoorl, in een enorme villa, een auto met chauffeur, maar hij liet mijn moeder aan haar lot over. Later kreeg hij verkering met een stewardess, die gaf hij een Peugeot. Maar mijn moeder kreeg geen cent. Die vrouw heeft altijd moeten werken en alles voor haar kinderen opzijgezet.” 

Je vader werd onder verdachte omstandigheden in Engeland gevonden?
“Hij handelde in edelstenen en had op een dag afgesproken met een oud-kapitein, die een handlanger had meegenomen naar een hotel in Eindhoven. Dat gesprek ging wel aardig, tot er betaald moest worden... Die twee hebben hem toen te grazen genomen. De diamanten rolden over de grond, ze wilden hem van vijfhoog naar beneden sodemieteren. Maar uiteindelijk deden ze dat niet en namen hem in de kofferbak mee naar Heiloo. Mijn vader had tegen zijn vrouw Elisabeth gezegd: Betalen. Maffia. Toen is er 10.000 gulden betaald, waarna de twee heren werden gearresteerd. Eenmaal vrij hebben ze hem in 1981 in Engeland opnieuw te grazen genomen en lag hij dood in de gang. Zijn lichaam was door de buurman gevonden. Het grappige was dat er drie vrouwen van hem achter de kist liepen, het kunnen er ook vier geweest zijn.”

Jij staat ook bekend als een bon vivant en levensgenieter, heb je dat van je vader?
“Ik denk wel dat het in de familie zit. Dat hebben de tsaren en onze koninklijke familie ook. Willem III was waanzinnig, dat waanzinnige zit er wel in.”

In de Dick Voormekaar Podcast over Feyenoord vertelt schrijver Michel van Egmond geregeld over jouw doldwaze avonturen, wat is jouw band met hem? 
“Michel snapt mijn humor. Ik zeg altijd: humor is de beste doping ter wereld. Zonder humor heb je geen leven, dan kun je jezelf net zo goed ophangen. Michel en ik liggen elkaar. Ik had graag gezien dat hij een van mijn boeken, Oranjenazaat, had geschreven, maar hij had geen tijd.”

Je hebt met name als volger van Feyenoord doldwaze avonturen beleefd.
“Feyenoord speelde eens een uitwedstrijd in Moskou, maar vanwege de kou werd de wedstrijd afgelast en naar een ander stadion verplaatst. Eenmaal daar aangekomen kwam onze tolk lachend op ons af. Raad eens wat ik voor de Nederlandse pers heb? En zonder het antwoord af te wachten deed hij zijn jas open en toverde twee flessen wodka tevoorschijn. Wij zuipen natuurlijk, we hadden het steenkoud. De eerste helft kon ik het spel nog redelijk volgen, maar na rust vielen mijn ogen bijna dicht. Op een gegeven moment moest ik pissen en ik begon me aan het spel van Feyenoord te ergeren. Maar ik zag beneden naast de wc een deur openstaan met een bewaker ervoor. Dokter Feyenoord, zei ik hem en liep de deur door, waarna ik ineens aan de rand van het veld stond. Ik liep toen twee meter opzij, waar Willem van Hanegem stond, ze stonden 2-1 achter, en tikte hem op de schouder: Willem, je moet Obiku erin gooien. Willem keek om en zei: Obiku staat er al in, Henk.”

'Ik liep naar Willem van Hanegem en tikte hem op de schouder: Willem, je moet Obiku erin gooien. Willem keek om en zei: Obiku staat er al in, Henk'

In een van je boeken refereer je ook aan een hilarisch telefoongesprek met Willem van Hanegem. 
“Ik zat in de Kuip op de perstribune en zag een bekende fotograaf tijdens de warming-up bij Willem in de buurt lopen. Ik belde die fotograaf en vroeg hem om Willem zijn telefoon te geven. Dat deed hij en de hele perstribune kreeg dat mee. Willem, doe je best, zet hem op. Hij bedankte me en stak zijn duim op richting de perstribune. Dat is toch schitterend?”

Willem wilde daar dus ook aan meewerken. Waarom klikte het zo goed met hem?
“We hadden dezelfde humor en interesses. Ik weet ook nog goed dat we eens met Feyenoord naar een uitwedstrijd in Finland gingen en Peter Bosz, toen nog speler, naast Willem achterin het vliegtuig zat. Daar mocht je roken. Op een gegeven moment kreeg Willem in de gaten dat ik ook wilde roken en hij zei tegen Bosz: Ruil even met Henk. Bosz zei toen verontwaardigd: Waarom? Maar hij stond toch op. Even later kwam de stewardess langs met een karretje met drinken. Ik bestelde toen om tien uur ’s ochtends naast Willem in het vliegtuig een pils. Beer, please. Dat vond hij geweldig.”

Het opvallendste is misschien wel dat Willem naast Peter Bosz in het vliegtuig zat, want die twee kunnen vandaag de dag elkaars bloed wel drinken…
“Peter Bosz was een gluiperdje, die goed kon opschieten met de toenmalige adjunct-hoofdredacteur van Voetbal International, Ted van Leeuwen. Volgens mij hebben zij samen een coupe gepleegd om Van Hanegem te wippen. Ze bazuinden gekke verhalen over Willem rond, dat was heel zielig.”

Terug naar jou: je bent ook erg ziek geweest.
“Ik heb nierkanker, prostaatkanker en huidkanker gehad en heb last van diabetes type 2. Maar ik ben dat vergeten, daar ben ik niet meer mee bezig. Ik wandel iedere ochtend viereneenhalve kilometer, weer of geen weer. Dan spookt er van alles door mijn hoofd, ook kleine dingen. Wat zal ik straks aantrekken? Of: wat wordt mijn volgende boek?”

Wie vind je vandaag de dag een goede voetbaljournalist?
“Ik vind Valentijn Driessen van De Telegraaf goed. Al is het geen voetballer geweest. Als je voetballer bent geweest, begrijp je meteen wat er in het veld aan de hand is. Dat heeft Valentijn niet. Ik had wat dat betreft een goed oog, kon snel zien wat er gebeurde. Ik weet nog goed dat Ullrich van Gobbel tijdens een Europese uitwedstrijd in Tsjechië onterecht rood kreeg. Dat kon ik vanaf de perstribune zien, maar die scheids was een ontzettende thuisfluiter en de aanwezige Tsjechische journalisten waren erg irritant.

Ik trok vervolgens op de perstribune het velletje papier van de typemachine van een Tsjechische journalist, maakte daar een propje van en gooide dat over de railing. Na de wedstrijd zei ik tegen Feyenoord-trainer Bert van Marwijk: Wanneer leer jij die jongens eens voetballen? Ik heb altijd ruzie gehad met Bert van Marwijk. Tijdens het gala Voetballer van het Jaar, dat door De Telegraaf was georganiseerd, werd hij bij mij aan tafel ingedeeld. Ik zag hem toen al kijken van: oh, jee, ik zit naast Henk. Toen hij ging zitten zei hij met een nors gezicht: We moeten zo even praten. Ik zei: zeg het nu maar. Je moet die Feyenoord-supporters niet zo ophitsen, straks staan die hooligans bij mij in de tuin. Hij vond mij opruiend.”

Wie vind je een hele slechte voetbaljournalist? 
“Henk Spaan. Hij denkt dat hij het uitgevonden heeft en voelt zich een beetje verheven boven de rest. Hij kijkt me niet eens aan als hij me tegenkomt.”

Je hebt zelf bij Telstar en ZFC uit Zaandam gespeeld, wat heb je uit die periode meegenomen naar de voetbaljournalistiek?
“Ik zag het spelletje gewoon. Martin van Geel heeft eens over mij verteld dat ik binnen tien minuten kan inschatten of een speler kan voetballen of niet. Dat is toch een prachtig compliment.”

Hoe kijk je terug op je tijd als profvoetballer? 
“Teleurstellend. Telstar-trainer Jan Rap vond me te klein voor de Eredivisie en Piet de Visser, die later mijn trainer werd, wilde van mij een tweede Frits Flinkevleugel maken, een opkomende back. Maar ik zat toen niet lekker in mijn vel, mijn moeder was net verongelukt en ik ben aan het bier gegaan en vreselijk gaan feesten met mijn maat Rob Groot, de jongere broer van Henk en Cees Groot van Ajax. Als je een ketting om je benen deed speelde Rob de bal nog tussen je benen door, een geweldige voetballer. Rob was een goede buitenspeler en veel beter dan Johnny Rep, hij had alleen geen mentaliteit.”

'Ik zou nooit alleen kunnen leven. Dat als je gewerkt hebt, je thuiskomt en het stil is. Een beetje Netflix kijken en je eigen maaltje maken. Niets voor mij'

Waarom heb je het niet gered als profvoetballer?
“Door het overlijden van mijn moeder en het feit dat ik daarna de hele Zaan leeg heb gezopen.”

Heb je een drankprobleem?
“Die heb ik wel gehad. Niet door de week, maar in het weekend ging ik helemaal los.”

Hoe ben je destijds eigenlijk bij De Telegraaf beland?
“Ik schreef al voor een regionale krant en nadat een Telegraaf-verslaggever na een avond zuipen met zijn auto het kanaal in vloog en overleed, werd ik voorgedragen. Ik kon niet meteen beginnen, vanwege een personeelstop, maar twee jaar later werd ik alsnog aangenomen.” 

Je bent beroemd en berucht geraakt om je koppen, die woordspelingen.
“Weet je wat mijn beste kop was? Dat was na het overlijden van George Best: Best In Peace. Als ik een verhaal schrijf, begin ik met de kop. De kop is het belangrijkste. Ik mis die humor vandaag de dag wel in de voetbaljournalistiek, die is helemaal weg.”

Ben je nooit benaderd om na je pensioen jongere verslaggevers op te leiden?
“Nee, ze vinden me toch een beetje gek. En nee, dat vind ik niet jammer. Als het ergens saai is, probeer ik het altijd leuk te maken. Dat zit in me, dat kan ook met het verleden te maken hebben. Ik heb een triest leven gehad, met mijn familie, met mijn vader in het bijzonder.” 

Wat ben je zelf voor vader voor je twee dochters?
“Een normale, geen gekkigheid. Mijn jongste dochter is gelukkig getrouwd en heeft drie kinderen, ik heb drie kleinkinderen. Mijn oudste dochter is vrijgezel, heeft geen kinderen en woont op IJburg in Amsterdam. Zij heeft het wel voor haar kiezen gekregen. Ze wil geen partner meer, nadat twee kerels haar flink hebben besotemieterd.”

Op welke wijze? 
“Daar kan ik niets over zeggen. Ze heeft wijze levenslessen geleerd. Heel erg… Ze heeft gelukkig een goede baan. Ik zou nooit alleen kunnen leven. Dat als je gewerkt hebt, je thuiskomt en het stil is. Een beetje Netflix kijken en je eigen maaltje maken. Niets voor mij.”

Hoe gaat het met je vrouw?
“Goed. Al heeft ze veertig jaar geleden op het randje van de dood gelegen. We zaten toen net in de kleine kinderen, toen ze last van haar buik kreeg en een blindedarmontsteking had. Maar de blindedarm zat bij haar aan de verkeerde kant, dus ze konden hem niet vinden. Ze is ternauwernood aan de dood ontsnapt en twintig kilo afgevallen. Maar gelukkig gaat het nu goed. Ze is 75 jaar oud, een Indo. Ik heb haar ergens in Wormerveer ontmoet, het hele dorp zat achter haar aan. Het was een enorme kanjer, maar het is mij gelukt. Het is nog altijd een lieve meid.”

Stel nou dat je vrouw er niet meer is.
“Dan stelt mijn leven niets meer voor en zit ik alleen maar in het café.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Sport
  • Clemens Rikken