Leiderschap met ballen
Sander Schaepman, in 1961 geboren in Nijmegen, is oud-recherchechef en bekend van de tv-programma’s Hunted en 112 Vandaag. Na een carrière van ruim veertig jaar, die startte bij de politie, komt hij nu met het boek Leiderschap met ballen, waarin hij inzichten en levenslessen deelt die hij in zijn roerige leven en indrukwekkende loopbaan opdeed.
Op 3 februari start Hunted VIPS. De meeste mensen kennen je als de recherchechef van Hunted, maar je was dat voorheen bij de politie. Wat deed je precies in je lange loopbaan?
“Ik werkte 25 jaar binnen de Nederlandse politie als leidinggevende, veelal in de recherchehoek. Ik was commandant bij de Mobiele Eenheid, zat bij narcotica en ging later naar de internationale bestrijding van georganiseerde criminaliteit in twee kernteams. De aandachtsgebieden waren Zuid-Amerika en Oost-Europese criminaliteit, vooral drugs- en mensenhandel en -smokkel. Uiteindelijk ging ik weer terug naar het zuiden, als divisiechef recherche voor de Regionale Eenheid Zeeland - West-Brabant. Daar ging ik over zware georganiseerde criminaliteit, moordzaken, terrorismebestrijding en inlichtingen. Dat deed ik tot 2008 en toen ging ik weg bij de politie.”
En begon je voor jezelf, toch?
“Ja. Ik was midden veertig en dacht: wil ik de rest van mijn leven bij de politie blijven? Daar is op zich helemaal niks mis mee, maar ik had het gevoel dat ik méér wilde. Ik had zoveel meegemaakt binnen de politie, dat het goed was om dat op een andere manier uit te bouwen. Veel meer ervaring binnen de politie kon ik niet opdoen. Ik kon hooguit nog naar de korpsleiding, maar dat was mijn ambitie niet. En dus was de logische weg om mijn vleugels uit te slaan. Ik rolde uiteindelijk in de gemeentelijke wereld als interimmer op het gebied van veiligheid.”
Heb je ook zelf met je poten in de klei gestaan en achter criminelen aangerend?
“Ja, als leidinggevende deed ik dat ook. Ik heb altijd veel operationeel werk gedaan en ben ook blijven trainen. Dat vond ik juist het mooiste van mijn functies, dat ik die twee dingen kon combineren.”
'Ik ging over zware georganiseerde criminaliteit, moordzaken, terrorismebestrijding en inlichtingen. Daar is op zich niks mis mee, maar ik wilde méér'
Hoe kwam je uiteindelijk bij Hunted terecht?
“Het is een Engels format en AVROTROS had een productiemaatschappij aangezocht om dat voor hen te maken. Zij vroegen bij het Openbaar Ministerie om suggesties voor een teamleider, en toen noemden ze mijn naam. Ik zal nooit vergeten dat ik de kamer binnenkwam en de tv-mensen meteen tegen elkaar zeiden: Ja, die heeft een hele karakteristieke kop. Vervolgens werd het een erg leuk gesprek en ben ik samen met Marcel van de Ven als teamleiding ingestapt.”
Marcel is al gestopt en na dit seizoen houdt het ook voor jou op. Jammer?
“Ja en nee. Het is goed zo. Het is elk jaar weer een tijdsinvestering, dan ben ik er een maand extra uit. Ik ga ook graag een week of vier op vakantie om goed los te komen, dus dan ben ik twee maanden sowieso al niet beschikbaar voor andere klussen. Dat is niet altijd even makkelijk. Ik vind het wel jammer omdat ik het leuk vind, maar het hoort erbij.”
Zit het hoofdkwartier van Hunted echt in die toren in Rotterdam, zoals de serie suggereert, of gewoon ergens in een studio in Hilversum?
“Nou, daar kan ik niks over zeggen. Dat kunnen we het beste in het midden laten.”
Wat opvalt aan het programma is dat er veel meer mogelijk is qua opsporingsmethoden dan wat jullie doen. Dat politie kan bijvoorbeeld de microfoon van een mobiele telefoon aanzetten om op afstand 24/7 mee te luisteren, maar dat doen jullie niet. Waarom niet?
“Bij Hunted combineren we twee dingen: de werkelijkheid en een spelelement. Iedereen die meedoet, moet het gevoel hebben dat hij de eindstreep kan halen. Wij hebben natuurlijk niet echt die bevoegdheden, dus iedereen die meedoet, tekent ervoor dat wij conform de echte bevoegdheden met hen omgaan. De intentie is om de zaak te benaderen alsof het verdachten zijn met de hoogste staat van opsporing, maar dat kan je in deze vorm niet écht doen, want dan hebben ze geen schijn van kans. Wij houden ons daarom aan een bepaald pakket van ‘dwangmiddelen’ die we kunnen toepassen.”
De kandidaten hebben het idee dat ze slim bezig zijn, terwijl dat in het echt niet zo zou zijn?
“Klopt. Veel criminelen gaan heel anders om met hun telefoon dan jij en ik. Slimme spelers die daar ook echt rekening mee houden, dragen in ieder geval geen telefoon bij zich of halen de accu eruit.”
Dit jaar was de kritiek van kijkers dat mensen je Hunted-collega Selmar Smit rechtstreeks tipten via zijn sociale media omdat hij ondertussen zelf een bekende figuur geworden is. Dat werd niet helemaal eerlijk gevonden. Deel je die opvatting?
“Daar werd wisselend op gereageerd, dat zeg je terecht. Maar, op de keper beschouwd, zijn wij de good guys. Wij moeten eigenlijk een ontsnapte tbs’er of terrorist opsporen in het belang van de veiligheid van de samenleving. Alleen ligt de sympathie van het publiek niet bij ons, maar bij de bad guys. Al zien we ook dat steeds meer mensen op onze hand zijn en daardoor tips geven.”
Het afgelopen seizoen van Hunted liep slecht voor je af: twee duo’s wisten de eindstreep te halen.
“Ze hebben het heel goed gespeeld en wij moesten keuzes maken op basis van de informatie die wij hadden. Dat maakt dat wij soms een keuze maken die fout kan uitpakken. In het echt kan dat ook gebeuren. Daar balen we wel van, maar we zijn sportieve verliezers.”
Jij en Marcel hebben een heel andere stijl van leidinggeven in het programma. Waar Marcel strooide met stoere oneliners blijf jij meer op de achtergrond.
“Dat is ook wat Marcel uniek maakt. Je zou kunnen zeggen: het zijn grote schoenen om te vullen, niet zozeer door zijn stijl van leiderschap, maar hij heeft zichzelf in die acht jaar wel als een soort Mister Hunted geprofileerd met zijn karakteristieke stem en zijn oneliners. Soms moesten we stoppen van het lachen omdat hij weer eens een fantastische ingeving had, maar in de uitzendingen is dat niet te zien omdat de omroep wil dat wij in onze serieuze rol blijven. Marcel heeft een veel directievere stijl dan ik. En mind you, ik kan echt wel directief zijn. Maar ik stuur meer op taakverantwoordelijkheid van mensen zelf. Ik wil graag dat het team zelf z’n specialiteiten bij elkaar brengt om tot goede dingen te komen. Zo heb ik dat eigenlijk altijd gedaan in mijn managementteams.”
Hebben de tv-makers jou ook gevraagd om kreten als ‘binnenhalen’ en ‘uitroken’ te gebruiken?
“Nou, ik merkte wel dat ze er even aan moesten wennen dat ze dat van mij niet horen. Met iemand als Marcel in het team komen er makkelijker van die quotes langs die je goed kunt gebruiken, dan bij mij. Maar ik ga Marcel niet nadoen, net zoals Marcel mij niet nadoet. Diep van binnen vind ik het wel een gemis dat Marcel er niet meer bij zit, want hij maakte dat programma op zijn manier natuurlijk wel tot het programma dat het is geworden. Ik heb het op mijn manier gedaan als interimmer.”
Wie levert de tapgesprekken aan? Komen die echt van de politie?
“Nee, dat bootsen wij allemaal na. Dus ze worden wel opgenomen, maar dat gebeurt door ons productieteam.”
'We maken vooraf afspraken. Je wil niet dat iemand na een week opbelt en zegt: ik heb er nog eens over nagedacht, maar ik wil toch niet dat het op de buis komt'
Doen de cameramensen dat die de verdachten volgen?
“Dat hangt er een beetje van af. Achter de schermen wordt er alles aan gedaan om het conform de werkelijkheid na te bootsen, dus dat betekent dat allerlei dingen inderdaad ter plaatse worden opgenomen, en dat kan op verschillende manieren.”
Want jullie kunnen natuurlijk niet Whatsapp kraken…
“Nee, dat werkt niet. Dat kan de politie ook niet.”
Hoewel de politie tegenwoordig toch veel in z’n mars heeft. Er zijn heel wat zwaar beveiligde telefoons van criminelen die gekraakt blijken te kunnen worden.
“Ja, maar wij doen het op een andere manier. Het is daardoor wel een enorme operatie om dit programma te maken, en het is ook heel duur, omdat je heel veel mensen nodig hebt achter de schermen. Los van de deelnemers, de hunters en wij op het hoofdkwartier, heb je nog een heel groot team nodig dat dit allemaal faciliteert en organiseert.”
Die ook zogenaamde beveiligingscamerabeelden namaken door een hengel op te houden met een eigen camera eraan?
“Ja, dus op het moment dat wij zien dat er ergens een camera aanwezig is waarvan de politie de beelden zou kunnen opvragen, dan bootsen we dat na. Dan gaat een cameraman naast die camera staan en die houdt dat z’n eigen camera zo dat het lijkt alsof het beeld door die beveiligingscamera is gefilmd. Dat maakt het heel bewerkelijk.”
Wat wel opvallend is, is dat sommige mensen die de voortvluchtigen helpen, zich heel makkelijk laten imponeren door de hunters. Net alsof het echte politiemensen zijn. Ze dreigen die mensen mee te nemen naar het bureau en dan denken ze dat dit ook echt gaat gebeuren, waardoor ze gelijk beginnen te praten.
“We hebben wel eens mensen meegenomen en gehoord, maar dat is inderdaad iets waar wij wat minder sterk in zijn. Zoiets kun je moeilijk geloofwaardig nabootsen.”
Maar die mensen kunnen ook zeggen: Jij bent gewoon een tv-programma aan het maken, ik ga helemaal nergens mee naartoe. Maar dat doen ze niet. Ze gaan er helemaal in mee dat het echt is.
“Dat komt - daar hoeven we niet ingewikkeld over te doen - doordat die mensen buiten beeld worden aangesproken door de productie. Op het moment dat voortvluchtigen bij mensen willen overnachten en die vinden dat goed, dan komt buiten beeld het productieteam in actie. Dat zegt tegen die mensen: Hartstikke fijn, maar dit is voor een tv-programma. Wil je op televisie of niet? En dat heeft wel consequenties, willen jullie die ook dragen? Dan worden er afspraken gemaakt omdat je niet wil dat iemand na een week opbelt en zegt: Nou, ik heb er nog eens over nagedacht, maar ik wil toch liever niet dat het op de buis komt. Dat wordt vooraf allemaal goed geregeld. Als die mensen direct al zeggen dat ze niet op tv willen, kunnen we daar niks mee. Dan mogen de voortvluchtigen hun vlucht daar niet voortzetten, want we maken tenslotte wel een tv-programma met elkaar. Dus dan gaan ze op zoek naar een ander adres. Dat maakt de productie ook zo ingewikkeld, en is het zo knap hoe dat elk jaar weer in elkaar wordt gezet.”
Wat vind je zelf leuker, de editie met BN’ers of met gewone mensen?
“Ik vind het met gewone mensen eigenlijk leuker. BN’ers willen bijvoorbeeld niet laten zien waar ze wonen. Dat maakt het al wat ingewikkelder. Het is ook korter, een week in plaats van vier, dus de spanningsboog is ook korter. De speurtocht naar de onbekende Nederlander die op de vlucht is, heeft meer in zich wat het voor ons leuk maakt.”
'Met een boek laat ik iets achter. Ook voor mijn kinderen. Dat is het eigenlijk voor mij. Ik weet niet eens wat ik ermee ga verdienen'
Als je kijkt naar de echte voortvluchtigen in de wereld, gingen die vroeger massaal naar Dubai omdat niemand ze daar wat kon maken. Nu worden daar ook criminelen opgepakt, zoals Ridouan Taghi. Is de route naar Dubai afgesneden?
“Je kunt er nog steeds heen als crimineel en er zijn er nog steeds veel die dat doen, maar als je echt op de vlucht bent en buiten het oog van de politie wil blijven, is Dubai niet meer the only place to be. Dat komt doordat de samenwerking tussen de Nederlandse overheid en die van de Verenigde Arabische Emiraten geïntensiveerd is. Dubai wil niet bekendstaan als veilige haven voor foute mensen, dus ze zijn erbij gebaat dat dit beeld bijgesteld wordt. Daarom werken ze nu graag mee met overheden, zeker als het gaat om het uitleveren van zware criminelen.
Wat zijn nu de meest gewilde toevluchtsoorden voor criminelen?
“Dat zijn landen waar we geen uitleveringsverdrag mee hebben en waar de relatie ook moeizaam mee is. Bijvoorbeeld Syrië, Iran, Afghanistan, Pakistan, Noord-Korea en Cuba. Het zijn vaak criminelen die ook de nationaliteit van zo’n land hebben. Maar als er geen verdrag is, wil dat niet zeggen dat je geen afspraken kunt maken. Die kunnen leiden tot het in ieder geval uitleveren van Nederlandse verdachten.”
En hoe zit het met Turkije en Marokko?
“Daar werken we intensief mee samen. Dat gaat niet altijd even goed, om het maar zo te zeggen, maar het is wel zo dat iemand die de Nederlandse nationaliteit heeft, gewoon kan worden uitgeleverd.”
Onlangs kwam je eerste boek uit, Leiderschap met ballen. Hoe is dat zo gekomen?
“Ik ben regelmatig spreker in het land en dan hou ik inspirerende voordrachten. Die hebben te maken met elementen uit het veiligheidsvak, die ik toepas op de beroepsgroep waarvoor ik spreek. Rondom dat soort spreekbeurten werd mij wel eens gevraagd: Heb jij geen boek? Want je hebt altijd mooie voorbeelden. Ze zijn raak, leuk, met een lach en een traan. Dus dacht ik: daar moet ik toch eens aan beginnen. Ik ging enthousiast achter mijn laptop zitten, maar wist niet waar ik moest beginnen.
Uiteindelijk is Marcel Langedijk mijn ghostwriter geworden. Dat het boek er is, heeft ook te maken met iets nalaten. Ik had een paar keer het genoegen om met Stephen R. Covey te spreken, de schrijver van het boek The Seven Habits of Highly Effective People. Hij schrijft daarin, en daar had ik het met hem ook over, dat vier elementen in het leven belangrijk zijn. Hij vat dat samen in: To live, to love, to learn and to leave a legacy. Als ik een boek schrijf, laat ik ook iets achter. Over mijn visie, hoe ik het altijd heb gedaan. Ook voor mijn kinderen. Dat is het eigenlijk voor mij. Ik weet niet eens wat ik ermee ga verdienen. Dat is geen mooipraterij, maar dat echt zo, omdat het mijn doel niet is. Omdat ik in principe al goede bronnen van inkomsten heb uit mijn werk.”
In het boek deel je jouw inzichten over hoe je in alledaagse omstandigheden – maar ook in de meest extreme en stressvolle situaties – de juiste beslissingen kunt nemen. Wat is je wonderformule?
“Mensen nemen beslissingen, maar daarbij denken ze vaak al aan de mogelijke gevolgen ervan. Dan nemen ze het gevolg al mee in hun besluitvorming. Dat klinkt logisch, maar dat is vaak juist niet zo, want dat maakt het besluit alleen maar moeilijker. Als je bij jezelf denkt: kan ik morgen uitleggen dat ik nu deze keuze maak, los van de consequenties, dan is dat misschien wel de allerbelangrijkste factor om een goed besluit te nemen. Dus, er is een bommelding gedaan en er zitten 20.000 mensen binnen, wat ga je doen? De meeste bommeldingen zijn vals, maar kun je het morgen uitleggen als je dan als eindverantwoordelijke niets gedaan hebt?”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Clemens Rikken