Ouwe Dibbes is een vaste klant. Eigenlijk is hij niet eens zo heel oud, ik denk begin 70. Maar omdat hij geen werk, geen kinderen en volgens mij ook geen sociaal leven heeft, staat hij nogal ver af van de wereld. Vroeger boekte hij eens in de twee weken, maar sinds corona is dat veranderd. Dibbes is namelijk aan de drank geraakt.
Hij boekt nog wel regelmatig, maar meestal zegt hij dan op het laatste moment af. Of hij stuurt ons weg, omdat hij zich ‘niet lekker voelt’. Dat loopt behoorlijk in de papieren, want een aanbetaling krijg je niet zomaar terug. Toen hij mij boekte voor een hele nacht, ging ik er stiekem van uit dat hij zou afzeggen. Heel de dag verwachtte ik een belletje van de planning, maar toen het acht uur was, begon ik toch mijn spullen maar te pakken. Ik had vroeg afgesproken. Dan konden we misschien nog wel even samen een filmpje pakken, had ik bedacht.
Hij lag half op me, waardoor ik in een soort houdgreep lag. Tot drie keer toe werd ik wakker omdat hij probeerde zijn vinger in mijn poes te steken. Verschrikkelijk was het
Het duurde lang voor ik gestommel in de gang hoorde nadat ik aangebeld had. De deur ging open. Dibbes zag er verschrikkelijk uit, hij stonk aan alle kanten en zijn mond zat onder het bloed. Was hij misschien gevallen, vroeg ik hem geschrokken. Maar nog voor hij kon antwoorden, wist ik al genoeg. Er kwam onverstaanbaar gebrabbel en een enorme alcoholwalm uit zijn mond. Het bloed bleek rode wijn te zijn. In de gang begon hij al mijn jas en sjaal uit te trekken en nog voor we goed en wel binnen waren, zat hij aan mijn borsten. Ik probeerde mijn jurkje weer dicht te ritsen, maar Dibbes gaf niet op. Met onvaste hand bleef hij maar aan me plukken. Intussen ging ik een cocktail voor mezelf maken. Als ik blijf slapen, neem ik meestal een cocktailset mee om mezelf en de klant te trakteren. De klant sloeg ik in dit geval maar even over, maar ik had mijn cocktail echt nodig. Dit zou een lange avond worden.
Ik informeerde naar de snackjes die hij voor de avond in huis gehaald had. Hij had kaas gekocht, begreep ik uit zijn gewauwel, maar toen ik de koelkast opentrok, besloot ik daar niet verder naar op zoek te gaan. Het lag er vol met beschimmeld eten, een normale maaltijd had Dibbes heel duidelijk al lang niet meer gehad. Gedoucht had hij ook niet. Al vier weken niet, vertelde hij.
Dus dat werd mijn eerste missie: ik nam Dibbes mee onder de douche. Zo goed en kwaad als het ging, waste ik zijn haar en lichaam. Daarna verschoonde ik zijn bed en begon ik me steeds meer zorgen te maken. Dadelijk ligt die man hier dood in bed, dacht ik. Na lang twijfelen, belde ik 112 voor overleg. Niet veel later stonden er twee ambulancebroeders in de kamer. Dibbes bleek (nog) geen alcoholvergiftiging te hebben. De broeders vertrokken weer en adviseerden mij hetzelfde te doen. Maar dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Het ging duidelijk niet goed met deze man, moest ik hem hier dan alleen achterlaten?
Ik besloot hem in bed te leggen en naast hem te gaan liggen tot hij in slaap zou vallen. Dan kon ik daarna nog wat tv kijken of zo. Goed plan, vond ik zelf, maar dat was buiten Dibbes gerekend. Na een uur sliep hij nog niet. Na twee uur niet, na drie uur ook niet. Heel de nacht bleef hij wakker. En heel de nacht lag hij aan me te plukken. Hij lag half op me, waardoor ik in een soort houdgreep lag. Tot drie keer toe werd ik wakker omdat hij probeerde zijn vinger in mijn poes te steken. Verschrikkelijk was het. Ik begrijp nog steeds niet dat ik niet weggegaan ben. Mijn dames zou ik sowieso geadviseerd hebben te gaan, maar zelf heb ik blijkbaar nog wat lessen te leren. Ik hoef niet de hele wereld te redden, mag best mijn grenzen aangeven.
Toen ik in de ochtend net gedoucht had, stond hij alweer tegen me aan te rijden en wilde hij dat ik hem zou aftrekken. Nou, ik was inmiddels zo geïrriteerd dat ik hem van me afduwde. Dibbes had eieren gehaald. Meestal eet ik nog even gezellig een ontbijtje mee, maar dit keer vertrok ik gewoon. Dat vond hij wel jammer, maar ik was er helemaal klaar mee. De dag erna kreeg ik via de planning een appje: hij had zo’n spijt van zijn gedrag. Hij wilde graag een nieuwe nacht met mij plannen. En deze keer zou hij niet drinken. Hij wilde me meenemen naar het theater. Ik heb gezegd dat ik wel even genoeg theater met hem had gehad voorlopig. Hij mag me mee naar de bioscoop nemen, als hij zich kan gedragen natuurlijk. Ben benieuwd of dat gaat lukken.
VOLGENDE WEEK: DE MAN VAN 10 MILJOEN
- Maarten Albrecht