Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Urks fruit: de betere viswijven

Uit Panorama nr. 27, 2001: 'Stoïcijns nemen ze de meest sensuele poses aan, terwijl noeste dokwerkers en stevige vissers zich aan hen vergapen. Voor één keer vergeten deze jongens hun dagelijkse plicht.'

Urk

‘Urks fruit’

Soms wordt een woordgrap een kop, een kop een idee voor een fotoreportage en een fotoreportage een ‘godslasterende’ productie op Urk waar de grootste religieuze fanatici nog steeds schande van spreken. Iets waarvoor ze ons het liefst, zelfs met terugwerkende kracht, op een enkeltje naar de hel willen sturen, net als de iets minder fanatieke gelovigen die met verrekijkers stiekem door de gordijnen stonden te gluren en die wél genoten van deze fotoshoot van onze roemruchte fotograaf Ronnie Hertz.

Sinds corona weten we dat ze op Urk niet meer zo happig zijn op journalisten, fotografen en andere pottenkijkers die vraagtekens zetten bij alles wat daar gebeurt, maar 21 jaar geleden, toen corona alleen nog maar in boeken voorkwam (net als God trouwens, maar daar hebben we het nu niet over) kon je nog met een gezonde portie branie en met een licht-provocerende inborst naar het voormalige eiland trekken voor een ‘luchtige’ reportage.

‘Noeste dokwerkers en stevige vissers vergapen zich aan onze modellen: rode hoofden en rauwe kelen van de vele shagjes zijn het resultaat, maar het is een uitbrander van de baas waard’

Dat deden we dan ook, met niemand minder dan de wulpse Lisette, Frida en Marjolein. Vrolijke dames die hun gebeeldhouwde, gebruinde lijven uiteraard niet in traditionele Urker klederdracht verstopten - beetje warm ook in deze tijd van het jaar - maar in klederdracht die ons iets meer kon bekoren. Hoe minder stof, hoe meer stof het doet opwaaien, zeg maar.

Urk is niet zo groot en iedereen kent elkaar, dus het ‘nieuws’ dat we er waren, deed al snel de ronde. Zoals we toen schreven: “Prompt stroomt de hele kade vol. De jonge Urkse havenarbeiders zijn harde werkers, maar onze modellen ook. Stoïcijns nemen ze de meest sensuele poses aan, terwijl noeste dokwerkers en stevige vissers zich aan hen vergapen. Voor één keer vergeten deze jongens hun dagelijkse plicht.

Rode hoofden en rauwe kelen van de vele shagjes zijn het resultaat, maar het is een uitbrander van de baas waard.” Voor de vorm strooiden we ook met achtergrondinformatie over de locaties die we met onze dames bezochten, zo ook over de karakteristieke vuurtoren op Urk: “Deze ‘wachter van de Zuiderzee’ staat op het hoogste punt van het dorp, maar interesseert het u? Onze aandacht wordt een beetje afgeleid.”

Met de verwachte ophef viel het wel mee: de boze brieven waren op één hand te tellen en er werd ook geen partij rotte vis bij ons naar binnen gegooid, tot opluchting van onze schoonmaker. Mochten we echt op tere zieltjes hebben getrapt, of een paar harten van jonge Urkers hebben gebroken, dan zouden we allicht een fruitmandje naar de polder hebben gestuurd. Een mandje met Urks fruit uiteraard, met de hartelijke groeten van Lisette, Frida en Marjolein. Gij zult niet verleiden?

Dat bepalen we nog altijd zelf.