Misdaadcolumn: 'Psssst, schatje!'
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: Straatinitimidatie.
In Utrecht zijn ze onlangs begonnen met een campagne tegen straatintimidatie, een verschijnsel dat zich gek genoeg vooral in Nederland voordoet en waarover buitenlanders zich hooglijk verbazen. Waarin een klein land groot kan zijn. Straatintimidatie bestaat uit sissen, fluiten, naroepen, hinderlijk volgen, enzovoorts. Het leek een paar creatieve ambtenaren bij de gemeente Utrecht wel aardig om de campagne een originele kick-off te geven. Reden tot zorg, want vaak leiden dergelijke brainstormsessies tot schijtlollige projecten. Zoals jaren geleden in Rotterdam, toen hangjongeren op de Lijnbaan werden ‘verjaagd’ door een draaiorgel. Leuk bedacht. De jongeren gingen gewoon ergens anders staan.
Het Utrechtse plan gaat uit van de gedachte dat een man ook maar eens moet ervaren hoe het is om te worden nageroepen. Er werd een billboard geplaatst met beelden van een vrouw die met zwoele lippen allerlei kreten en sisgeluiden door een speaker deed schallen. En zo kon het gebeuren dat een argeloze kantoorklerk, die zich nooit had kunnen verheugen in aandacht van vrouwelijk schoon, tijdens zijn lunchwandelingetje opeens het verzoek naar zijn hoofd kreeg geslingerd om ‘even lekker te komen neuken’. De bedoeling van deze gekkigheid snappen we heus wel. Maar het mist z’n doel. Dat is namelijk de tragiek met dergelijke goedbedoelde campagnes; de mensen die je niet wilt bereiken, pikken het op, terwijl de eigenlijke doelgroep alleen maar oog heeft voor lachgasballonnen, snelle auto’s en lekkere wijven. Die laten zich door geen campagne de wet voorschrijven, áls ze er al iets van meekrijgen.
Dus wat de gemeente Utrecht ook beoogt, het is niet erg waarschijnlijk dat de mannen die door het verleidelijke billboard worden nagefloten ook de mannen zijn die zich schuldig maken aan straatintimidatie. Wie zijn het dan wel? Daar hoeven we niet onnodige ingewikkeld over te doen. Elke studente in Amsterdam, Utrecht of Rotterdam zal kunnen beamen dat jongens van allochtone afkomst het sissen en uiten van gore teksten tot kunst hebben verheven. Respect voor jonge vrouwen is ver te zoeken en het dragen van een kort rokje wordt gezien als een provocatie. In een door de Erasmus Universiteit uitgevoerd onderzoek wordt het als volgt omschreven: “De seksuele toenadering door plegers van door de respondenten veronderstelde Turkse of Marokkaanse afkomst lijkt vooral een jongerenprobleem te zijn. Bij deze groep leidt een afwijzing van of het genegeerd worden door een vrouw regelmatig tot gefrustreerde reacties en het uiten van beledigingen.”
Wat gaat er in die hoofden om? vraag je je weleens af. Verkeren die jongens werkelijk in de veronderstelling dat vrouwen bezwijken voor hun primitieve lokroepen? Dat een studente zich omdraait en zegt: “Ja leuk, ik ga met je mee!”
Zoals eerder opgemerkt lijkt het een typisch Nederlands probleem, hoewel ze er in de Belgische en Franse grote steden ook een handje van hebben. Een Vlaamse journaliste heeft ooit eens haar wandeling door een Brusselse volkswijk met verborgen camera vastgelegd en haar reportage stemde niet erg vrolijk. Te vrezen valt dat het gedrag vooral wordt bepaald door de culturele achtergrond. Wat krijgen deze jongens mee van huis uit? Welk man-vrouwbeeld wordt ze voorgespiegeld in hun opvoeding, voor zover daar überhaupt sprake van is?
Het is op zich te prijzen dat de gemeente Utrecht aandacht vraagt voor straatintimidatie. Ook steden als Den Haag en Amsterdam hebben dit gedaan. De urgentie is er. Maar of je je doel bereikt door flauwe acties met sissende computerstemmen is de vraag. De echt lastpakken krijgen daar niets van mee. Die hebben een gigantisch billboard voor hun kop.