SPORTCOLUMN: We waren erbij (ei ei) en dat was prima
Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: het afgelopen EK.
Micha Jacobs
Over twintig jaar herinnert niemand zich nog het afgelopen EK, tenzij je erbij was (en dat was prima) en van links naar rechts door de straten van Hamburg, Leipzig, Berlijn, München en Dortmund huppelde. Ik zal mij ook alleen maar herinneren dat ik vlak voor Nederland-Engeland een ei op mijn hoofd kreeg en een Fransman bijna een kopstoot gaf.
Het gebeurde op het plein bij mij om de hoek. Twee uur voor de wedstrijd stiefelde ik naar het café dat voor de gelegenheid twee tv-schermen onder de parasol had neergezet. De zon scheen, er was nog één bankje vrij. Da’s alvast de eerste mazzel van de avond, dacht ik, niet wetende dat het snel gedaan zou zijn met het geluk.
Na elke slok bier bouwde de spanning zich op. Toen de spelers het veld opliepen en zich opstelden voor het volkslied knikten mijn knieën. En toen gebeurde het. “WIL-HEL-MUS VA-HAN NA-HA-SAU-EEEE...” Pats! Het voelde alsof een meeuw op mijn hoofd scheet, al was het iets harder dan een witte klodder vogelstront. Het droop al richting mijn nek toen ik, mede door de commotie om mij heen, pas doorhad dat er een ei naar mijn hoofd was gegooid. De dame achter me zat ook onder het eigeel en de eierschalen. In de verte rende een jongen, ik schat hem niet ouder dan een jaar of twaalf, weg met een doosje eieren.
Ik doopte mijn vingers in mijn glas, veegde de klodders uit mijn nek en ging eens goed voor de wedstrijd zitten, er zat niks anders op. Na zeven minuten droop het bier van iemand anders in mijn nek, maar dat was omdat Xavi Simons de bal in de kruising joeg en ook ik een gat in de parasol sprong. Tijd voor nieuw bier, dacht ik, waarna ik mij naar binnen haastte en netjes aansloot in de rij voor de bar. Een rij waarin iemand zeer opzichtig probeerde voor te dringen, met een arrogante bek van heb-ik-jou-daar. “Aansluiten, vriend!” zei ik terwijl hij begon te zuchten. Hij ging nergens naartoe, zei hij, want hij stond daar nu toch.
Mijn hoofd kwam steeds dichter bij het zijne en ik verzocht hem vriendelijk doch dwingend om achteraan te sluiten, waarna hij nog harder begon te zuchten. Hij kwam uit Frankrijk, zei hij en had geen idee dat er een rij was. Ik had opeens medelijden met hem – je zou namelijk maar een Fransman zijn in deze voetbaltijden – en liet hem maar voor, want ik voelde mij als Nederlandse voetbalsupporter opeens superieur aan hem. En aan de Engelsen, maar die deksel kreeg ik snoeihard op mijn neus. Voortaan kijk ik gewoon weer thuis, goed?
Edwin Struis
Ach, een ei hoort erbij, moet je maar denken. Een ouderwets staaltje kattenkwaad in de stijl van Dik Trom, oude tijden herleefden. Dat had ik ook graag gezien bij het Nederlands elftal, maar dat zat er weer eens niet in. In een van die afgrijselijke commercials rond het EK hoorde ik onze bondscoach reppen over het Oranje-dna, maar dat is precies waar het bij zijn eigen elftal aan ontbrak.
Dat dna is namelijk opgebouwd uit attractieve, aanvallende en avontuurlijk ingestelde strengen, bedoeld om het publiek te entertainen en te laten genieten. Ik wil spelers zien die het veld opgaan om te winnen en niet, zoals dit elftal, om niet te willen verliezen. De behoudzucht van Ronald Koeman staat juist haaks op het Oranje-dna. Over een tijdje wordt dit EK enkel nog herinnerd als het toernooi waarbij tienduizenden fans klapwiekend van de drank op commando van links naar rechts fladderden, in plaats van waar het echt om zou moeten gaan: namelijk het voetbal. Want dat was weer eens van een bedenkelijk niveau.
Liefst zes wedstrijden lang opzichtig de falende Memphis Depay de hand boven het gehaarbande hoofd houden, wachtend op een bevlieging die nooit kwam. En waarom eigenlijk? Bang voor een conflictsituatie? En zelfs toen de gemankeerde spits niet meer verder kon, werd hij vervangen door een middenvelder waarvan we er al zoveel hadden. Waarom niet een keer een voorbeeld gesteld en Joshua Zirkzee voor de leeuwen gegooid? Waarom altijd weer terugvallen op League One-spits Wout Weghorst, die enkel rendeert in noodgevallen? Probeer eens wat, in plaats van altijd maar weer op safe spelen. Je had graag Slot, Bosz of Ten Hag op deze groep losgelaten, kijken of er niet wat meer mogelijk was dan uiteindelijk het loon van de angst te incasseren tegen Engeland.
Na afloop van die deceptie vroeg ons kijkgroepje van zes personen zich af of we dit soort wedstrijden nog lang zouden herinneren. We somden zonder aarzeling de tegenstanders en uitslagen van het WK’74, ’78 en EK’88 op, maar de poulewedstrijden van het vorige EK, vanwege corona toch maar drie in plaats van vier jaar geleden, waren ons totaal ontschoten, terwijl we allen toch grote voetballiefhebbers zijn. De band met Oranje wordt elk toernooi wat losser, tot de dag komt dat je het uitlaten van de hond een leukere bezigheid vindt dan het begluren van een interland. En dat moment is niet ver weg meer.
- ANP