Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Misdaadcolumn: 'Het Mysterie Muller'

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'Het Mysterie Muller'

Henk Strootman

Vorige week had ik het over de oude doos vol misdaadverhalen die ik op zolder was tegengekomen. Zo’n dertig jaar aan moord- en verdwijningszaken, waarvan ik er veel was vergeten, wierpen me terug in de tijd.

De moord op befaamde restauranthouder Gerard Fagel bijvoorbeeld, waar allerlei smeuïge motieven achter werden gezocht, maar wat uiteindelijk niets anders dan een uit de hand gelopen roofoverval bleek te zijn. Of de liquidatie in Rotterdam van bingokoning John Bestebreurtje, die in 1988 in zijn Mercedes voor het stoplicht vanaf een motor werd doodgeschoten. Qua uitvoering toen nog een unicum, vandaag de dag niets bijzonders meer. Verder verhalen over de verdwijningen van bijvoorbeeld Germa van den Boom, Lisette Vroege en Tanja Groen. Wrang om terug te lezen hoe er toen nog de hoop leefde dat de meiden wel weer voor de dag zouden komen. Inmiddels weten we beter.

Een ander verhaal dat meteen mijn aandacht trok was het ‘Mysterie Muller’. Mijn reportage over deze zaak begon, net als de gifmoord waarover ik vorige week schreef, met een knipsel dat Peter R. de Vries op mijn bureau had gelegd.

“Rijkswacht wellicht achter moord op Nederlandse zakenman,” kopte het artikel. Nu zou je beginnen met een zoekactie op Google, maar dat was er in die tijd nog niet bij. De research bestond uit een telefoontje naar knipseldienst Matla in Den Haag, waar twee bejaarde dames al decennialang volgens een onnavolgbaar systeem stukjes uit de kranten knipten en in enveloppen stopten. Een redelijk antieke werkwijze, maar voor die tijd werkte het prima en iedere journalist wist de weg naar de dames Hubers en Kortekaas te vinden. Ook ik werd weer niet teleurgesteld; de dames hadden een mooi bundeltje knipsels over het moordcomplot voor me klaargelegd.

Het kwam erop neer dat een Vlaamse politicus zo z’n twijfels had bij de dood van de Nederlandse zakenman John Muller.

De man was in de jaren 80 op de stoep voor een hotel aan de Louiselaan in Brussel door een aanstormende politieauto aangereden. Opzettelijk, zo leek het. De bestuurder had niet geremd, maar tot een onderzoek was het nooit gekomen, ondanks dat slachtoffer Muller de aanrijding niet had overleefd. Jaren later waren getuigen gaan praten. Zo bleek de rijkswachter niemand minder te zijn dan Madani Bouhouche, een twijfelachtig type dat later verwikkeld was geraakt in allerlei louche zaken, waaronder zelfs de moordpartijen van de Bende van Nijvel. Volgens enkele tipgevers zouden Muller en Bouhouche elkaar hebben gekend. Muller zou te veel hebben geweten van een wapenroof waarbij de ex-rijkswachter betrokken was geweest en daarom uit de weg zijn geruimd.

Via via kwam ik in contact met een broer van John Muller.

De man ontving mij in zijn huis in Nieuwegein en was stomverbaasd dat zijn broer werd genoemd als slachtoffer van een moordcomplot. John was vertegenwoordiger, leefde inderdaad in België en was overleden aan de gevolgen van kanker. De man trok een lade open en haalde wat paperassen tevoorschijn, waaronder een paspoort, afsprakenkaarten van een ziekenhuis en een agenda. “Gekregen van het ziekenhuis in Luxemburg waar John is overleden,” sprak de broer.

Dit klonk minder spannend dan het krantenstukje. Ik bladerde door de paperassen en zag niets dat mijn argwaan wekte. Maar diep van binnen waarschuwde een stemmetje mij dat dit allemaal onderdeel kon zijn van een geraffineerde samenzwering. Wat zouden ze in het Luxemburgse ziekenhuis over de zaak te zeggen hebben? “Nooit bellen,” had Peter R. de Vries me geleerd, “erop af.” Na vier uur rijden stapte ik het ziekenhuis binnen. In de afsprakenkaarten van Muller had ik een naam zien staan: “M. Di Cato, oncoloog.” Tot mijn opluchting liet de arts me binnen en niet gehinderd door het medisch geheim vertelde hij me wat er was gebeurd. De heer Muller was inderdaad in het ziekenhuis opgenomen geweest en uiteindelijk overleden aan de gevolgen van maagkanker.

Ik wist genoeg, het complotverhaal kon de prullenbak in.

Maar ergens bleef ik zitten met de vraag hoe het verhaal de wereld in was geholpen. Een verzinsel? Waren feiten en namen door elkaar gehaald? We zullen het nooit weten, want vrijwel alle betrokkenen in het verhaal zijn inmiddels overleden.

Misdaad
  • Knipsel AD