Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Misdaadcolumn: 'Beginnersgeluk'

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: 'Beginnersgeluk'

Henk Strootman

Deze week een verhaal uit de oude doos. Letterlijk, want die doos kwam ik tegen bij het opruimen van de zolder. Vol uitgeknipte misdaadreportages van eigen hand uit de periode 1988 tot heden. Vergeten moorden, interviews, onopgeloste verdwijningszaken; ik kon al snel niet meer stoppen met lezen en wist me sommige verhalen totaal niet meer te herinneren, ook al had ik ze zelf geschreven.

Een enigszins verontrustende ontwikkeling, maar ik troost me met de gedachte dat een schilder vast ook niet meer weet welke kozijnen hij allemaal heeft geverfd.

Een van de verhalen waarin ik bleef hangen was de gifmoord op Jan Kleine uit Meppel. Op een dag in oktober 1992 legde mijn toenmalige hoofdredacteur Peter R. de Vries een knipsel voor mijn neus waarin vrij summier werd gemeld dat zich in een bepaalde straat een verdacht overlijden had voorgedaan, mogelijk iets met gif. Of ik daar mijn licht eens kon opsteken. Peter gaf me wat tips mee. “Eropaf, niets telefonisch doen. Als je belt word je makkelijk afgewimpeld. Sta je eenmaal bij iemand voor de deur, dan krijg je zomaar een kop koffie aangeboden.” Dat je ook een klap voor je bek kon krijgen vertelde Peter er niet bij. Na een stevige rit parkeerde ik mijn auto in de straat waar het drama zich had afgespeeld en besloot bij een willekeurig huis aan te bellen om te vragen om welk het huis het precies ging.

Al na een paar seconden werd er opengedaan door een oudere mevrouw, die me tijdens het inparkeren al vanachter een gordijn had gadegeslagen.

“Goedemiddag,” begon ik, “als journalist doe ik onderzoek naar een gifmoord die zich mogelijk in deze straat heeft afgespeeld. Weet u misschien om welk huis het gaat?”

“Jazeker,” klonk het niet onvriendelijk, “dat was hier.”

Ik stond even met een mond vol tanden en moest razendsnel schakelen. Kwam dit niet over als een wel heel goedkope smoes? Zou de mevrouw niet denken dat ik wel degelijk wist waar ik moest zijn? Maar voordat ik antwoord kon geven klonk het tot mijn verrassing: “Wilt u anders binnenkomen?”

Het knipsel uit Nieuwsblad van het Noorden dat Peter R. de Vries in 1992 voorschotelde aan Henk Strootman.

De koffie sloeg ik zekerheidshalve af, maar ik was binnen, een prima begin. De vrouw bleek de moeder te zijn van verdachte Alie Z., ze was in huis om op de kleinkinderen te passen. Want ja, Alie zat inderdaad vast. Schoonzoon Jan Kleine, een robuuste trucker, was in een paar weken geveld door een mysterieuze kwaal en uiteindelijk overleden. Volgens de recherche als gevolg van het dagelijks nuttigen van een balletje gehakt, waar Alie steeds het uiterst giftige paraquat aan had toegevoegd. Jan was nog maar nauwelijks begraven of Alie werd al vrolijk lachend op straat gesignaleerd, vaak in gezelschap van een kostganger die Jan en Alie al een tijd in huis hadden. Deze opmerkelijke gang van zaken bereikte ook de recherche, waarop het hele zaakje aan het rollen kwam.

Tijdens het gesprek kreeg ik de indruk dat de vrouw ‘blij’ was dat ze het allemaal eens van zich af kon praten. Elk detail kwam ter sprake en voor ik het wist kwamen er fotoalbums op tafel, waaruit ik ‘gerust een paar kiekjes mocht meenemen’. Een uur na mijn aanbellen verliet ik de woning met een onthullend verhaal, met dank aan een vrouw die niet bepaald twijfelde aan de schuld van haar dochter.

Onderweg terug naar de redactie probeerde ik me voor te stellen hoe De Vries mij uitvoerig zou prijzen om dit staaltje ambachtelijk verslaggeverswerk. Maar dat pakte anders uit.

“Aardig gedaan Henk,” klonk het, “maar je hebt wel heel veel geluk gehad. Dit gaat je niet vaak meer gebeuren.”

Hij heeft gelijk gekregen.

Misdaad
  • Nieuwsblad van het Noorden