U noemt het een poging tot afpersing, ik noem het gewoon Haagse manieren. Als iemand niet uit zichzelf betaalt, dan moet je hem soms een beetje helpen,” zegt Leo (48) terwijl hij volkomen ontspannen voor de rechter zit. Net als de rest van zijn familie komt hij hier niet bepaald voor het eerst. Ze hebben een zekere reputatie in Den Haag en omstreken. Alleen al het noemen van zijn achternaam wordt door sommigen als een bedreiging opgevat, iets wat Leo, maar ook anderen, soms best goed uitkomt. Dit keer was het zijn zwager die hem benaderde voor een klusje. Hij had een klein fortuin gewonnen in de loterij en leende hier en daar wat geld uit, dat hij dan na verloop van tijd, en met rente, weer terugkreeg. Maar dat ging helaas niet altijd goed. Dit keer had hij zijn geld, een bedrag van 16.000 euro, aan de verkeerde uitgeleend.
“En u wilde wel even voor deurwaarder spelen?” vraagt de rechter.
“Ach, mijn zwager heb mij ook een paar keer goed geholpen,” vertelt Leo.
“Ik vond het lullig om nee tegen hem te zeggen. Bovendien is die kerel van wie hij nog geld kreeg behoorlijk groot.
Ik geloof dat ie twee meter vijf is of zo, die oplichter.”
“Doet u wel vaker dat soort klusjes?” informeert de rechter.
“Soms,” zegt Leo. “Het ligt er natuurlijk aan wie het vraagt. Laatst kreeg een buurvrouw van me een nieuwe buurman boven zich wonen. Een Marokkaan.
Die liep de hele dag vanaf zijn balkon in haar tuin te spugen. Of ik daar even aan wou bellen? Nou, dat doe ik dan voor zo’n vrouwtje. Dan ga ik effe een praatje maken met die man.” Wat hij onder ‘een praatje maken’ verstaat laat zich raden. Met de schuldenaar wilde hij ook een praatje maken, maar al snel pakte Leo hem ‘bij zijn lurven’ en schreeuwde hij hem in z’n gezicht dat, als hij niet snel het geld zou krijgen, hij een paar Joegoslaven zou bellen die de man met alle plezier door zijn kop zouden schieten.
“Ach ja, je roept eens wat,” bekent Leo. “Ik ken helemaal geen Joegoslaven, joh.”
“U dreigde hem ook met een hamer te slaan, klopt dat?”
“Klopt,” zegt Leo. “Toen hij naar zijn telefoon greep en ging bellen, ben ik die voor de zekerheid maar even uit m’n auto gaan halen. Die man heb een paar nare vriendjes, weet u wel, van die gorillatypes. Wist ik veel dat ie 112 belde? Dat verwacht je niet van een beroepsoplichter.”
“U leeft zelf van een uitkering,” weet de rechter. “Mocht u straks een boete krijgen of een gevangenisstraf, in hoeverre komt u dan in de problemen?”
“Dat is allemaal geregeld,” zegt Leo.
“De boete betaalt m’n zwager en als ik moet zitten, betaalt hij m’n huur.”
De rechter kan een kleine glimlach niet onderdrukken.
“Het is natuurlijk wel de bedoeling dat u de straf zelf draagt,” zegt hij.
“Daar heb u ook weer gelijk in,” zegt Leo. Om zeker te weten dat niet z’n zwager, maar Leo zelf op de blaren zit, legt de rechter hem een werkstraf op van honderd uur, plus een voorwaardelijke celstraf van een maand.
Leo knikt instemmend.
“Ik ben het er helemaal mee eens,” zegt hij. “Tot ziens dan maar weer.”
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban