Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Bij de politierechter: 'Een appeltje voor de dief'

Het overkomt ons allemaal: je ziet iets moois en krijgt het niet meer uit je hoofd. Je móét het hebben. Gelukkig heeft niet iedereen een slijptol op zak.

Bij de politierechter: 'Een appeltje voor de dief'

Omar* (37) is bijna een kop groter dan de twee agentes van de parketpolitie die hem vanuit het cellencomplex naar de zittingszaal begeleiden.

Zo nonchalant als hij zich kleedt – joggingbroek, T-shirt – zo streng bewaakt hij de grenzen van zijn minutieus getrimde baardje. Bij binnenkomst wisselt hij kort een blik uit met zijn vriendin, die met tranen in haar ogen in de zaal zit. Het is de eerste keer sinds twee weken dat ze elkaar weer zien. Dertien dagen geleden, vroeg in de ochtend, was Omar op de fiets op weg naar haar, maar hij zou er nooit aankomen.

“Want u zag bij het station een andere fiets staan,” weet de rechter.

“Klopt,” zegt Omar.

“Best wel een mooie fiets.”

“Dat kun je wel zeggen, ja,” bevestigt Omar.

“En u had toevallig een slijptol bij u?”

“Precies, want ik zou gaan klussen bij mijn vriendin. Maar toen zag ik die fiets. Die kon ik echt niet laten staan. Stom natuurlijk.”

De fiets waar Omar als een blok voor valt is een hagelnieuwe mountainbike. Hij staat vastgeketend aan een fietsenrek, maar dat is geen probleem. Terwijl om hem heen de mensen hun weg zoeken naar trein, bus en fiets gaat Omar op zijn gemak en in het volle zicht van een beveiligingscamera het kettingslot te lijf met zijn slijptol. Het doorgeslepen slot drapeert hij om zijn eigen damesfiets, om de indruk te wekken dat die op slot staat. Net wanneer hij de mountainbike bestijgt, arriveert de politie. Omar probeert te ontkomen, maar ver komt hij niet.

‘Ik zou gaan klussen bij mijn vriendin. Maar toen zag ik die fiets. Die kon ik echt niet laten staan. Stom natuurlijk’

Uit onderzoek blijkt later dat ook de damesfiets die hij achterliet van diefstal afkomstig is. Die werd een dag eerder gejat, eveneens bij een station. Beide fietsdiefstallen worden hem vandaag ten laste gelegd. Mocht de diefstal van de damesfiets niet bewezen worden geacht, dan wil de officier van justitie hem alsnog veroordeeld zien voor de heling ervan. Het verhaal van Omar dat hij de fiets van een vriend had geleend gelooft ze niet. En al zou dat zo zijn, dan nog had hij volgens haar moeten vermoeden dat de fiets geen zuivere koffie was. Er zat niet eens een slot op.

“Sorry hoor,” onderbreekt Omar het verhaal van de officier, “maar ik ga hier zowat van m’n stokje. Ik moet echt snel iets met suiker hebben. Kan dat?”

De rechter kijkt hem onderzoekend aan. De rechtbank is geen snoepwinkel. “Een kopje thee misschien?” oppert ze.

“Of wacht, daar heeft iemand een appel voor u. Is dat iets?”

In de zaal houdt Panorama-tekenaar Adrien een glanzend rode appel in de lucht. Omar knikt. Die lust hij wel. Terwijl de officier haar verhaal weer oppakt, verorbert Omar smakelijk zijn appel. Hij geniet. Met volle wangen, malende kaken en hoorbare happen.

“Gaat het weer een beetje?” informeert de rechter.

“Huhhuh,” antwoordt Omar met volle mond.

Sinds enige tijd woont hij in een opvanghuis van het Leger des Heils. Hij leeft van een daklozenuitkering en brengt zijn dagen hoofdzakelijk blowend door. Tussendoor werkt hij aan zijn strafblad, dat inmiddels tien pagina’s telt. Het staat bol van de fietsdiefstallen, vrijwel allemaal gepleegd met behulp van een slijptol, wat zijn verhaal – dat hij ging klussen bij zijn vriendin – er niet geloofwaardiger op maakt.

“U klust wel veel, hè?” merkt de rechter op.

“Best wel,” zegt Omar terwijl zijn ogen het afgekloven klokhuis afspeuren op zoek naar een over het hoofd gezien stuk vruchtvlees.

“Of gaat u misschien toch bewust met die slijptol op pad om fietsen te stelen?”

“Echt niet,” verzekert Omar haar hoofdschuddend.

Voor het stelen van de damesfiets ziet de rechter onvoldoende bewijs. Hetzelfde geldt voor de heling ervan. Alleen het ontbreken van een slot is volgens haar onvoldoende om te kunnen vermoeden dat een fiets van diefstal afkomstig is. Voor het jatten van de mountainbike krijgt Omar een celstraf van drie weken opgelegd. Daarbovenop zal hij nog een extra week moeten uitzitten als gevolg van een eerdere, voorwaardelijke celstraf. De proeftijd van een tweede voorwaardelijke celstraf, eveneens het gevolg van een eerdere fietsendiefstal, wordt door de rechter verlengd op voorwaarde dat Omar zich zal laten opnemen in een detoxkliniek om te werken aan zijn cannabisverslaving.

Terwijl hij weer wordt afgevoerd richting cellencomplex werpt Omar zijn vriendin nog snel een kushandje toe. Onze tekenaar krijgt een duimpje omhoog.

*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.

Misdaad
  • Adrien Stanziani