“ Kent u mij nog?” vraagt de rechter. S. Knikt.
“Wij hebben vaker tegenover elkaar gezeten, toch?”
S. Knikt.
Hij zit met zijn armen stijf over elkaar. Hij draagt een smetteloos witte polo waarin de vouwen nog zichtbaar zijn. Achterop prijkt een zwart-witfoto van een naakte vrouw die wulps aan de loop van een pistool likt. ’Stay Brutally Rich’ staat erboven.
S. Is pas 21 jaar. Even oppert de rechter nog de mogelijkheid om hem te veroordelen volgens het jeugdrecht, wat juridisch gezien nog mogelijk is, maar daar ziet hij, gelet op de staat van dienst van de verdachte, van af. S. Geeft geen krimp, maar hij zal het er roerend mee eens zijn. Het stadium van het jeugdrecht is hij ruimschoots ontgroeid. S. Ziet zichzelf, hij doet althans erg zijn best die indruk te wekken, als een volleerd gangster. Schooldiploma’s of certificaten heeft hij niet. Zijn strafblad is zijn visitekaartje.
Dit keer zit hij hier voor een inbraak en een poging tot diefstal bij een bakkerij. Het is een uur of vier ’s nachts wanneer het alarm afgaat en de politie een melding binnenkrijgt. Meerdere eenheden komen op de bakkerij af. Bij het pand zien agenten twee mannen wegrennen. Elk een andere kant op. Een van de mannen kan even later betrekkelijk eenvoudig worden aangehouden.
“Normaal doe ik dit soort dingen nooit,” zou hij op de achterbank van de politiewagen tegen de agenten hebben gezegd.
“Maar ja, geldgebrek hè.”
Tanden in bovenbeen
De tweede man laat zich minder makkelijk pakken. In de binnentuin van een appartementencomplex verliest de politie hem uit het oog, maar ver kan hij nooit zijn.
“Kom tevoorschijn of ik laat de hond los,” roept een agent de duisternis in.
Niets.
“Kom tevoorschijn of ik laat de hond los,” waarschuwt hij een tweede keer.
Niets.
Politiehond Diesel pikt het geurspoor probleemloos op. Binnen een mum van tijd is hij bij S., die zich schuilhoudt achter een vuilnisbak en wat bierkratjes op een soort balkon. Eerst zet hij zijn tanden in het bovenbeen van S.. Als de agenten arriveren hangt de hond in zijn onderarm.
Zijn advocaat heeft foto’s aangeleverd van de verwondingen die Diesel aanrichtte. Dat zijn geen prettige plaatjes. Hoewel zijn cliënt zich, zoals een echte gangster betaamt, beroept op zijn zwijgrecht en dus geen woord zegt over zijn mogelijke betrokkenheid bij de inbraak in de bakkerij, vindt de advocaat dat de hondenbeten gerust gezien kunnen worden als een lijfstraf. Mocht de rechter het toch bewezen achten dat S. Een van de twee daders was, is hij door de hond dan al niet genoeg gestraft?
De rechter vindt van niet. Zijn aanhouding was keurig volgens het boekje. Wie zich niet vrijwillig overgeeft, die kiest daarmee zelf voor het alternatief. En dat S. Wel degelijk een van de inbrekers was, staat volgens de rechter ook buiten kijf. Er zijn beelden van de bewakingscamera’s, er is dna van hem aangetroffen en ook de telefoon die wordt gevonden is van S., zo concludeert de politie wanneer zijn moeder de ochtend na de inbraak zes keer naar het toestel belt. Beide verdachten krijgen een werkstraf van 120 uur. S. Krijgt daarbovenop ook nog twee maanden celstraf vanwege een voorwaardelijke straf die hij nog boven zijn hoofd had hangen. Trots als een pauw loopt hij de zaal uit.
- Petra Urban