Verona van de Leur: 'Ik, winkeldief'
Toen onze columniste krap bij kas zat, jatte ze een Adidas-trainingsjasje bij de V&D. En ze was er nog trots op ook.
Eigenlijk mijn hele leven heeft wel te maken met sport en daar hoort natuurlijk de juiste kleding bij. Je zou zeggen dat je blij bent als je daarna weer iets normaals aan kan trekken. Nou, ik niet. Ik ben helemaal gelukkig in m’n trainingspak. Het voelt als een tweede huid. Maar dan wel één van het merk Adidas.
Ik heb er kratten vol van. Geweldig vind ik ze. Je kunt me de duurste en mooiste designerjurk aan laten trekken, maar ik kijk toch weer uit naar het moment dat ik het pak met de drie strepen kan dragen. Heerlijk om dat op m’n lijf te voelen.
Hoe verslaafd ik eraan ben? In een donker verleden was ik zo’n beetje platzak en zwierf ik op straat. Geen werk, geen turnen, dagenlang liep ik kwijlend langs de winkeletalages.
Ik keek naar alles wat ik niet kon krijgen. Bij de V&D zag ik de nieuwste Adidas-collectie. Ik ging naar binnen en paste een trainingsjasje en was meteen verkocht: ik moest en zou het hebben. Er zomaar mee naar buiten lopen was geen optie. Nee, het werd een criminele operatie van een paar uur.
Eerst gereedschap scoren om het alarmlabel in het pashokje eraf te krijgen, maar hoe doe je dat?! Schaar, tang, zelfs een schroevendraaier gingen mee het slagveld op. Man, man, man… wat ging dat moeilijk! Uiteindelijk heb ik toen maar een groot gat geknipt om het alarm heen.
“Lukt het allemaal?” hoorde ik aan de andere kant van het gordijn.
“Ja hoor, prima,” antwoordde ik snel. Ik piste zowat in m’n broek! Maar alles voor het goede doel, hield ik me zelf voor.
Eindelijk lukte het! Eerlijk gezegd zag het er niet uit: een groot gat aan de voorkant van het jasje. Maar ik ben toch met m’n winterjack eroverheen en een rood bezweet hoofd de deur uitgelopen. Ik had mijn droomtrainingsjas veroverd. Oké, stelen hoort niet, maar ik was er toch een beetje trots op dat mijn missie geslaagd was.
Niet leuk voor de V&D, maar ik denk niet dat ze door mij failliet zijn gegaan. En bij dezen: het spijt me en ik zal het nooit meer doen. Denk ik...
- Verona van de Leur