Bij de politierechter: de Dikke en de Dunne

Het is twee uur ’s nachts en de Dikke (38) en de Dunne (27) zijn gestrand bij een tankstation langs de A29. Hun bestelbus weigert dienst. De Dunne heeft de wegenwacht gebeld en nu zit er niets anders op dan wachten. Terwijl de Dikke de voorruit van de bus lapt, nadert een auto. Dat is snel! Maar het is de wegenwacht niet. Aan de passagierskant stapt een jonge vrouw uit die langs de bestelbus van de Dikke en de Dunne de winkel binnenloopt. De Dikke ziet dat ze een gesprek aangaat met de kassadame en daarbij opzichtig naar de bestelbus wijst. Daarna rekent ze iets af, loopt ze naar buiten en stapt ze weer in de auto.

@backlink(155585)

Vlak daarna stapt de bestuurder uit. Ook hij loopt langs de bestelbus de winkel binnen, ook hij spreekt de vrouw achter de kassa aan en ook hij wijst opvallend richting de bestelbus. Nu beginnen de Dikke en de Dunne argwaan te krijgen. Wat moeten die mensen van hen? Zouden ze weten wat er in de bus zit? Wanneer de man terugloopt naar zijn auto, zoeken zijn ogen contact met die van de Dikke. Zijn blik is vuil en onvriendelijk. Eenmaal terug in zijn auto laat de man zijn autoraam zakken.

“Vieze kankermarokkaan!” roept hij. En daarna: “Of viezekankerturk!”

De man die door getuigen wordt omschreven als de Dunne, heet wel Said, maar hij is geen Marokkaan en ook geen Turk. Net zomin als de man die ooggetuigen de Dikke noemen. Hij heet Elik en is net als Said geboren in Azerbeidzjan. Samen reizen ze door Nederland met een goud- en sieradenhandel. Hun bus ligt vol kostbaarheden.

‘Hij heeft een pistool!’

“Vandaar onze reactie,” zegt de tolk van de Dikke, die in tegenstelling tot de Dunne geen Nederlands spreekt. “Wij dachten dat we overvallen werden!”

“U heeft niets tegen de vrouw gezegd toen zij langs uw bestelbus liep?” vraagt de rechter. “Iets wat zij mogelijk als kwetsend of seksistisch heeft kunnen opvatten?”

“Geen woord,” zegt de tolk namens de Dikke.

“Want dat is namelijk wel wat de vrouw verklaart,” zegt de rechter.

De Dikke schudt zijn hoofd. Hij heeft niets gezegd. Er was volgens hem geen enkele aanleiding voor de vuile blikken en de scheldpartij. Dat maakte het juist zo bedreigend, zegt hij. Juist daarom haalde hij dat pistool tevoorschijn.

“Geef me dat ding,”zegt hij tegen de Dunne wanneer de man nog scheldend uit het raam hangt.

“Hij heeft een pistool, papa, hij heeft een pistool!” gilt de 11-jarige dochter van de bestuurder daarna vanaf de achterbank.

Door het open raam verschijnt de hand van de Dikke met daarin een pistool dat recht op het hoofd van de bestuurder wordt gericht. In een reflex slaat hij het wapen weg, hij geeft een dot gas en rijdt de nacht in.

De Dikke en de Dunne gooien het op zelfverdediging. Moesten zij zich zomaar laten overvallen dan? Maar de rechter gelooft daar niets van. Er was niets wat op een dreigende overval wees. En er zat nota bene een 11-jarig kind in de auto. Het gaspistool mocht dan onklaar zijn gemaakt, het was nog altijd levensecht en daarom verboden. De Dikke krijgt drie maanden cel waarvan twee maanden voorwaardelijk. De Dunne had een kleinere rol, maar het aangeven van het wapen maakt hem wel medeplichtig: zes weken cel, geheel voorwaardelijk.

@backlink(155553)

Lees het in Panorama

Dit was een aflevering van 'De politierechter' uit de oude doos, geschreven door onze verslaggever Jochem Davidse. Benieuwd naar de aflevering van deze week? Lees 'm in ons magazine op Blendle of bestel een papieren versie.