MISDAADCOLUMN: Waarom gaan veel jongeren van met name Curaçao zo vaak en zo zwaar in de fout?
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: de Antilliaanse onderwereld in Nederland.
Dat de Rotterdamse seriemoordenaar Sendric S. (24) afkomstig is van Curaçao zal in menig recherchekamer een diepe zucht hebben veroorzaakt. Want het valt niet te ontkennen: mensen met een Antilliaanse achtergrond zijn nog steeds oververtegenwoordigd in de Nederlandse criminaliteitscijfers. Dit is geen natte vingerwerk, maar de keiharde, jaarlijks terugkerende conclusie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en meerdere strafrechtsdeskundigen.
Je hoeft trouwens geen ingewikkelde staafdiagrammen te raadplegen om tot een dergelijke conclusie te komen, gewoon de krant lezen is genoeg. Veel leden van liquidatiegroeperingen zoals Caloh Wagoh of No Limit Soldiers hadden hun wiegje op Curaçao, zoals het Antilliaanse volksdeel zich ook niet onbetuigd laat op het gebied van overvallen, drugshandel, ripdeals en straatcriminaliteit. “Deze groep komt verreweg het meeste voor in alle stadia van het strafrecht. Dat betekent dat zij het meest worden verdacht, vervolgd, gedagvaard, veroordeeld en gedetineerd,” aldus een recent rapport van het CBS.
De aartsvader van de Antilliaanse onderwereld in Nederland was misschien wel de inmiddels 77-jarige Schiedammer Siegfried S. uit Schiedam. Samen met enkele broers, onder wie de in 2005 geliquideerde Melfrim, werd hij sinds de jaren 70 in verband gebracht met drugshandel, gedwongen prostitutie, bedreigingen en bankroven. Siegfried stond bekend als levensgevaarlijk en deinsde er niet voor terug om tijdens een achtervolging met een automatisch wapen op de politie te schieten. Siegfried slijt zijn oude dag in de gevangenis; hij zit een levenslange straf uit voor een dubbele moord in Antwerpen. Ook wordt S. in verband gebracht met enkele onopgeloste moorden op onder anderen Helio Stewart uit Schiedam en de Rotterdamse Soraida Maxwell.
Dan nu de vraag: waaróm gaan veel jongeren van met name Curaçao zo vaak en zwaar in de fout? Volgens forensisch psychiater David Vinkers speelt de problematische relatie met Nederland een rol. “Migranten hebben vaak weinig kennis van en een gebrek aan binding met de Nederlandse samenleving,” zo zegt hij op de site koninkrijk.nu. “Antillianen beheersen de Nederlandse taal meestal niet goed en voelen een grote afstand tot Nederlandse hulpverlening.” Als tweede punt noemt hij verschillende sociaaleconomische factoren. Zo zou er hoge schooluitval en (jeugd)werkloosheid heersen onder Antillianen in Nederland. “Ze hebben vaker te maken met een lage socio-economische positie, schulden en armoede.” In gewoon Nederlands zou je kunnen zeggen dat deze groep voor galg en rad opgroeit.
Wat verder een rol speelt, zijn culturele factoren zoals de zogeheten ‘matrifocale éénoudergezinnen’ (daarin nemen moeder, dochter of grootmoeder een centrale positie in, red.), opvoedingsproblematiek en een autoritaire opvoedingsstijl. Het gebrek aan sociale controle in Nederland zou bijdragen aan criminaliteit onder Antillianen. Roel Jennissen, oud-medewerker van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) zegt hierover: “De criminaliteit van de eerste generatie is een beetje te vergelijken met Nederlandse jeugd die naar Lloret de Mar gaat. Daar gaan ook alle remmen los omdat de sociale controle wegvalt. Op de eilanden is er veel meer sociale controle. Als mensen naar Nederland verhuizen, valt dat opeens weg. Ze hebben hier vaak geen of minder familie in de nabije omgeving. Als mensen op Bonaire iets doen, weet gelijk het hele eiland het. In Den Haag is meer anonimiteit.”
Normaal gesproken houden veel criminelen het na hun 23ste wel voor gezien, zo wijzen de cijfers van het CBS uit. Dan wordt er getrouwd of samengewoond, zijn er wellicht kinderen of is er inmiddels een baan. Maar ook dit is anders bij Antillianen. “Gemiddeld genomen gaat deze groep langer door,” aldus Jenissen. “Na de leeftijd van 45 dalen de criminaliteitscijfers pas.” Als het gaat om de bestrijding van deze problematiek worden al snel de oude paradepaardjes van stal gehaald, van beter onderwijs tot extra kansen op de banenmarkt en van meer sociale controle tot opvoedingscursussen. Maar er is duidelijk nog een heel lange weg te gaan.
- Adobe Stock