Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Misdaadcolumn: Lijkenpikkers op het kerkhof

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: grafschennis.

Henk Strootman

Baarn, een stip op de landkaart. Maar wel een mooie. Iets meer dan 25.000 inwoners, fraai gelegen aan rivier de Eem. Maar ook aan deze parel van de provincie Utrecht is de criminaliteit niet voorbijgegaan. Zo was er de Baarnse moordzaak in 1960, waarbij twee jongens uit een welgestelde familie hun vriendje Theo Mastwijk (14) vermoordden. En wat te denken van die andere Baarnse moordzaak in 1999, waarbij het echtpaar Hans en Ria Muller werd vermoord en begraven door huisvriend Paul de R. Onlangs haalde Baarn opnieuw de kranten, nu met een gebeurtenis die niet zou misstaan in een Netflix-serie.

Op de oude begraafplaats aan de Berkenweg bleek iemand het graf van een zekere Catharina Geertruid Hissink te hebben geopend. Nou ja, ‘iemand’, de loodzware deksteen kon nooit door één persoon zijn verschoven. Er was een opening van ongeveer een halve meter ontstaan en alleen met een hijskraan kon de steen later weer op z’n plaats worden getild. De grafschennis werd ontdekt door een plantsoenwerker, die op zijn beurt met schrik in de benen de gemeente inlichtte. In Baarn vraagt men zich nu af: waarom vond iemand het nodig om het graf van de op 14 maart 1906 overleden Catharina te openen?

Louis D. en zijn kornuiten gingen de tombe binnen, braken de kist van Dorus open en gristen het horloge en de ketting van het lijk  

Vooralsnog is er niemand die het weet, maar vermoedens zijn er wel. Misschien dacht iemand dat er iets te halen viel in het graf. Juwelen, sieraden, gouden ringen: zeg het maar. Waar dit vermoeden op gebaseerd zou moeten zijn, is een raadsel. In de archieven is niets te vinden dat wijst op rijkdom in de familie van Catharina.

Grafschennis op de oude begraafplaats aan de Berkenweg in Baarn.

De zaak doet denken aan een van de grofste grafschendingen die ik in mijn loopbaan ben tegengekomen. Het is al even geleden (2007), maar het staat me nog helder voor de geest. Het verhaal begon met een gerucht dat door ene Erica bij haar toenmalige vriend Louis D. in was gefluisterd. In het graf van haar oom, de op 58-jarige leeftijd overleden goudsmid Dorus Gerrits uit Renkum, zou een goede buit te vinden zijn, waaronder een Genève-horloge ‘van tachtig ruggen’ en voor ‘tonnen aan goud’, waaronder een zware ketting met een hanger waarin een afbeelding van Dorus’ overleden ouders was geëtst. Nou, dat verhaal was bij beroepsinbreker Louis D., met een strafblad van 44 pagina’s, niet aan dovemansoren gericht. Elf weken nadat het lichaam van Dorus Gerrits in de tombe was bijgezet, trok hij er samen met twee handlangers opuit.

Het was geen gemakkelijke klus. De deksteen bleek loodzwaar, zo’n 300 kilo. Maar met vereende krachten wisten de mannen de steen opzij te schuiven, ver genoeg om de tombe binnen te gaan. En daarmee was de horrorexpeditie nog niet ten einde, want eenmaal binnen moest de kist worden opengebroken. Maar ook dat klusje was snel geklaard; met grof geweld werd het deksel losgewrikt. De aanblik van een dode die al elf weken in zijn kist ligt, in het holst van de nacht en tegen de achtergrond van een bedompte tombe, zou voor een normaal mens een leven lang nachtmerries betekenen. Maar niet voor Louis en zijn kornuiten. Ze gristen het horloge en de ketting van het lijk en gingen er snel vandoor. De dekplaat lieten ze open.

Het was de weduwe die de grafschennis de volgende dag ontdekte. Ze kon door de opening van de tombe haar overleden man zien liggen. De zaak zorgde voor veel beroering in het dorp en de politie nam het hoog op. De daders konden uiteindelijk worden gepakt en met name Louis werd zwaar gestraft; hij moest voor jaren de cel in. En dat allemaal voor een horloge dat van nikkel bleek te zijn en een ketting die slechts 420 euro opleverde.

Misdaad
  • Baarnsche Courant