Toen Serena Williams een jaar of acht geleden onverslaanbaar was op de tennisbaan en een toernooi speelde in Rome, had het personeel van het hotel waarin ze sliep iets leuks bedacht: ze hadden een sterrenmaal bereid voor haar hond, een yorkshireterriër. Die zalm met rijst zag er zó appetijtelijk uit dat ze er zelf ook een hapje van nam, gaf ze toe op Snapchat: “Don’t judge me.” Niemand veroordeelde haar, maar er was ook niemand die het gek vond dat ze zich daarna niet zo lekker voelde en een hele avond op het toilet moest doorbrengen. Serena: “Dat het niet eetbaar is voor mensen, hadden ze wel even mogen zeggen.”
Het eten van hondenvoer is niet iets wat je bij een topsporter verwacht; eerder bij een ontgroening van een studentenvereniging of een challenge op TikTok. En eerlijk is eerlijk: natuurlijk ook bij ons. Want hadden wij ook niet een columnist die zich ooit verlekkerde aan al het heerlijks wat je je huisdier voorschotelt? Zeker wel: Hans Auer om precies te zijn, nota bene de bedenker, oprichter en voormalig hoofdredacteur van de Lekker 500, dat toen nog gewoon Lekker heette. Dat was toen al een van de meest prestigieuze restaurantgidsen van Nederland, en nog steeds. Waarom hij dierenvoer at? Omdat hij vond dat we ons niet zo moesten aanstellen. “Met dierenvoedsel is niets mis,” zei hij gedecideerd. “Het is door verhitting in de fabriek zelfs steriel. Je loopt tien keer eerder de kans iets op te lopen van de kookkunstjes binnen een gemiddeld huishouden dan van dit spul.”
Dus daar ging ie, in zijn keuken, met blikken Bonzo, bakjes Sheeba en Whiskas. Want als het aan de kat lag, kocht ze... precies. Auer was de moeilijkste niet: hij had er zelfs een hobby van gemaakt om ‘smaken te studeren’. “Elke dag een uurtje en dat al twintig jaar,” zei hij destijds trots. Zo wist hij bijvoorbeeld dat je van runderhart prima een bouillon kon maken: “Geen enkel probleem: laat runderhart voor de hond en de kat uren trekken met groenten en kruiden en maak deze soep helder. Het smaakt werkelijk voortreffelijk, zo goed dat ik het iedereen van harte kan aanbevelen!”
‘Doordrenk een paar hondenkluiven met rum en vanillesuiker: heerlijk!’
Dat was duidelijk aan dovemansoren besteed, want van zijn familie, vrienden en bevriende sterrenchefs kwam er helemaal niemand opdagen toen hij hen uitnodigde voor een ‘bijzonder’ diner. Auers reactie daarop was even grappig als bitter: “Zeker de Hongerwinter niet meegemaakt!” Zo miste iedereen zijn inmiddels befaamde Bavarois à l’Os Hols, een luxepudding met hondenkluiven van Hols die als lange vingers dienden: “Doordrenk ze gewoon met rum en vanillesuiker: heerlijk!” De Boeuf Bourguignon Bonzo was ook niet te versmaden, want geef het maar een dure naam en het smaakt vanzelf goed.
Of hij net als Serena Williams daarna uren op het toilet heeft doorgebracht? Absoluut niet. Alsof hij daar ook bang voor was. Daarvoor had hij allang advies ingewonnen bij een bijzonder hoogleraar in de voeding van laboratoriumdieren. Zijn oordeel: het eten van honden- en kattenvoer kon geen kwaad. Dus mocht je niet weten wat je moet eten vanavond: trek gewoon een blik Bonzo open. Smakelijk!