Van gymjuf tot ADO-baas
Natascha van Grinsven-Admiraal is geboren in Heiloo en getogen in het hoger in Noord-Holland gelegen Sijbekarspel. Ze begon na haar opleiding lichamelijke opvoeding als gymdocent op een middelbare school waarna ze, na het behalen van haar master internationaal sportmanagement aan het Johan Cruyff Institute, salesmanager werd bij sportevenementenbureau PBN, waar ze haar man - en de vader van haar nu 5-jarige dochter - leerde kennen. Niet veel later werd ze bij Unleash 12 in Zwitserland sales- en marketingmanager en werkte in die rol voor PSV en Feyenoord. Toen stapte zo over naar de KNVB Campus, waar ze sales- en eventmanager werd. In juni 2018 tekende ze als commercieel manager bij Telstar, waar ze zich later commercieel directeur mocht noemen, als eerste in het betaalde voetbal in Nederland. Sinds juni dit jaar is de Haarlemse algemeen directeur van ADO Den Haag.
Zo, stevige hand.
“Ja, dat is belangrijk. Als ik weet dat ik veel handen ga geven op een dag, dan doe ik mijn ring niet om, anders heb ik een zere vinger aan het eind van de dag. Ik heb het mezelf aangeleerd, een stevige hand geven. Ik zeg het ook tegen jonge mensen. Laatst nog, ik gaf een sollicitatietraining voor studenten en dan geef ik aan de deur een hand aan al die jongens en meiden met hun slappe handjes. Dit maakt geen indruk jongens, zeg ik dan. De eerste indruk is zo belangrijk: hand geven, aankijken, glimlachen.”
‘Dan komt er iemand langs die mij een hand geeft, mij níet aankijkt en doorloopt met de woorden: Waar kan ik de directeur vinden? Ik kan daar wel om lachen’
Dus als mensen jou een hand geven, weten ze meteen wie de baas is.
“Nou, niet altijd. Dan komt er een genodigde, die geeft mij een hand, kijkt me niet aan en loopt door met de woorden: Waar kan ik de directeur vinden? Die moeten nog even wennen aan het idee dat de directeur een vrouw is van 39. Ik kan daar wel om lachen, maar na vijf keer wordt het vervelend.”
Ben je gevraagd of heb je zelf gesolliciteerd?
“Ik ben gevraagd.”
Waarom wilden ze jou?
“Als ik hen mag geloven, waren ze op zoek naar een nieuw gezicht, een nieuw elan, een ander gevoel. Er is heel veel onrust geweest bij de club, veel ontevredenheid, er kwam een trainerswissel, een nieuwe, Amerikaanse, eigenaar, een nieuwe technisch directeur en ze wilden echt iemand van buitenaf aan het roer. Een frisse start, een andere uitstraling, maar wel iemand met ervaring in de voetbalwereld, iemand die vanuit een kleine club ervaring aan het opdoen was, een volgende stap wilde maken en zo kwamen ze bij mij uit. Via LinkedIn.”
Hoe belangrijk was het voor ze dat je een vrouw bent?
“Dat zorgt natuurlijk ook voor een andere uitstraling. Niet alleen mijn vrouw-zijn, maar ook mijn leeftijd. 39 steekt wel af bij de voornamelijk oudere mannen die je hier in het voetbal hebt rondlopen, dus dat is wel een voordeel als je een andere koers wil.”
Was je verrast dat ADO juist jou wilde?
“Mm… hoe zal ik het zeggen, ik werd wel vaker benaderd door clubs, dat had ook wel een beetje met mijn vrouw-zijn te maken, omdat je dan opvalt in zo’n mannenwereld. Er zijn er ook maar twee in Nederland. Laura van Leeuwen, met wie ik samen een masteropleiding heb gedaan op het Johan Cruyff Institute, is net als directeur bij MVV begonnen. Maar ik zou zelf nooit bedacht hebben om bij ADO te solliciteren, wat dat betreft kun je wel spreken van een mooie verrassing die op mijn pad kwam.”
Vond de harde kern van ADO het ook een goed idee dat er een mevrâutju de baas werd?
“Ik kon me goed voorstellen dat, toen het eenmaal bekend werd, supporters sceptisch zouden zijn. Wij gingen daarom ook checken hoe het viel: een vrouw, jong, niet uit Den Haag, daar zouden ze vast wat van vinden. Maar de algehele tendens was: het is hier al zo vaak niet goed gegaan, nu hebben we in ieder geval heel iemand anders, misschien krijgt die het wel voor elkaar. Het werd positief opgepakt, terwijl je zou denken dat ik besta uit componenten waar ze minder vertrouwen in zouden hebben. Het tegenovergestelde was waar. Iedereen ziet ook dat er potentie in deze club zit en iedereen ziet dat die er maar niet uitkomt.”
Lijkt me niet eenvoudig om te werken met voetballers met ruig taalgebruik en gore grappen. Moet je wel tegen kunnen.
“Als mannen zich misdragen doen ze het onderling, niet tegen een vrouw, dus daar heb ik geen last van. Misschien is het wel goed dat ik als vrouw hier rondloop, dan is de drempel wellicht wat hoger. En ik kan wel wat hebben, hoor. Ik heb vijf jaar gewerkt bij Telstar in IJmuiden. Daar hebben ze het hart op de tong, net als hier. En ik ben zelf ook niet op mijn mondje gevallen. Daarom zou ik niet makkelijk kunnen werken in Brabant of Limburg. Ik heb daar best wat kennissen zitten en dat zijn heel lieve mensen, maar die zouden helemaal gek worden van mijn directheid. Die past beter in Den Haag of IJmuiden.”
Wat voor type ben je?
“Ik kan heel duidelijk zijn, dat komt door mijn achtergrond als leraar. Ik kan goed lijnen uitzetten en zorgen dat iedereen meegaat in dat proces. Dat is best wel belangrijk in het voetbal, dat je mensen meeneemt. Je merkt in het voetbal dat mensen erbij willen horen, ze willen genoemd worden. Je bent continu bezig met: wie vergeet ik niet, wie moet ik meenemen, wie heeft extra aandacht nodig? En als ik met hém een gesprek heb, moet ik háár daar even over informeren. Zo ben ik de hele dag bezig met zorgen dat ik iedereen in beeld heb en iedereen betrek in het groepsgevoel.”
De boel bij elkaar houden, zoals Job Cohen zijn werk als burgemeester in Amsterdam samenvatte.
“Ja, en de boel is best verdeeld. Letterlijk ook, fysiek. Wij zitten hier in het stadion, onze jongens zitten op De Aftrap in het Zuiderpark, onze mannen en vrouwen zitten in Rijswijk, de meiden op Scheveningen… Een van mijn eerste pijlers was dan ook: hoe kunnen we elkaar fysiek bij elkaar brengen? Want je merkt dat mensen meer contact hebben als ze echt bij elkaar zijn. En we willen de boel ook symbolisch bij elkaar brengen; zorgen dat we weer één ADO worden, dat de familie die een beetje verspreid is, weer het groepsgevoel krijgt, omdat we het met z’n allen moeten doen.”
Vroegâh werd er nogal gevreesd voor de ADO-aanhang. Trainers durfden niet te komen, uit angst voor dreigementen of erger. Dat is niet meer.
“Goed dat je dat zegt, veel mensen is dat nog niet opgevallen. Maar het is waar, de supporters zijn enorm rustig. Heel toevallig wilden we de fans onlangs uitgebreid complimenteren omdat er het hele jaar nog geen enkele staking, geen boete en geen stadionverbod was geweest, wat echt uniek is in Nederland. Maar toen kregen we ons eerste rookpotje, dus dat hebben we toch maar even uitgesteld. Het was echt het eerste incident van dit jaar. Er is ook wel veel veranderd met de komst van het nieuwe stadion, het veiligste stadion van Nederland. En ik moet eerlijk zeggen dat supporters natuurlijk ook rustig zijn omdat we veel winnen. We worden pas echt getest als het wat slechter gaat op het veld.”
Klappen die mensen als jij over het veld langs de tribunes loopt?
“Haha, nee.
Ze weten wel wie je bent?
“Sommigen wel, maar niemand gaat klappen voor de directeur. Ze roepen wel: Mevrâu, mevrâu! Meestal loop ik dan naar ze toe en dan worden ze zenuwachtig, want dan kom ik te dichtbij. Vind ik wel grappig.”
Sommigen noemen je de reddende engel van ADO.
“Nou ja, ik merk wel dat heel veel mensen heel positief zijn en dat is heel leuk om te zien. Maar het is de combi: Joris Mathijsen en ik zijn samen begonnen; hij als technisch directeur, ik als algemeen directeur. We komen beiden van buitenaf, ook bij Joris ging het om een ‘fris gezicht’. Onze grootste uitdaging is de onrust buiten de deur te houden en dat lukt aardig.”
‘Ik ben niet op mijn mondje gevallen. Daarom zou ik niet makkelijk kunnen werken in Brabant of Limburg. Heel lieve mensen, maar die zouden helemaal gek worden van mijn directheid’
Hij heeft een WK-finale gespeeld. Kom jij aan met je carrière bij Wartburgia.
“Oh, daar heb ik geen last van, hoor. Ben niet zo idolaat. Dat kan ook niet als je in de voetballerij werkt, want daar kom je de grootste voetballers tegen. Ik kijk niet tegen mensen op, heb niets met status. Ik ben een geboren West-Friese, die zijn nuchter. Ik ben opgegroeid in Sijbekarspel, net boven Wognum. Daar maakt het niet uit of je de burgemeester of de boer bent, doe maar lekker normaal. Dat ik zo ben opgegroeid, helpt wel, want je komt bijzondere mensen tegen in deze voetbalwereld.”
Wat is het eigenlijk voor wereld?
“Nooit een saai moment. Elke keer als je denkt, ik heb alles onder controle, dan gebeurt er weer iets geks. We werken in een vissenkom, iedereen zit de hele tijd van buitenaf te kijken wat ik aan het doen ben. Iedereen heeft commentaar op wat je doet, supporters, sponsors, vrijwilligers: de hele dag hoor je feedback. Alleen maar omdat ze club beter willen maken hoor, vanuit een goed hart, maar met beperkte kennis natuurlijk. Soms hoor ik goede dingen, soms hoor ik dingen waar ik niks mee kan, maar omdat ik niemand wil beledigen moet ik daar subtiel mee omgaan. En soms hebben ze echt gelijk en is wat zij voorstellen ook al uitgevoerd, maar mag ik dat nog niet naar buiten brengen. Dat maakt het ook weer uitdagend.”
Je was er wel klaar voor, algemeen directeur zijn? Ondanks je jonge leeftijd?
“Ik krijg die vraag wel vaker, en ik vind dat best denigrerend, om eerlijk te zijn. Ik hoor zo vaak: je bent best jong… Ze zeggen er nét niet bij: en je bent een vrouw, maar ik weet wat ze denken. Dan probeer ik het toch uit te leggen. Over het algemeen komen er vaak mannen van middelbare leeftijd bij een club, ondernemers, die willen ‘wat anders’ doen, hebben een passie voor een club en denken dan: dat kan ik wel. En die mannen hebben helemaal geen ervaring met voetbal; weten niet hoe dat is. Ook al heb je vijf Albert Heijns geleid, al ben je nóg zo’n ervaren directeur, je gaat echt schrikken in de voetballerij. Omdat mensen de hele tijd met jouw werk bezig zijn, je ligt constant onder een vergrootglas. AH heeft ook klanten, leveranciers en personeel. Die hebben wij ook, plus: de KNVB, de UEFA, de andere clubs met wie we moeten overleggen, media, gemeente, politie, vrijwilligers, en ga zo maar door. Wij hebben zoveel stakeholders waar we allemaal wat vanaf moeten weten. Die ondernemers die in het voetbal stappen, schrikken zich rot, na een half jaar gaan ze er gauw vandoor. Ik kan wel jong zijn en vrouw, ik weet wel hoe de hazen lopen. En ja, ik kom van een kleine club, maar dat maakt niet uit. Alles wat ik hier doe, is op schaal: bij Telstar was alles kleiner, maar het trucje is hetzelfde. Achter het sponsorbedrag staat een nulletje meer, de database heeft een nulletje meer.”
Je bent getrouwd?
“Ja.”
Hij is ook een voetballiefhebber?
“Ja, enorm. Ik ken hem van een sportevenementenbureau waar we beiden werkten. Hij was mijn werknemer en toen we besloten dat een van ons weg moest omdat we een relatie kregen, is hij gegaan. En inmiddels is ie enorm voor ADO. Onze dochter van 5 is trouwens helemaal ADO. Zij voelt zich hier helemaal thuis. Vroeger zat ze bij Telstar op de tribune en maar nu maakt ze op school alleen nog groengele knutseldingen. Want ADO wint veel vaker. En mijn man zit elke thuiswedstrijd op de tribune hier en de meeste uitwedstrijden gaan we samen.”
Over Telstar gesproken, toen je daar ruim vijf jaar terug solliciteerde, schreef je: Als jullie ballen hebben, nemen jullie mij aan.
“Ja, ik vind het wel leuk om woordspelingen te maken. Het is een mannenwereld, dus ik dacht: ben je een echte vent, dan neem je mij aan. Heb je ballen, dan durf je dat aan. Daar sloegen ze wel op aan.”
Omdat je niet van suiker bent?
"Precies. Als ik dat wel was, had ik ook niet gepast in deze wereld. Ik was op dat moment wel hoogzwanger, dus misschien wat kwetsbaarder. Pieter de Waard, de voorzitter, vond dat geweldig. Voor mij is hij ook een voorbeeld geweest. Hij heeft mij dingen geleerd over de diepere betekenis van een voetbalclub en wat je kunt bereiken met het platform dat je hebt. Hij zei altijd: Jij bent de enige normale die we hier hebben, maar omdat je vrouw bent, ben je toch weer een beetje bijzonder. Maar ik was al bijzonder voor hem omdat ie me hoogzwanger had aangenomen, dat vond ie mooi.”
‘Iemand zei: Ik heb al vijftien mensen begraven zien worden van deze club. De waarde die ADO voor al die mensen heeft, is ongekend. Deze club mag nooit weg. Hij heeft te veel betekenis voor Den Haag’
Wat was de diepere betekenis van een club als Telstar?
“Ja, dat was hij vooral. Pieter was het uithangbord van de club, en hij deed bijzondere dingen. Telstar was en is heel erg een knipoog naar serieuze clubs. Met opmerkingen als: Twee keer 45 minuten voetbal is een onderbreking van een prachtig avondje Telstar. We hadden een keer een marketingcampagne met de test: Ga staan als je voor Telstar bent. En dan een illustratie van een man in een rolstoel. Die man was onze communicatiemanager. Als je hem niet kent, vind je het niet kunnen, ken je hem wel, dan vind je het geweldig. Tegendraadse gekkigheid, niet bang zijn, gewoon durven. Ik heb er wel hard aan gewerkt om van die rariteitenshows kwaliteitscampagnes te maken. Zo wilde Pieter een parfum lanceren dat stonk naar rotte vis, want: IJmuiden. Een geweldig idee, maar uiteindelijk zijn we een samenwerking aangegaan met Marcel’s Green Soap, een topmerk op het gebied van parfums. We verpakten het met een stalen draad in vetvrij krantenpapier, zoals met vis gebeurt, en we noemden het Frank Nr Six, naar onze aanvoerder Frank Korpershoek. Het was nog steeds iets geks, maar ook een kwaliteitsproduct waar we een half jaar lang de media mee hebben gehaald. Pieter is na zeventien jaar gestopt bij Telstar, ik ben weg, maar we drinken nog geregeld een biertje samen.”
Ga je binnenkort een vrouw als hoofdtrainer aanstellen? Volgens Pierre van Hooijdonk gaat dat niet werken.
“Ja, ik hoorde zoiets. Is ie weer de fout ingegaan. Sherida Spitse heeft aangegeven dat ze graag ooit de mannen van Ajax wil trainen en ik denk ook wel dat ze dat zou kunnen. Sarina Wiegman zou het zeker kunnen. Weet je wat zo stom is van Pierre? Hij ging al eens de fout in met zijn kritiek op de eerste vrouwelijke scheidsrechter die hij door het slijk haalde en waarvoor hij excuses moest aanbieden. Een jaar ervoor was hij nota bene ambassadeur van de Leeuwinnen en stond hij boven in de bus mee te juichen toen ze Europees kampioen waren geworden. Het is jammer dat hij nu weer deze uitspraken doet. Als je om mijn mening vraagt: er zijn vrouwen die het niet kunnen en er zijn vrouwen die het wel kunnen. En als de rest van de wereld dat moeilijk kan accepteren, dan is dat maar zo. Er zijn al genoeg vrouwen die mannen trainen, alleen nog niet hoogste niveau. Al heb je in Duitsland wel Marie-Louise Eta, zij is assistent-trainer bij Union Berlin.”
Over tien jaar is het de normaalste zaak van de wereld?
“Dat weet ik niet. Maar bij ons is in de organisatie de verdeling man-vrouw al vijftig-vijftig. Ik moest ook altijd wel lachen als we namens Telstar naar Zeist gingen voor een KNVB-overleg. Onze delegatie bestond uit een jonge vrouw, een man in een rolstoel en een jongeman van Turkse afkomst. Terwijl daar verder alleen maar witte mannen waren van middelbare leeftijd en 25-jarige blonde boys. Ach, het is ook maar net in welke wereld, in welke bubbel je zit. Ik begeef me als vrouw al mijn halve leven in het voetbal, dus voor mij is het normaal.”
Je voetbalt zelf ook nog?
“Ja, in de zaal bij Geel-Wit. Maar ik heb zelden tijd. Dit seizoen is het er drie keer van gekomen.”
Waar speel je het liefst op het veld?
“Op 10. Kan ik me overal mee bemoeien. Liefst in een 4-4-2 systeem, zodat ik de diepte in kan duiken en kansen kan benutten. Ik hoef niet per se te scoren, een assist geven is ook leuk, liefst een steekballetje.”
Je hebt ook een favoriete voetballer?
“Nee, ook nooit een favoriete club gehad. Ik had ooit een bijbaantje bij AZ, ik heb veel in de Arena gewerkt als marketeer, dingen voor PSV en Feyenoord gedaan, heel veel voor de KNVB, later bij Telstar gewerkt, en nu dus ADO. Al die clubs zitten in mijn hart. Net als alle clubs van al die leuke mensen die ik dagelijks ontmoet. ”
Nu draait alles in jouw voetballeven om ADO. Prachtig stadion, prachtige club die eigenlijk in de eredivisie thuishoort.
“Ja, we moeten ook echt promoveren om de financiële uitdagingen aan te kunnen. Promotie gaat daar echt bij helpen. En de mensen verdienen het ook zo. Gisteren hadden we vrijwilligersavond, 250 mensen met zoveel passie voor de club. Die mensen zetten zich in voor een ontelbaar aantal goede doelen; zo helpen ze gedetineerden om na hun straf bij sponsors te mogen werken… Deze club is zo maatschappelijk betrokken met zoveel mooie acties en onder de vlag van ADOGroen zijn zoveel mensen zo actief met prachtige, duurzame initiatieven. Laatst sprak ik mensen bij het tienjarig bestaan van OldStars, onze seniorenclub voor 60-plussers die ook onderdeel zijn van deze tak van de club. Zei er één: Ik heb al vijftien mensen begraven zien worden van deze club. De waarde die ADO voor al die mensen heeft, dat is echt ongekend. Deze club mag nooit weg. Hij heeft te veel betekenis voor Den Haag. En ver daarbuiten.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Clemens Rikken