Van glazenwasser tot horrorsint
Als Huub Stapel een paar stappen naar rechts was geboren, dan was hij een Duitser geweest. De zeventiger uit Tegelen woont echter alweer heel wat jaren in de hoofdstad en beheerst het Limburgs bijkans net zo goed als het plat Amsterdams. Voordat hij van films als De Lift, Flodder en Amsterdamned ware klassiekers maakte, werkte hij als glazenwasser en automonteur en studeerde hij voor een toekomst in het onderwijs. Hij werd uiteindelijk acteur en dat bracht hem in de meest bizarre situaties.
Zo pleegde hij als horrorsint de ene na de andere misdaad, maar probeerde hij die als officier van justitie in Flikken Rotterdam juist te voorkomen. Ook maakte hij carnavalsmuziek, tv-programma’s over auto’s en de natuur en is hij een vaak geboekte voice-over. Duitsland kreeg hem overigens toch nog een beetje te pakken. In 28 producties was hij deutlich sichtbar auf dem Bildschirm. In België verscheen hij drie keer op het scherm en in Frankrijk en Amerika eenmaal. Stapel was jarenlang samen met jeugdliefde Resie Jansen en is nu alweer tien jaar gelukkig met Annemiek de Vroeg. Hij heeft twee zonen - Sem en Mas - en kleindochters Scotty en Noemie.
De jonge hond die boeven vangt of de gearriveerde rechercheur met ervaring. Wie ben je liever?
“Er valt voor allebei wat te zeggen, maar het allemaal wel weten is nooit goed. Zoals mijn Belgische vriend Dirk, ook acteur, mij ooit zei: Wie het heeft gevonden, heeft niet goed genoeg gezocht. Dat is het leuke aan het leven: het is nooit klaar. Zelfs niet als je komt te overlijden. Ook dan waren er nog zaken geweest die je had kunnen bijspijkeren. Of je nu putjesschepper, café-eigenaar of journalist bent, probeer in jouw vakgebied altijd de allerbeste te worden. Als je op je vijftigste nog alles in je vermogen doet om een nog betere stratenveger te worden, dan ben je nooit uitgeleerd en houdt het nooit op. Anders wordt het maar saai. Dat is met alles in het leven.”
Die vlieger gaat voor Amsterdamned dus ook op?
“Zeker. Er moeten weer een hoop mensen dood, maar dit verhaal heeft veel meer een kop en een staart. Het zit complexer in elkaar. In de film zit ik van mijn pensioen te genieten, maar word ik door mijn oud-collega Koos van Amstel gebeld omdat er weer iets onheilspellends in de grachten speelt. Het is goed mis en de dienders zelf kunnen het op eigen kracht niet meer bolwerken. Of ik daarbij wil komen helpen. Een mooi verhaal, maar ook technisch is het veel beter dan het vorige, omdat we nu dingen kunnen die in 1988 nog onmogelijk waren. Als je alleen al de openingsscène neemt, man, je weet niet wat je ziet. We hebben een heel vette cameraman en we maken hele dikke stunts. Dat zijn de woorden die ik volgens de jongelingen om mij heen tegenwoordig moet gebruiken.”
Hoe kwam dit project van de grond?
“Acteur Jochum ten Haaf belde mij anderhalf jaar geleden op omdat hij zich afvroeg of het niet eens tijd werd voor een vervolg. Er volgde een gesprek met producent en regisseur Dick Maas maar het project werd al snel afgeblazen wegens gebrek aan bepaalde financiële garanties. Dachten we. Vijf weken later ging echter de telefoon. Het was Dick: Het script is af, hoor. Je moet het nu lezen. Ik daarop: Maar je zag toch niets in het idee? Dat klopte, maar toch was het ineens klaar. Ik las, zag en was meteen verkocht.”
Je bent dit keer ook medeproducent. Waarom eigenlijk?
“Ik wilde weleens aan tafel zitten tijdens momenten dat het er echt om ging. Niet alleen uitvoeren maar aan de voorkant ook meebeslissen. Ik denk dat ik op deze leeftijd ook meer autoriteit uitstraal dan toen we het eerste deel maakten. Mensen luisteren naar me en aan het einde van de rit houd ik er hopelijk een leuk extra zakcentje aan over. Laten we daar niet omheen draaien. De cast heb ik dan weer niet samengesteld. Dat wilde ik ook niet, aangezien ik zelf meespeel. Dat voelt dan niet juist.”
Wat had je verder in de melk te brokkelen?
“Ik focuste me op het creëren en bewaken van een goede sfeer op de set. Ook het feit dat we zo snel konden gaan draaien mag ik wel op mijn conto schrijven. Burgemeester Femke Halsema was niet per se tegen ons plan, maar erg enthousiast klonk ze ook niet. Amsterdam zit namelijk met dertig miljoen bezoekende toeristen per jaar, tegenover drie miljoen eind jaren tachtig. Er moest dus wel even over vergaderd worden om die grachten vrij te geven voor onze film, maar puntje bij paaltje hebben we fantastische medewerking gekregen van politie, brandweer en hulpdiensten. Zij rolden echt de spreekwoordelijke loper voor ons uit. Daar neem ik mijn petje voor af.”
‘Als je nu in de Jordaan een glaasje wijn op de stoep drinkt, dan kun je een boete krijgen. Het is een soort doorgeslagen regelneukerij die niets bijdraagt’
In welke zin is Amsterdam veranderd?
“De stad moet ontzettend uitkijken voor vertrutting. Als je nu in de Jordaan een glaasje wijn op de stoep drinkt, dan kun je een boete krijgen. En als de bloempotten te ver van je gevel staan, dan zegt de buurtagent er wat van. Het is een soort doorgeslagen regelneukerij die niets bijdraagt. Dit kabinet is een afgeschoten lamme eend die zaken maar laat dooretteren. De toeslagenaffaire bijvoorbeeld, dat is nog steeds niet opgelost. Vroeger was echt niet alles beter, wel overzichtelijker. Dat kwam ook omdat het zicht op de wereld zich beperkte tot de krant, het journaal en het dorp of de stad waar je woonde. Mensen stonden anders tegenover elkaar.”
Hoe dan?
“Verdraagzaamheid, iets tegen de ander kunnen zeggen, een smallere kloof tussen arm en rijk, status gebaseerd op kennis in plaats van op geld. Ik vind dat ik daar van tijd tot tijd iets over moet uitdragen. Hoe ik daar naar kijk. Altijd op een respectvolle manier maar wel waar het op staat. Als we ons er niet meer druk om maken, dan kunnen we het boek Nederland net zo goed sluiten. We willen allemaal een mooie toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik ook.”
Terug naar de film: je speelt weer samen met Tatum Dagelet.
“Ze was twaalf in deel één, inmiddels 49 en nog altijd even knap. Ook heeft ze in dit verhaal inmiddels een zoon en dochter. We hebben samen een leuke scène gedraaid waarbij opa op bezoek gaat bij zijn twee kleinkinderen en ook heb ik vijf dagen in het water gelegen om op m’n bijna zeventigste met zeventig kilometer per uur op een jetski door de gracht te boenderen. Gelukkiger kun je mij niet maken, want die snelle dingen zijn wel aan mij besteed. Om te voorkomen dat ik ziek word van dat smerige water, heb ik me vooraf laten inenten tegen difterie, tetanus en polio. Ik heb nog steeds nergens last van, dus ik ga ervan uit dat het allemaal met een sisser is afgelopen. We hebben overigens net niet het wereldrecord van langste periode tussen het origineel en de sequel zitten. Dat ligt in handen van Dick van Dyke met Mary Poppins, die na 55 jaar weer op die toer ging.”
Die man sterft waarschijnlijk in het harnas. Is dat iets voor jou?
“Ja, hoor. Ik zie nu geen reden om thuis te gaan zitten. Wat moet ik daar? Laten we eerst maar eens kijken wat deze film gaat doen, voordat we over Amsterdamned 3 gaan nadenken. Ik dacht zelfs overigens altijd dat de films De Lift en Flodder veel iconischer waren, maar toen we het tweede deel van deze film aankondigden, kregen we reacties uit alle hoeken van de wereld. China, Japan, Canada, Amerika, overal blijken daar van die horror-communities te zijn die hier al die jaren reikhalzend naar uit hadden gekeken. Daar sprongen ze een gat in de lucht. Een andere rol waar ik erg naar uitkijk, is die van een psychiater met een donker kantje voor een Netflix-achtige serie. Een mooie uitdaging. Als dat er van komt, dan ben ik een gelukkig mens.”
Hoe rijk je oeuvre ook is, je zult er waarschijnlijk nooit een lintje voor krijgen.
“Dat weet ik wel zeker. Mijn omgeving weet dondersgoed dat ze ‘m niet voor me moeten aanvragen ook. Ik zou ‘m weigeren. Wat moet ik met zo’n ding? Er zijn heel veel foute mensen die ‘m wel hebben en helden als Kees van Kooten en Wim de Bie niet. Dan schaar ik me liever bij dat laatste gezelschap. Kijk eens wat vaker naar andere branches waar veel belangrijker werk gedaan wordt. Mijn schoonmoeder werkt bijvoorbeeld al 25 jaar bij het Alzheimercafé. Zij zou de allerhoogste orde van het Koninklijk Huis moeten krijgen. Maar nee, de eerste de beste ceo die thuis op een gouden pot schijt wordt officier of ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het is de omgekeerde wereld waar ik niets van begrijp.”
Als je de koning zou mogen interviewen, wat zou dan je eerste vraag zijn?
“Wat vind je er zelf eigenlijk van? Je zit in dat paleis met amper maatschappelijke binding, want tijdens coronatijd ga je lekker op vakantie en als niemand een feestje mag geven dan zegt je dochter Amalia met haar verjaardag gewoon: Fuck you, ik nodig honderd vriendinnen uit. Ik sluit niet uit dat ze tijdens die jaarlijkse balkonscène op Prinsjesdag met een middelvinger achter hun rug naar ‘het gewone volk’ staan te wuiven.”
‘Ik sluit niet uit dat de Oranjes tijdens die jaarlijkse balkonscène op Prinsjesdag met een middelvinger achter hun rug naar ‘het gewone volk’ staan te wuiven’
Heb je iets tegen die mensen?
“Persoonlijk niets. Zij zijn ook maar in die positie geboren. Maar je moet gewoon het hele systeem koningshuis afschaffen. Het is middeleeuws en lachwekkend. Als ik Willem-Alexander in zijn uniform met al z’n onderscheidingen zie staan, dan denk ik: voor fucking wat? Ik hoorde ooit dat de Oranjes een van de grootse onroerend goed bezitters van New York zijn. Daar hoor je de ‘Rijksverzwijgingsdienst’, want dat zijn ze, niet over.”
Je bent een nuchtere BN’er maar wel een BN’er. Kun je je voorstellen dat aanzien verslavend kan werken?
“Maar natuurlijk. Als jij je hele leven doorbrengt in die marmeren hut van ze en niemand durft ooit tegen je te zeggen: Maar moet jij nou eens heel even luisteren, meneer de koning. Niemand durft ooit iets tegen die familie in te brengen. En waarom? Iemand kan nog zo belangrijk of bijvoorbeeld gespierd zijn, maar ik geef je toch een stomp voor je bakkes als je te ver gaat. Dat ik er daarna drie terugkrijg is mijn pech, maar je moet wel van je af kunnen bijten.”
Jij wist als kind al dat je beroemd zou worden.
“Dat het stond te gebeuren was mij vroeg duidelijk, ik wist alleen nog niet met wat. Het heeft denk ik met mijn mentaliteit te maken dat ik er vanuit ging dat ik op een of andere manier wel boven zou komen drijven. Dat zit in mijn aard. Ik ben zeer ongeschikt voor de onderbond of derde divisie. Als ik iets doe, dan goed ook. Mijn vader is een van mijn grootste krachten geweest om iets van het leven te maken en gek genoeg pas na zijn dood.”
Waarom?
“Ik wist dat ik een heel leuke en bijzondere vader had die piano, viool en accordeon speelde en mooi kon zingen. Pas later kwam ik erachter dat hij bij de NSB én het verzet had gezeten, jarenlang met een grote schuld rondliep en deze pas vlak voor zijn pensioen had afbetaald. Kon hij eindelijk gaan genieten, had hij geen recht op pensioen omdat z’n baas de toen nog nodige zegels daarvoor was vergeten te plakken. Dat wilde ik niet voor mezelf. Ik wil leven in het nu en niet uitstellen tot later. Je weet immers nooit wanneer je laatste uur geslagen heeft.”
En dus verscheen je, amper droog achter de oren, voor het eerst op televisie.
“Bij de IKON in de serie Weekend van regisseur Erik Oosthoek. Ik was net afgestudeerd. Mijn moeder wilde het meteen tegen al haar vriendinnen gaan zeggen, maar toen kwam het slechte nieuws: ik speelde mijn scène meteen maar in m’n blote kont. Daar was ze niet zo blij mee. De trots won het uiteindelijk toch van de schaamte en dus zaten al die dames van de bejaardengym naar mijn achterwerk te kijken. Om aan het idee van spelen in je adamskostuum te wennen, trokken mijn tegenspeler Hedie Meyling en ik in elkaars aanwezigheid onze kleren uit, liepen we tien minuten naakt rond en trokken we alles weer aan. Zo voelde de douchescène even later helemaal niet zo raar meer.”
‘Zelfs 69 kostte me geen moeite, maar de ochtend dat ik voor het eerst opstond als zeventiger voelde als een soort mokerslag. In de zin van: hoelang heb ik eigenlijk nog?'
Knipper vervolgens twee keer met je ogen en je zit in het laatste kwartaal.
“Dertig worden was geen enkel probleem en ook met veertig, vijftig en zestig had ik geen enkele moeite. Zelfs 69 kostte me geen moeite, maar de ochtend dat ik voor het eerst opstond als zeventiger (vorige maand, red.) voelde als een soort mokerslag. In de zin van: hoe lang heb ik eigenlijk nog? Ik zie steeds meer mensen om mij heen omvallen, ook mensen van tien en twintig jaar jonger. Dat heeft mij hard geraakt. Ik kom uit een gezonde familie en al mijn broers en zussen zijn er nog, maar omdat ik de een-na-jongste ben moet ik me langzaamaan wel voorbereiden op het moment dat dat niet meer zo zal zijn.”
Wat staat er op je bucketlist?
“Niks. Ik heb bijna alles gedaan waarvan ik nooit hoopte dat ik het zou doen. Ik speelde stukken, maakte al heel snel films en leerde op de harde manier hoe me te wapenen voor de toekomst. Ik weet nog dat ik eens twee grote films zou doen en daar iets van vier ton in guldens mee zou verdienen. Ik vervolgens een huis kopen, maar toen gingen die beide producties ineens niet meer door. Daar heb ik toen behoorlijk over in de rats gezeten en ben gelukkig uit de brand geholpen door een goede vriend. Na die ervaring ben ik overal ja op gaan zeggen, omdat ik wist dat er altijd wel twee of drie niet door zouden gaan.”
Je bent inmiddels verhuisd en hebt het bewonersaantal uitgebreid.
“Sinds vier jaar hebben we Lulu, een hond die we destijds als pup uit Roemenië hebben gehaald. Ze werd met vier maanden op straat gevonden en in een gammele auto naar hier vervoerd. Daar heeft ze nóg een trauma van. Het enige wat ik kan doen is haar een hoop liefde geven en daar op mijn beurt een hoop beweging voor terugkrijgen. Drie keer per dag moet je namelijk samen naar buiten, of het nu hondenweer is of niet. Misschien komt daar binnenkort een tweede bij. Het is volgens mij net als met kinderen: twee is makkelijker op te voeden en te verzorgen dan één.”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Ivo van der Bent