Ons asielbeleid, en dan met name de zogeheten Spreidingswet die ervoor moet zorgen dat asielzoekers beter worden verdeeld over ons land, is een Haagse splijtzwam die ons al een tijdje gijzelt. Want komt die wet er nog wel na dat gedraaikont van de VVD? En waar moeten asielzoekers volgens die wet naartoe als de asielzoekerscentra te vol zijn? Naar de binnenstad van Amsterdam? Naar villawijken in ’t Gooi of in Bloemendaal? Bij u in de achtertuin?
Precies 25 jaar geleden, in 1999, dreigde ons asielstelsel al ‘te ontploffen’, zoals onze toenmalige staatssecretaris van justitie Job Cohen zei. Een jaar eerder, in 1998, waren er al zo’n 40.000 asielzoekers ons land binnengekomen, voornamelijk uit de Balkan en Oost-Europa, maar ook uit landen als Nigeria, Sri Lanka en toen al Afghanistan. Begin 1999 verwachtte onze Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nog eens 62.000 asielzoekers, dus de woorden van Cohen waren niet eens zo overdreven. Want toen al puilden onze asielzoekerscentra uit en werd er geschreeuwd om een betere verdeling van het aantal migranten, maar wie zat daar toen, en nu nog steeds, eigenlijk op te wachten?
We besloten de proef op de som te nemen door ene Joseph Svàdic naar Wassenaar, Bloemendaal en Aerdenhout te sturen, een ‘gefortuneerde Albanees met een leren jas, een honkbalpet en een vierdagenbaard’. Dat deden we als reactie op het nieuws dat in de rijke Brabantse gemeente Vught asielzoekers werden geboycot door de plaatselijke miljonairs, ongeacht hoeveel geld die migranten ook hadden. Géén asielzoekers in de wijk, ook niet als ze er een villa konden kopen, dat was de sfeer destijds in Vught. Wij wilden zien of Joseph Svàdic ook op zoveel weerstand kon rekenen in andere villawijken. Eén klein detail: ‘Joseph Svàdic’ bestond helemaal niet, dat was gewoon onze roemruchte verslaggever van toen, Gerard Trentelman, ‘met een fouter-dan-foute pinkring en een witgouden armband die de jaloezie van Dennis Rodman zou opwekken’.
Op de Lijster- en Konijnenlaan in Wassenaar, ‘waar de echte Soestdijkjes waren gesitueerd’, werd hij al meteen wegbonjourd, ondanks zijn voornemen om er een villa te kopen met geld dat hij verdiend zou hebben in ‘de amusementsbusiness van Hamburg’. Dan weet je waarschijnlijk al genoeg. De Wassenaarders toen ook, want vóórdat ‘Joseph’ over geld kon begonnen werd hij al omwille van zijn smoezelige uiterlijk de deur gewezen. “Het is al verkocht! Verkocht!” werd er steevast geroepen terwijl het te koop-bord nog op het hek prijkte.
Onze verslaggever deed zich voor als ‘een Albanees met veel geld’, maar alle deuren bleven dicht
In Bloemendaal, waar een Dynasty-huis te koop stond voor 1,75 miljoen gulden, werd ‘Joseph’ ook al weggekeken, omdat hij ‘geen afspraak’ had. Al was dat waarschijnlijk geen probleem geweest als hij zich die ochtend gewoon had geschoren en niet met zijn baard in de sigarenrook had gehangen waardoor hij nu rook naar een asbak die al een maand niet was geleegd. Met hoeveel geld hij ook koketteerde: ‘Joseph’ haalde overal bakzeil. In het Gelderse Rozendaal, in Aerdenhout en ook in Vught waar hij uiteraard ook nog zijn gezicht wilde laten zien. De uitkomst liet zich raden: gesloten hekken en bij hoge uitzondering iemand die zich meldde bij de intercom. Geld of niet: iedereen die niet uit het Westen kwam, had het nakijken in de grootste villawijken in het land. En nog steeds waarschijnlijk, of die Spreidingswet er nu komt of niet.