Zanger Marco Schuitmaker: ‘Opeens ziet iedereen me staan’

Van Roden tot Hilversum
Marco Schuitmaker (1999) woont in het Drentse Roden, vlak op de grens met Groningen. Met 15.000 inwoners is het niet eens zo klein, sterker nog, het is de vijfde plaats van de provincie Drenthe, en het is daar waar Marco zijn eigentijdse versie van Engelbewaarder bedacht. De plaat werd ooit geschreven door Pierre Kartner en gezongen door Mieke, maar niet met zoveel succes als bij Marco. Dit jaar reeg de plaat de records in Hilversum aaneen, op Spotify staat de teller al op 42 miljoen streams.

Het was een bizar jaar voor je. Je bent overladen met awards, onder meer met de Buma NL Award voor Single van het Jaar. Dat is niet mis. Als iemand je dit alles vorig jaar had verteld, had je het vermoedelijk niet geloofd.
“Dan had ik diegene voor gek verklaard, zeker weten. Wat ik dit jaar allemaal heb meegemaakt is zó mooi.”

Wat is het gekste dat je tot nu toe hebt beleefd?
“Eigenlijk is dat dit hele jaar zo’n beetje, want als 8-jarige stond ik al op talentenjachten. Als er op school wat met muziek te doen was, was ik erbij. Ik was 16 jaar toen ik echt begon met optreden. Dan maak je meters en doe je ervaring op. Door het vele optreden leerde ik hoe alles in zijn werk ging en op een gegeven moment kwam de doorbraak. Alles in één jaar: alle grote festivals, alle stadionconcerten, de televisie- en radio-aandacht, de geschreven pers. De herkenning op straat en alles wat daar omheen zit, dat komt er ook nog bij. Al die dingen die altijd mijn droom zijn geweest, kwamen zo allemaal in één jaar. Dat is heel veel, maar superleuk om mee te maken. Veel mensen vragen: Kun je het volhouden? In principe wel, want ik ben echt mijn droom aan het leven.”

‘Vorig jaar was ik exact dezelfde persoon als nu, alleen komen mensen nu op me af en dat is wel een aparte ervaring’

Je kríj́gt er energie van?
“Ja, zeker weten.”

In de Nederlandstalige Top 1000 van NPO Radio 5 was je ook al nummer 1.
“Dat soort dingen verwacht je gewoon niet. Een tijdje terug schoof ik aan als sidekick bij 100%NL en daar bleek ik ook al de nummer 1 te zijn geworden in hun 100% NL Meezing Top 1000. Dat zijn gewoon dingen, die pakken ze me nooit meer af.”

Nu is Engelbewaarder een oud nummer van zangeres Mieke. Bij het Buma NL Awards Gala zong je die plaat voor het eerst samen met haar. Je had haar nooit eerder ontmoet?
“Nee, het was de eerste keer. We waren elkaar daarvoor een keer misgelopen bij een televisieopname, maar bij het gala was het dan eindelijk de grote dag dat we elkaar ontmoetten. Ik wist al dat ik met haar mocht gaan zingen en dat moment was gewoon supermooi. We hebben het uitgebreid over mijn succes gehad en ze gunt het me van harte. Ik vond het mooi dat we dat samen konden delen: haar liedje van vijftig jaar geleden en dan de hit die het nu is.”

Jij hebt er meer een feestnummer van gemaakt dan het was. Heb je dat ook echt zelf gedaan, of is het door iemand anders geproduceerd?
“Nee, dit was geheel mijn eigen idee. Ik was vinylplaten aan het luisteren uit mijn vaders platenkast en daar stond dit liedje bij. Dat bleef in mijn hoofd hangen. Ik bleef het eigenlijk maar meezingen en toen ging ik nadenken over de tekst. Ik vond het heel mooi, het idee dat er iemand over je schouder meekijkt bij alles wat je doet in je leven, die engelbewaarder. Daarom wilde ik het op een vrolijke manier benaderen. Toen heb ik bedacht om er een feestnummer van te maken. Dat idee werd in eerste instantie nog wel een beetje afgeraden door mijn omgeving, maar ik ben in de studio aan de slag gegaan. Ik kreeg een demo en die heb ik zes keer laten aanpassen totdat ik er helemaal tevreden over was. Zo is het liedje eigenlijk helemaal naar mijn eigen smaak gemaakt. Over het eindproduct heb ik nog een half jaar getwijfeld, maar het uiteindelijk toch uitgebracht. Dat was een goede zet.”

Maar zelfs jij hebt nog een half jaar getwijfeld over het nummer?
“Ja, er is zoveel invloed vanuit de muziekindustrie. Iedereen heeft altijd maar een mening. Je moet eigenlijk bij jezelf denken: ik doe het op deze manier en ik luister niet naar die invloeden. Natuurlijk hebben mensen goede tips en zijn er heel veel goede dingen waar je wat aan kunt hebben, maar jij bent zelf degene die op het podium staat. Jij voelt wat je kunt overbrengen aan het publiek. Als je iets doet waar je zelf niet achter staat, dan kún je dat ook niet overbrengen. Dat heb ik geleerd met Engelbewaarder. Er waren heel veel mensen die zeiden: Ik weet het niet. Maar ik heb naar mijn eigen gevoel geluisterd en dat blijkt te zorgen voor megasucces. Dat geeft me inzichten voor de toekomst, hoe ik dingen moet aanpakken. Want als ík het geloof, en al vindt niet iedereen het mooi, dan geloven de meeste mensen het ook. En dat geeft kracht aan het totaal.”

‘Ik heb naar mijn eigen gevoel geluisterd en dat blijkt te zorgen voor megasucces. Dat geeft me inzichten voor de toekomst’

Gaat dat verder dan alleen muziek? Geldt dat voor je leven ook, dat je meer geneigd bent om je hart te volgen en niet te veel te luisteren naar wat andere mensen adviseren?
“Ik denk dat je dat altijd moet doen, maar het ligt er natuurlijk aan. Ik heb wel familie en dierbaren om me heen van wie ik dingen aanneem en andersom. Dat is normaal. Maar ik denk, zeker in toekomstperspectief: jouw leven is van jou en je moet je dromen najagen. Het blijkt wel dat als je dat doet vanuit je eigen gevoel, dat je dan heel veel kunt bereiken.”

Nu geldt dat natuurlijk niet voor iedereen die z’n dromen najaagt, want er zijn honderden zo niet duizenden zangers die ook al jaren proberen om door te breken en dat lukt dan toch niet. Hoe verklaar je dat dan?
“Het klinkt natuurlijk ook heel erg cliché en ik kan dat makkelijk zeggen nu ik al een hit heb, dat is zo, maar uiteindelijk bepaalt het publiek of iets een hit wordt. Op het publiek heb je geen invloed. En het enige wat je er zelf aan kunt doen, is doen waar je in gelooft. Als je het zelf gelooft, kun je het overbrengen. Dan is het alleen nog aan de mensen om het te omarmen of niet. Tot 90 procent kun je er zelf alles aan doen en dat laatste stukje wordt beslist door het publiek, daar heb je geen invloed op. Het is geen garantiezekerheid en je kan ook niet van tevoren zeggen: dit liedje gaat een hit worden, want daar ga je zelf niet over.”

Nu kom je uit Drenthe, uit Roden, waar je een bekende verschijning geworden bent in het dorp. Hoe gaat men daarmee om?
“Ik ben niet vaak thuis, maar de mensen die ik er tegenkom en spreek in alledaagse situaties, vinden het megaleuk. Die mensen gunnen het me en zijn trots dat er iets in het dorpje Roden gebeurt. Ze vinden het gewoon leuk dat dit mij is overkomen en dat delen ze met iedereen.”

Je mocht ook langskomen bij Vandaag Inside met Johan Derksen, die gelijk begon te brommen dat ie het helemaal niks vond.
“Hij noemde het ‘smakeloze muziek’ en dat is zijn goed recht. Ik kan er wel om lachen. Ik vind hem een mooi publiek figuur, maar gelukkig is er een hele grote doelgroep voor dit genre en voor die mensen maak ik deze muziek.”

Wie zijn je eigen voorbeelden in de Nederlandstalige muziek?
“Dat is misschien ook wel een cliché, maar naar wie ik heel erg opkeek is de oude André Hazes. Zijn levensliederen zitten gewoon zó fantastisch in elkaar en die stem van die man was gewoon geweldig. Zijn leefstijl misschien wat minder, maar ik bekijk het puur en alleen wat betreft de muziek en die vind ik geweldig. Ik heb laatst nog met John van de Ven gesproken, die 25 albums maakte met André Hazes. Daar heb ik een heel leuk gesprek mee gehad en dan hoor je toch even wat voor periode dat was. Dat is gewoon leuk.”

En nu wil iedereen met je werken. Jan Smit meldde zich bij je en jullie namen een single op, Van Goes tot Purmerend. Is dat een droom als dat gebeurt?
“Dat is misschien nog wel het meest gekke waar ik aan moet wennen, dat iedereen me opeens ziet staan. Ik ben natuurlijk ook maar gewoon een mens en vorig jaar was ik exact dezelfde persoon als ik nu ben, alleen komen mensen nu op me af en dat is wel een aparte ervaring, maar niet onaangenaam. Ik heb nu meer bereik en dat is gewoon leuk. Jan Smit was heel jong toen hij doorbrak en hij is veertien jaar ouder dan ik, maar het voelt alsof Jan nog veel ouder is. Toen ik net uit de luiers kwam, stond ik met mijn knuffel voor de televisie mee te zingen met liedjes van Jan Smit en nu sta ik zelf met hem op het podium en hebben we samen een single. Dat is heel apart.”

En jullie hebben ook een versie voor Vlaanderen gemaakt, toch?
“Ja. Van Hasselt tot in Gent. De zuiderburen reageren er goed op.”

Hoeveel optredens in de week doe je ongeveer?
“Dat varieert, maar dit jaar doe ik meer dan vierhonderd optredens. Dat is echt heel veel.”

Dat is er meer dan één per dag. Concentreert zich dat voornamelijk in het weekend, dat je er dan een stuk of vier per dag doet?
“Dat hangt van de periode af. In het festivalseizoen is optreden een dagelijkse bezigheid. We hebben zelfs een week gehad waarin ik er 23 deed, en dat een aantal weken achter elkaar. En dan heb ik weleens een weekend, dan heb ik er bijvoorbeeld zes. Om maar een beeld te schetsen van hoe druk het dan is. Maar normaal gesproken zijn de meeste optredens van donderdag tot en met zondag.”

Is het lastig voor je vriendin dat je zoveel weg bent?
“Nee. Het belangrijkste is goed communiceren. We weten waar we mee bezig zijn en met wat voor doel. Deze enorme drukte is ook niet iets wat blijft. Ik moet nu gewoon veel optreden en dat is dit jaar en aankomend jaar zo, en daarna trekken we natuurlijk wel een grens en doen we er een maximaal aantal. Dat kan vrij ingevuld worden door het boekingskantoor. Maar het moet wel menselijk blijven.”

‘Johan Derksen noemde het ‘smakeloze muziek’ en dat is zijn goed recht. Ik kan er wel om lachen. Ik vind hem een mooi publiek figuur’

Het zou ook zonde zijn om boekingen af te slaan.
“Zeker. Maar mijn hele team waakt ervoor dat het niet te veel wordt. Ook daarin communiceren we gewoon goed. Er wordt vaak aan me gevraagd hoe ik me voel en of ik het aankan, en dat werkt gewoon heel relaxed.”

Mart Hoogkamer was er een tijdje uit, die had te veel hooi op zijn vork genomen. Ben je daar bang voor, dat dit jou zal gebeuren?
“Nee, eigenlijk niet, omdat ik best goed mijn grenzen weet aan te geven. Het is heel druk, maar ik ervaar het niet als druk omdat ik het echt leuk vind. Er is een verschil tussen alleen het zingen leuk vinden en de hele gekte die eromheen hangt. Ik denk dat ik die twee dingen heel goed uit elkaar kan houden. Het is niet zo dat ik constant maar door ram. En ook al zou ik dat zelf willen, dan zou mijn beste vriend en manager Ronald dit per direct stoppen.”

Je bent vier jaar met je vriendin, bijna drie jaar woon je samen. Zij houdt je met beide benen op de grond?
“Absoluut.”

Hoe doet ze dat? Door te zeggen dat je soms de afwas moet doen?
“Ik loop ook weleens met de stofzuiger door het huis hoor, haha. Geen probleem. Alleen, ik ben niet zo vaak thuis, dus dat scheelt alweer. Maar ik voel me nergens te goed voor.”

Hoe beleven je ouders en je familie jouw succes?
“Heel goed. Het was natuurlijk voor iedereen even wennen, want zij kregen heel veel berichten uit hun omgeving en hebben veel aanspraak van mensen die het hartstikke leuk vinden wat er gebeurt. Ze zijn megatrots en gunnen mij dit ook.”

Je beseft dat je het succes van zo’n enorme hit eigenlijk niet kan evenaren. Wat is dan nu je doel?
“Liedjes maken en de mensen bij me houden die mijn muziek mooi vinden. Kijk, het zingen op zichzelf, met of zonder hit, was al mijn passie. Dat zal ook zo blijven. Natuurlijk zal ik zorgen voor goede liedjes en dat er weer hits ontstaan, maar voor de rest heb ik geen bijzondere doelen.”

Je bent vrij nuchter?
“Zeker. Ik zie dat ook zo één, twee, drie niet veranderen.”

Ondanks al die mensen die de hele dag de loftrompet over je steken?
“Dat vind ik supermooi en superlief en daar doe ik het ook voor, maar ik heb altijd geleerd dat je voor alles wat je krijgt dankbaar moet zijn. Het gebaar erachter, daar gaat het om, en dat voel ik heel erg. Voor hetgeen ik doe moet ik heel veel inspanning leveren, maar ik krijg er ook veel voor terug. Dat houdt me gemotiveerd in alles wat ik doe. Mijn ouders zeiden altijd al: wie het kleine niet eert, is het grote niet weert. Dat is eigenlijk wel de essentie.”

Je bent ook een Top40-artiest geworden en dat is eigenlijk best bijzonder met zo’n nummer, want dat is niet veel Hollandse muziek gegeven. Leef van André Hazes stond bijvoorbeeld nooit in de Top40.
“Dat is ook heel bijzonder. Ik moet niet vergeten dat het absoluut niet normaal is. In de Streaming Top40 heb ik zelfs meer dan een half jaar bovenaan gestaan, dat is uniek. Ik heb in die lijst het record mogen breken van langst genoteerde nummer 1-hit. En dat met een volksnummer.”

Wat heb je nog meer in petto voor de mensen?
“Er komen heel veel leuke dingen aan. We zijn druk bezig met een album voor volgend jaar en dan staan er ook weer hele leuke dingen te gebeuren, zoals dat ik bij de Toppers mag optreden in de Arena. Dat wordt echt heel gaaf.”