“Handjes!” Danny Panadero, de zingende autoverkoper uit Torremolinos, roept het elk optreden wel een keer of tien, zo ook vanavond bij Café de Pub in Waarland. Het is de laatste dag van de vierdaagse dorpskermis, de uitgeputte feestvierders lopen zichtbaar op hun laatste benen, maar tientallen armen vliegen razendsnel de lucht in. Wie als eerste reageert, krijgt namelijk de felbegeerde bumpersticker met het karakteristieke hoofd van de zanger erop.
Met een vet aangezet Amsterdams accent: “Ja, jij daar, jij krijgt de originele Danny Panadero-bumperstickerrrrr!” Een jongen van een jaar of veertien in een Hawaii-blouse reageert uitzinnig. Zijn vrienden grijpen hem beet en springen in het rond. Dan klinken de eerste tonen van Danny’s Autopaleis, de culthit die al ruim vijftien jaar klinkt in duizenden kroegen, keten en kantines. “Zoek je nog een karretjaaaaa, heel simpel, niet te du-huurrr / Met alles wat je wensen ken: motor, accu, stu-huurrr…”
Rolex voor de wintertijd
Anderhalf uur eerder. Danny Panadero has entered the building. Via de keuken van de kroeg, waar het vet in de frituurpannen al warm begint te worden en het systeemplafond net zo geel is als de vloertegels, komt hij binnen geparadeerd. Met een donkere pilotenbril op de neus die de hele avond niet af gaat en een grijns van oor tot oor, spreidt hij zijn armen en roept: “Buenas noches mensen, wat een gezelligheid hiero!” Een gejaagde barvrouw geeft een zuinig knikje, de eigenaar roept iets onverstaanbaars terug terwijl hij naar buiten loopt om een fust te verwisselen. Verder is het vrijwel leeg in het café. Pas over een uur, als zijn optreden op de straat voor de kroeg begint, zullen de deuren worden geopend voor het dorstige publiek.
Danny Panadero is een soort kruising tussen Martin Morero uit Gooische Vrouwen en Theo Wesselo uit Rembo en Rembo, een karikatuur van een louche autoverkoper die niet zou misstaan in Flodder. Op het internet staan wat filmpjes waarin hij zijn rol met verve speelt. Tegen een jongen in het publiek: “Wat voor auto zoek je? Handgeschakeld of automaat? Ik heb er nog wel eentje staan. Zit geen APK meer op, maar alles valt te regelen.” Zijn lange grijze haar is strak naar achteren gekamd en zijn zonnebankbruine huid is nog een paar tinten donkerder dan die van Dries Roelvink. Zijn tanden zijn daarentegen zo wit dat ze licht lijken te geven. Of nee, dat doen ze werkelijk, want als er een selfie gemaakt moet worden, tovert de zanger een lampje uit de zak van zijn op maat gesneden, Italiaanse maatpak en plaatst dat achter z’n tanden. “Lachuh!” Om zijn polsen glimmen twee horloges. Iets te opzichtig laat hij ze zien. “Ik kon niet kiezen, dus ik dacht: ik neem ze allebei. Een Rolex voor de wintertijd en een Breitling voor de zomertijd.”
Dat het een act is, moge duidelijk zijn, maar over de achtergrond van de man achter de artiest komen we niet veel te weten. Misschien moeten we dat ook niet willen, want met het doorbreken van de illusie gaat ook een deel van de magie verloren. Denk aan Adje, de zwakbegaafde assistent van Paul de Leeuw: toen bekend werd dat dit een typetje was van acteur Arijan van Bavel, was het snel gedaan met zijn populariteit. Een snelle vraag naar wie hij nou werkelijk is, wordt snel weggewuifd: “Danny Panadero is Danny Panadero.” Hoe is het eigenlijk om hem te zijn? “Nou, dat is het mooiste wat er is,” zegt hij aan de verder lege bar van de kroeg. “Het is heerlijk om mezelf te laten zien en mensen blij te maken met mijn muziek.”
Mick Jagger
Over een willekeurige volkszanger die met dit enigszins suffe antwoord de sympathie van het publiek probeert te winnen, hadden we dan gezegd: ach, hij is zo gewoon gebleven, maar dat gaat voor dit exemplaar niet op. Danny Panadero is allesbehalve gewoon. Het Fenomeen, zoals hij zichzelf graag noemt, neemt snel een slok van zijn eigen blond bier - op het etiket staat zijn hoofd met daarboven: Blonde God - en zal dat deze avond nog veel vaker doen. Op het podium tikt hij per optreden minstens vijf flesjes weg. Panadero: “Mensen vergelijken me weleens met André Hazes, vanwege z’n drankgebruik, maar ook met Frans Bauer, omdat hij zo gewoon is gebleven. Soms roemen ze me ook om m’n dansmoves, dan word ik vergeleken met Mick Jagger. Je ziet wel: het kan alle kanten op met Danny.”
Hoe ziet hij zichzelf, wil ik van hem weten. Meteen heeft hij zijn antwoord klaar. “Ik zie mezelf gewoon als een goedgebekte geinponem met een gouden strot. Of het nu dertig graden is op de Zwarte Cross of min twintig in Westendorf: ik sta er in m’n strakke, zwarte pakkie en m’n gele bloussie en zing de sterren van de hemel.”
Danny Panadero begon in 2002 met optredens op feesten en partijen. Zijn eerste succes behaalde hij met de carnavalshit Ik heb een hit omdat er fuk joe in zit, dat destijds veelvuldig werd gedraaid door Rob Stenders op 3FM. Zijn carrière nam een vlucht toen hij in 2009 werd gescout door een reclamebureau in Groningen, resumeert hij. “Ik werd gevraagd om een nummer te maken ter ondersteuning van een reclamefilmpje voor een grote autoleasemaatschappij. Inmiddels zijn ze failliet, maar aan die reclame heeft het niet gelegen. Het idee was dat we reclame zouden maken voor Danny’s Autopaleis, mijn eigen garage die ik zou openen op een stuk braakliggend terrein. Overal in de stad hingen billboards met: ‘Hier opent binnenkort Danny’s Autopaleis.’ Ik denk dat in menig studentenhuis nog zo’n doek hangt, want binnen een mum van tijd waren ze allemaal weg. Misschien kom je er een tegen op Marktplaats, het zijn inmiddels collectors items.
Voor die gelegenheid schreef ik ook het gelijknamige nummer. Danny’s Autopaleis was door het reclamebureau op YouTube gezet, een hele slechte versie ook nog eens, ter ondersteuning van de campagne. Ik was dat al bijna vergeten toen ik acht jaar later op de Zwarte Cross, waar ik al dertien jaar als presentator de cross aan elkaar praat, een damesteam zie rijden met een Danny’s Autopaleis-wagen. De dj van dienst kwam naar me toe en zei: Danny, ik krijg de hele tijd het verzoek voor het nummer Danny’s Autopaleis, ken je dat? Ik zei: Ja man, dat is van mij! Pas toen had ik door dat het nummer een heel eigen leven was gaan leiden en een regelrechte culthit was geworden onder jongeren. Overal waar ik kom zingen ze de tekst letterlijk mee.”
Potje bier op de kist
Dat zijn muziek voor sommige mensen echt iets betekent, ontdekte hij een paar jaar geleden, toen hij werd gevraagd om op te treden bij de crematie van een twintigjarige jongen. Heel even verdwijnt de olijke grijns van zijn gezicht en vertelt hij het ontroerende verhaal. “Jim, de jongen over wie dit gaat, was een groot fan van Danny’s Autopaleis. Hij had mij nog nooit live zien optreden, maar hij zou me later dat jaar voor het eerst gaan zien in Vinkeveen. Hij had er zelfs al vrij voor gevraagd bij zijn baas. Ik hoorde van zijn vrienden dat hij zich daar ontzettend op verheugde. Jim werkte in de keuken en draaide dit nummer de hele dag. Zijn collega’s werden er knettergek van, maar ja, ze lieten hem maar, want hij werd er zo vrolijk van.
Een dag nadat hij zijn twintigste verjaardag had gevierd, vonden ze hem dood in bed. Hij bleek een aangeboren hartafwijking te hebben. Een paar dagen later kreeg ik een berichtje van een van zijn vrienden. Hij vertelde me het verhaal en vroeg of ik Danny’s Autopaleis wilde komen zingen op zijn uitvaart. Ik heb daar wel even over na moeten denken. Willen zijn ouders dat wel? Ik ga daar niet de lolbroek uithangen als zij van niets weten. Ik heb contact met ze gezocht, maar ook zij wilden het heel graag, dus ik heb het gedaan.
Ik kwam uit de coulissen, zette een potje bier op de kist en zong zijn lievelingsnummer. Later heb ik met een biertje in de lucht een toost op hem uitgebracht: Nou jongen, ik heb je nooit gekend, maar ik denk dat we het heel goed zouden hebben kunnen vinden, na alle verhalen die ik deze week over je heb gehoord. Dat optreden zal ik nooit meer vergeten. Dit is natuurlijk een heel heftig verhaal, maar ik heb het nummer ook gezongen op trouwfeesten, op scheidingsfeesten, en zelfs bij de geboorte van een kind. Dat had ik natuurlijk nooit kunnen denken toen ik dit nummer als een soort gebbetje schreef.”
Danny Panadero is een van de meest geboekte feestartiesten van het land. Per jaar heeft hij gemiddeld zo’n 130 optredens; alleen deze week heeft hij er al tien. Voor een optreden komt hij ‘met zijn helikopter overgevlogen uit Torremolinos’ en zingt drie kwartier in plaats van een half uur, zoals de meeste artiesten doen. Voor het café in Waarland laat hij zien wat hij in huis heeft: van Een pikketanussie van Johnny Jordaan tot Narcotic van Liquido. De sfeer zit er vanaf de eerste minuut in en al snel wordt de polonaise ingezet, met de jofele feestartiest voorop. Ook zijn eigen nummers passeren de revue: het refrein van Ik heb een hit omdat er fuk joe in zit wordt door het jeugdige publiek hard meegezongen.
Een jongen van een jaar of achttien schreeuwt na afloop van dit nummer: “Mijn zusje heeft vandaag haar rijbewijs gehaald!” Panadero reageert gevat: “Zij daar? Die is dus gewoon dronken afgereden na drie dagen kermis! Kijk ’s, hier heb je een originele Danny Panadero-bumperstickerrrrr!” Dan, tegen het meisje: “Hoe oud ben je eigenlijk? Zeventien? Dat dacht ik al. Je ruikt nog een beetje naar puberzweet. Hier heb je ook nog een originele Danny Panadero-geurhangerrrr!” De eerste tonen van het volgende nummer klinken alweer. Danny at nog snel een flesje bier en drie mannen aan een statafel volgen hem: ook zij drinken hun glas in een keer leeg. Hun rooddoorlopen ogen, dof na drie dagen kermis, flikkeren op als Malle Babbe wordt ingezet. Ze slaan de armen om elkaars schouders en schreeuwen met schorre stem: “Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond…”
Soort boycot
Ondanks de vele kilometers die hij op de wegen en op de podia heeft gemaakt, is het van een landelijke doorbraak nog niet echt gekomen. Hoe kan dat? Panadero: ‘Ik merk dat ik in het wereldje inmiddels wel een zekere bekendheid heb. Vorig jaar moest ik optreden op Paaspop, komt rapper Donnie naar me toe: of hij met me op de foto mocht. Dan doe je toch iets goed. Misschien gaan we ooit wel eens iets samen doen, dat zou ik leuk vinden: Donnie en Danny, dat klinkt niet gek. Ik weet alleen niet of hij dat wil, want ik ben natuurlijk wel een beetje een vreemde eend in de bijt.
‘Ze negeren me. Maar goed, ik lig er niet wakker van, die tijd heb ik wel gehad. Ik heb liever een culthit dan dat ik grijsgedraaid word op de radio’
Nadat ik erachter kwam dat Danny’s Autopaleis een culthit was geworden, heb ik in 2018 een nieuwe, betere versie uitgebracht op mijn eigen label. In die periode was dit een vaak aangevraagd nummer bij Nederlandstalige zenders, maar ze draaien me gewoon niet. Hoe dat komt? Ik heb geen idee. Misschien komt het omdat ik alles zelf doe: ik heb geen plugger (iemand die ingehuurd wordt om muziek te promoten, red.) en geen manager. Ik denk misschien te naïef: als een plaat goed is dan draai je hem en als-ie niet goed is dan draai je hem niet, maar zo werkt het niet. Als je een slecht nummer hebt, maar je hebt een dure plugger, dan draaien ze je nummer gewoon. De grootste onbenullen krijgen op die manier zendtijd, terwijl ik, met al mijn goede intenties, er gewoon niet tussen kom.
Sterren.nl draait mijn nummers ook niet. Ik heb weleens gevraagd waarom dat zo is, maar ik sta volgens hen ‘niet voor de muziek waar zij voor staan’. God mag weten waar ze dan wel voor staan, want acts als Vieze Jack en Snollebollekes draaien ze wel. Het Foute Uur op QMusic idem dito. Hoe fout wil je het hebben? Ik weet het niet hoor… Ik zie het echt als een soort boycot. Maar goed, ik lig er niet wakker van, die tijd heb ik wel gehad. Ik heb liever een culthit dan dat ik grijsgedraaid word op de radio. De Engelbewaarder kan ik niet meer hóren!”
Omgekeerde #MeToo
Met een gezonde dosis nuchterheid beziet hij de wereld van glitter en glamour waarin hij per ongeluk verzeild is geraakt. “Over mijn collega’s natuurlijk niets dan goeds, maar ik ben wel net even de overtreffende trap. Ik ben net iets bruiner, mijn tanden zijn net iets witter en mijn optredens duren net iets langer. Ik merk dat ze daarom niet zo goed weten wat ze van me moeten denken. Neemt die man me in de maling of niet? Inwendig heb ik dan de grootste lol. Dries Roelvink loopt altijd snel door als hij me ziet, haha! Weet je, ik vind het heerlijk om met mensen te dollen. Je moet niet alles zo serieus nemen, vooral jezelf niet.
Soms gaat de interactie met het publiek wel wat ver, hoor. Er zijn vrouwen die ongevraagd wel eens even willen voelen wat Danny Panadero in huis heeft, als je begrijpt wat ik bedoel. Terwijl ik sta te zingen! Nou, ik kan je zeggen: Danny heeft heel wat in huis, maar zulke dingen blijf ik toch gek vinden. Het is een soort omgekeerde #MeToo.”
Het optreden is ten einde. Als hij onder het lawaai van helikoptergeluiden naar achteren is gerend en staat uit te puffen, wil ik nog één ding van de bezwete zanger weten: what’s next? “Pfoe, ja, een heleboel optredens. Ik heb nog nooit zo’n druk jaar gehad als dit jaar en merk dat de evenementen waar ik op moet treden ook steeds groter worden. Dat vind ik natuurlijk ontzettend leuk, maar wat ik ook leuk vind is dat ik dit najaar ga repeteren met een band. Kijken of het klikt. Als dat zo is, dan wil ik met die band op gaan treden. Misschien ook de theaters in. Ik heb veel om over te babbelen, dus misschien moet ik daar maar eens werk van gaan maken. O, en over drie jaar mijn 25-jarig jubileum als artiest. Ik zat zelf te denken aan de Ziggo Dome, maar het Wembley-stadion mag ook.
Of ik als ras-Amsterdammer niet droom van een uitverkochte ArenA? Nee man, het geluid daar is klote!” Met een warme omhelzing nemen we afscheid. “Als je trouwens nog een autootje zoekt: je weet me te vinden. Ik heb er nog eentje in de aanbieding die altijd binnen heeft gestaan. Wel onder water, maar daar zie je niets van. Vriendenprijsje!”
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Joris van Gennip