Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Henk Strootman

Soms is de oplossing zo dichtbij…

Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: Mondher Bennour.

Henk Strootman

Het is het najaar van 2010 als Peter R. de Vries ervan overtuigd is dat hij oplossing van een geruchtmakende dubbele moord in handen heeft. Het begint met een tipgever uit Almere. Mondher Bennour is zijn naam, ex-bodybuilder met Tunesische roots. Hij had zich per mail bij de redactie van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever gemeld met ʻinteressante informatie over een oude moordzaak in Brabantʼ. De Vries was er de man niet naar om meteen enthousiast uit zijn stoel te springen. “Wil je hem even aanhoren?” vroeg hij me nuchter, “dan kijken we daarna wel verder.”

Bennour vertelt dat hij in contact is gekomen met de illegaal in Nederland verblijvende Iraniër Nadir, die hem uit zichzelf had opgebiecht dat hij ongewild betrokken was geraakt bij een moordcomplot. Nadir had zich laten overhalen om een liefdeskoppel bij hun woning in Kaatsheuvel te observeren, waarna enkele handlangers hun ʻeen lesje zouden lerenʼ. Maar het bleek om méér te gaan dan dat. Het stel moest dood. Het plan zou worden uitgevoerd door de Amsterdamse criminelen Marcello en Mohammed. En aldus geschiedde. De geliefden werden in maart 2003 thuis doodgeschoten. Vermoedelijk in opdracht van een jaloerse ex van het vrouwelijke slachtoffer.

Het was allemaal aan Nadir gaan vreten. Niet dat hij een lieverdje was, maar moord, nee. Nadat bodybuilder Bennour het verhaal had aangehoord, was hij gaan googelen. Daarbij was hem duidelijk geworden dat het moest gaan om de moord op Leon Rombouts en Manita Koenen uit Kaatsheuvel. Een gruwelijke zaak, die nooit was opgelost. Wat moest Bennour doen, naar de politie stappen? Daar zag hij snel vanaf, want de krachtsporter had geen brandschoon verleden en niet al te beste ervaringen met de politie. Liever legde hij zijn verhaal voor aan Peter R. de Vries.

Mondher Bennour.

Wanneer de misdaadverslaggever ervan overtuigd is dat Bennour geen duistere belangen heeft bij zijn actie – zoals geldzucht, wraak of een vete met concurrerende criminelen – besluit hij met hem in zee te gaan. Er wordt een verborgen camera-actie op het kantoor van Bennour op touw gezet, waarbij het de bedoeling is dat hij Nadir nogmaals aan het praten krijgt over de dubbele moord. En dat lukt. De Iraniër vertelt zonder opsmuk en bijna bedeesd over zijn aandeel in de moordactie. De ʻbekentenisʼ, om het zo maar te noemen, komt volstrekt authentiek en betrouwbaar over. Zaak rond? Dat nog net niet, maar een mooiere aanleiding voor een nieuw onderzoek kan de Brabantse recherche zich niet wensen.

De Vries overhandigt dat najaar zijn bevindingen met videobeelden aan het OM in Breda en wacht af. En dan blijft het stil. Weken worden maanden, maanden worden jaren. De Vries is er de man niet naar om passief af te wachten en trekt geregeld aan de bel. Maar het wordt gaandeweg duidelijk dat de recherche geen kans heeft gezien om de zaak rond te krijgen. Het hoe en waarom wordt nooit helemaal helder. Ook niet bij de nabestaanden. Onder hen Ferry Rombouts, de broer van het mannelijke slachtoffer. “Ik heb mijn leven op de rails en wil niet blijven hangen in het verdriet en het gemis,” zegt hij. “Maar natuurlijk kan ik het allemaal pas afsluiten als de zaak is opgelost. Of nee, dat zeg ik verkeerd. Opgelost is het voor mij al, ik weet wie de opdrachtgever is en dat weet de politie ook. Daarom zeg ik liever dat ik pas rust als de daders hun straf hebben gehad.”