Op de gang van de rechtbank klinkt het geluid van een vrolijke tekenfilm. Ingeklemd tussen haar ouders kijkt een peuter ademloos naar het scherm van haar iPad.
“Die moet wel uit, vrees ik,” zegt de bode wanneer het meisje op het punt staat om met de loeiende iPad in haar handen achter haar ouders aan de zaal in te wandelen. Gauw trekt haar moeder het ding uit haar handen, terwijl vader plaatsneemt op de stoel voor de rechter. “Meneer wordt verweten dat hij...” begint de officier, maar veel verder komt hij niet.
“Papegaaitje leef je nog, i-ja deja, ja meneer ik ben er nog i-ja...” zingt het meisje luidkeels, terwijl haar benen vrolijk heen en weer trappelen onder haar stoel.
“Sssst,” sist haar moeder streng.
“Meneer wordt verweten dat...”
“Ik heb m’n eten opgegeten en m’n drinken laten staan, i-ja, deja...” Met zachte dwang leidt moeder haar dochter de zaal uit.
“Dragan* is een werkloze, bonkige man die op zijn 33ste, naast een strafblad van zeventien pagina’s, nog altijd de ambitie heeft om profbokser te worden. Na een cafébezoek vroeg hij op een avond een vuurtje aan twee jongens die op hun scooters zaten te chillen. Toen zij dat niet bleken te hebben, zou hij direct agressief zijn geworden. Hij trok zijn jas uit, nam een gevechtshouding aan en kwam dreigend op de jongens af. Die gingen er als hazen vandoor. Van een afstandje keken zij toe hoe Dragan zijn woede op hun scooters botvierde. Ook een andere ooggetuige zag hoe hij met beide handen het windscherm van een van de scooters vastgreep en het ding met geweld omver sleurde, waardoor ook de scooter die ernaast stond tegen de vlakte ging.
In opperste concentratie bladert Dragan door zijn boekje in een poging zijn eigen handschrift te ontcijferen. ‘BNA,’ zegt hij. ‘DNA?’ gokt de rechter
Terwijl de rechter het dossier doorneemt, bladert Dragan driftig door zijn aantekeningenboekje. Wanneer hij de gezochte pagina’s eindelijk heeft gevonden, houdt hij het de rechter voor.
“Wat is dat?” vraagt de rechter.
“Situatieschets,” licht Dragan zijn tekening toe.
De rechter tuurt er een paar tellen naar, maar kan er duidelijk geen chocola van maken. “Volgens u is het anders gegaan?” vermoedt hij.
De kern van het warrige betoog dat volgt is dat de jongens volgens Dragan hun eigen scooters hebben vernield, en nu de schade op hem willen verhalen. Hij is er ingeluisd, zegt hij.
“En waarom zouden ze dat doen?” vraagt de rechter.
“Nou, voor de verzekering,” zegt Dragan.
“En eh... hoe zou dat dan werken?”
Op die vraagt geeft Dragan geen antwoord. In opperste concentratie bladert hij door zijn boekje in een poging zijn eigen handschrift te ontcijferen.
“BNA,” zegt hij.
“DNA?” gokt de rechter.
Dragan knikt. Om zijn versie van het gebeurde te staven eist hij een DNA-onderzoek. Bovendien wil hij dat er veel meer getuigen worden gehoord.
“En op welke getuigen doelt u dan precies?” vraagt de rechter.
Dragan haalt zijn brede schouders op. “Gewoon, getuigen.”
“U zou later die avond op het politiebureau hebben geweigerd mee te werken aan een ademanalyse,” besluit de rechter door te gaan naar het tweede punt op de tenlastelegging. “Kunt u zich dat nog herinneren?”
“Wie zegt dat?” vraagt Dragan.
“Dat schrijven agenten in hun proces-verbaal.”
“Dan wil ik hun namen hebben,” zegt Dragan. De rechter geeft ze, waarna Dragan ze in zijn boekje krabbelt.
“Was u dronken die avond?” vraagt de rechter.
“Zeker,” zegt Dragan.
“Zou het dan kunnen dat het allemaal wel zo is gebeurd, maar dat u het niet meer zo goed weet,” probeert de rechter voorzichtig. Stellig schudt Dragan zijn hoofd. Uitgesloten.
Voor het vernielen van de scooters en het weigeren mee te werken aan een ademanalyse legt de rechter hem een taakstraf op van 40 uur en een voorwaardelijke celstraf van twee weken.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacyredenen gefingeerd.
- Petra Urban