“ Bent u zo zenuwachtig?” is de eerste vraag die de rechter stelt nadat hij een blik heeft geworpen op de vrouw tegenover hem. De 38-jarige Linda*, een vrouw met een paardenstaart en een opvallend grauw gezicht, lijkt geen woord te kunnen uitbrengen. “Wilt u misschien een glaasje water?”
Met zichtbaar trillende handen pakt Linda het bekertje water aan dat de griffier haar komt brengen. Helpen doet het niet. Wanneer de officier van justitie even later de tenlastelegging voorleest – poging zware mishandeling – barst ze in tranen uit. Met een mouw van haar coltrui veegt ze de tranen van haar wangen.
“Gaat het?” informeert de rechter. “Het is inmiddels alweer een tijd geleden, zo’n anderhalf jaar, maar zou u kunnen vertellen wat u zich nog herinnert van die dag?”
Dat lijkt onbegonnen werk.
“U was aan het klussen, volgens mij. Samen met uw partner,” helpt de rechter haar een handje. Klopt dat?”
“Ik was... aan het... schilderen,” laat Linda voor het eerst haar stemgeluid horen. “Maar... daar... kreeg ik... conti... conti... nu... commentaar... op.”
Het verhaal komt er met horten, stoten en vooral veel snikken uit. Linda was in haar eigen huis aan het schilderen, samen met haar partner en een gezamenlijke vriend. Dat schilderen deed ze niet erg netjes, vond haar partner. Al snel was Linda klaar met al zijn op- en aanmerkingen en vroeg hem de sleutels van haar huis in te leveren en te vertrekken. Toen hij dat na meermaals aandringen nog altijd weigerde, sloeg de sfeer om. Dat was voor de derde man het moment om de gang in te vluchten. Buren belden naar aanleiding van al het tumult de politie die, eenmaal ter plaatse, constateerde dat Linda’s partner een snee of kras in zijn hals had en meerdere snijwonden op zijn handen. Op de salontafel lag een keukenmes met een groen heft.
“Had u dat mes erbij gepakt?” vraagt de rechter.
Linda zwijgt, snikt en haalt haar schouders op.
“U weet het niet meer?” gokt de rechter.
Bij gebrek aan een antwoord pakt hij het dossier erbij. Daarin zit onder andere de verklaring die Linda direct na het incident tegenover de politie aflegde. Ze vertelde toen dat ze na wat duw- en trekwerk met haar vriend op de grond was gevallen. Toen ze weer overeind krabbelde en hem dreigend op zich af zag komen, greep ze naar het mes. Wat ze er precies mee had gedaan, en of ze hem ermee had geraakt, wist ze niet. Uiteindelijk kon hun gezamenlijke vriend, die de huiskamer weer was binnengekomen, de twee uit elkaar halen.
“Als u dat zo hoort, komt het dan weer een beetje terug allemaal?” vraagt de rechter.
Linda schudt haar huilende hoofd. De relatie die de twee hadden, was al langer problematisch. Niet in de laatste plaats omdat beiden alcoholist waren.
“Hoe is dat nu?” vraagt de rechter. “Drinkt u nog?”
Linda knikt, al drinkt ze naar eigen zeggen wel ‘iets’ minder. Vooral overdag. Het liefst zou ze er helemaal mee ophouden, maar dat is lastig.
“En de relatie, zijn jullie nog altijd samen?”
‘Ik was... aan het... schilderen,’ laat Linda voor het eerst haar stemgeluid horen. ‘Maar... daar... kreeg ik... conti... conti... nu... commentaar... op’
Dat blijkt niet het geval. Afgelopen vrijdag, nog geen week geleden, liep een ruzie tussen de twee opnieuw dusdanig hoog op dat buren de politie alarmeerden. Sindsdien heeft Linda alle contact met haar vriend verbroken.
“En hoe nu verder?” wil de rechter weten.
Linda, die eindelijk iets lijkt te kalmeren, vertelt dat ze het liefst helemaal opnieuw zou beginnen. Op een nieuwe plek, ver weg van haar ex en ver weg van alle slechte invloeden en nare herinneringen. Ze denkt erover om op het aanbod in te gaan dat een vroegere kennis haar onlangs deed. Hij heeft een kleine scheepswerf in het noorden van het land, waar hij oude bootjes opknapt. Hij zou haar hulp goed kunnen gebruiken.
“Want daar heeft u ervaring mee?” vermoedt de rechter.
“Nee, dat niet, maar schilderen kan ik wel,” geeft Linda haar ex, waarschijnlijk onbedoeld, nog een trap na.
In het pleidooi van haar advocaat, die het op noodweer gooit, gaat de rechter niet mee. Volgens hem is niet bewezen dat Linda werd aangevallen. Voor de poging tot zware mishandeling legt hij haar een taakstraf op van 120 uur, waarvan de helft voorwaardelijk, en een meld- en behandelplicht bij de reclassering.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban