Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Strandtentmiljonairs: zon, zee en cashen

Uit Panorama nr. 31, 1996: 'Strandtentmiljonairs en andere mooi-weer-verdieners'.

Strandtentmiljonairs

Er waren tijden dat in de horeca het geld tegen de plinten klotste, zeker als de zon scheen en je een strandtent had. Daar is door de enorme krater die corona heeft achtergelaten en de enorme personeelstekorten als gevolg daarvan nog maar weinig van over. Steeds meer horecabazen gaan op de fles, steeds vaker houden cafés, lunchrooms en restaurants de deuren dicht om de kosten te drukken en nog vaker hangt er een te koop-bord aan de gevel van het pand. De horeca heeft het zwaar, daarmee vertellen we niks nieuws. En waarschijnlijk ook niet dat het veel prettiger was om 26 jaar geleden een horecazaak te bestieren.

In de zomer van 1996 togen we langs de Nederlandse kust, op zoek naar horeca- en ook andere ondernemers die een dikke boterham verdienden met Hollandse zon- en zeepret. In een tijd dus dat je niet noodgedwongen de prijs van een biertje omhoog hoefde te gooien, omdat de grondstofprijs voor de brouwer zo idioot hoog was. In Zandvoort spraken we met de nieuwe eigenaar van de exclusieve strandtent Riche, waar ooit in één zomer ‘miljoenen guldens aan omzet’ binnenstroomden en waar de nieuwe eigenaar plastic palmbomen had geplaatst om het exclusieve karakter te behouden, zoals dat zo mooi heet.

Een omzet waar Harrie Deggen, eigenaar van strandpaviljoen De Zeereep in Noordwijk, alleen maar van kon dromen:

“Zulke omzetten halen we hier niet, al weten we dat een paar warme weken veel goed kunnen maken.” We spraken ook met de Australische straatartiest Tel Fraser die op de Dam in Amsterdam als levend standbeeld bakken met geld binnenharkte. Tot wel 120.000 gulden per jaar, zei hij lachend. Afhankelijk van het weer kon hij daar net boven of net onder zitten: “Ik werk vier uur per dag, maar verdien in een week meer dan andere mensen in een maand.”

‘Je moet zorgen dat de mensen iets te doen hebben: daarom organiseren we karaokeavonden, Miss Wet T-shirt- verkiezingen en moddergevechten’

Maar een van de bekendste horecakoningen aan de Nederlandse kust was ongetwijfeld Martin van de Berg van strandtent Peukie in Scheveningen. Die naam was hem op zijn met La Paz-peuken doorrookte lijf geschreven. Hoeveel hij precies omzette wist hij niet – hij hield zich van de domme door te zeggen dat hij maar ‘een paar klassen lagere school’ had gehad en dat we voor boekhoudkundige vragen maar bij zijn boekhouder moesten zijn – maar hij wist wel waarom zijn strandtent zo’n succes was. “Je moet ervoor zorgen dat de mensen iets te doen hebben,” zei hij met nicotine-geschuur-de stembanden. “Daarom organiseren we ’s zomers karaokeavonden, Miss Wet T-shirt-verkiezingen, moddergevechten en housefeesten.” Wegens geluidsoverlast lagen er veel bekeuringen op de deurmat, maar sinds hij een volautomatisch schuifdak had geplaatst, kon hij doen en laten wat hij wilde.

Waar zijn die vreugdevolle zomers gebleven, zou je zeggen? Moeten we daar tegenwoordig echt de Nederlandse kust voor verlaten en naar het buitenland vliegen? Met de huidige horecaprijzen zijn we geneigd om te zeggen: helaas wel.