Misdaadcolumn: 'Krokodillentranen in de rechtszaal'
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: krokodillentranen.
Alleen huilebalken hebben spijt. Het is de titel van een van Peter R. de Vries’ misdaadboeken en daardoor een uitspraak die aan hem wordt toegeschreven. Ik heb het boekje uit 2005 er nog eens op nageslagen en het zit toch iets anders. Het was niemand minder dan Heineken-ontvoerder Cor van Hout die deze regel aan de Nederlandse volkswijsheden heeft toegevoegd. “De meeste criminelen hebben spijt dat het verkeerd is afgelopen,” aldus Van Hout in het voorwoord, “maar dat is natuurlijk heel wat anders dan berouw over je daden. Gedetineerden hebben spijt dat ze iets hebben gedaan omdat ze daardoor achter de tralies zitten. Maar denk je dat ze spijt hadden gehad als er geen straf op stond of als ze nooit waren gepakt?”
Ik moest aan dit alles denken toen ik onlangs de rechtbankverslagen zag van de rellen na de voetbalwedstrijd Excelsior-ADO Den Haag. Het was daar allemaal nogal uit de hand gelopen en uiteraard moest vooral de politie het weer ontgelden. Nou, aan huilebalken geen gebrek tijdens de zitting. Mannen die stomdronken en doorgesnoven als beesten tekeer waren gegaan, zaten nu als betrapte schooljongens in de beklaagdenbank. De 26-jarige S., die als eerste aan de beurt was, snotterde: ”Ik heb er heel, heel erg veel spijt van. Ik weet niet wat me bezielde. Het kwam door de drank.” De 48-jarige W., die al eens een stadionverbod van 81 maanden kreeg opgelegd, kwam niet verder dan een benepen “Ik ben stom geweest”. Verdachte nummer drie Van H. , die zich na de wedstrijd tegen de ME zou hebben gekeerd en stenen naar de agenten achter een busje had gegooid: “Dat klopt, ik wilde een beetje meedoen. Ik heb totaal niets tegen de politie. Dit is niet hoe ik ben.” Relschopper vier, die de politie met een regenpijp had belaagd, snikte door zijn tranen heen: “Ik ben gewoon helemaal in de war geraakt door de hele situatie op het plein voor het supportershome. Ik heb deze stommiteit toen begaan. Duizendmaal excuus. Ik wil een bloemetje aan de agent aanbieden en mijn excuses maken. Het spijt me echt ten zeerste. Wat ik al die mensen heb aangedaan, ik kan wel door de grond zakken.” Al deze ‘supporters’ hebben diep berouw en zullen het nooit meer doen. Echt niet edelachtbare. In de verte kraaide een haan.
Ook in zwaardere zaken is het smartelijk zelfbeklag onder verdachten nooit ver weg. Thijs H., die in 2019 drie mensen vermoordde: “Als ik niet echt dacht dat ik gedwongen werd, had ik het nooit gedaan. Ik dacht echt dat ik geen keus had. (...) Ik heb diepe spijt, ik ben geen wreed mens.” Zelfs Bekir R., die in 2018 de 16-jarige scholiere Hümeyra op het schoolplein doodschoot, durfde het woord ‘spijt’ in de mond te nemen. “Het is verschrikkelijk, ik had het recht niet Hümeyra en haar familie dit aan te doen,” aldus de man die zijn ex-vriendin op meedogenloze wijze van dichtbij een kogel door het hoofd joeg. En in mei dit jaar was het aan de Almeloër Floris van V. om tijdens de zitting spijt te betuigen. De man, die vorig jaar zijn vriendin Sandra een zak om het hoofd had gebonden en daarna met een knuppel de hersens had ingeslagen, tegen de rechter: “Ik kan geen woorden vinden hoeveel spijt ik heb. Ze was de liefde van mijn leven. Ik begrijp niet wat er is gebeurd. Ik heb dit niet gewild. Helaas kan ik het niet terugdraaien.”
Helaas voor de verdachten hebben dergelijke spijtbetuigingen zelden effect op de strafmaat. Misschien pakt het zelfs wel in hun nadeel uit. Want niet zelden druipt de onoprechtheid er af. Het gesnik, het geklaag, het gejammer, je zou er niet goed van worden. Cor van Hout vatte het als volgt samen: “Het is meestal theater uit eigenbelang.”
- PRO SHOTS, Mischa Keemink