Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Almere, je zou er maar wonen!

Als er van iets te weinig is in Nederland, dan zijn het wel parkeerplekken. Dat bleek wel uit Panorama's grote parkeerplekken-test.

Almere, je zou er maar wonen!

Almere is als stad niet door de eeuwen geboetseerd, maar recent aan de tekentafel bedacht,” schreven we in 1998 tijdens Panorama’s Grote Autosteden Test. Wat als voordeel had: “Lange, brede vierbaanswegen – dreven genaamd – die de stadsdelen Haven, Stad en Buiten met elkaar verbonden en waar in de woonkernen het asfalt zich moeiteloos door kneuterige hofjes kronkelde.”

En waar je dus, dat was toch wel de belangrijkste conclusie, uitstekend kon parkeren, in tegenstelling tot sommige van de andere zeven steden die we testten op parkeervriendelijkheid (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Maastricht, Zoetermeer en Den Bosch). Parkeerkosten per uur in Almere: “Nul gulden en nul centen!” Toegankelijkheid van het centrum: “Kon het maar overal Almere zijn!” Pakkans bij foutparkeren: “Nul komma nul!” Wegsleepregeling: “Dan moet u uw auto wel héél verkeerd hebben gestald!”

Hoe anders was het in Utrecht, met afstand de grootste verliezer van onze test en een regelrechte hel voor de automobilist: “Utrecht is niet bedoeld voor auto’s, zeker de binnenstad niet.

De grachtjes en straatjes zijn veel te nauw voor autoverkeer: je moet wel heel veel mazzel hebben, wil je niet vast komen te staan op de Martin Luther Kingweg, een van de belangrijkste verkeersaders richting de binnenstad!”

Utrecht, met afstand de grootste verliezer van onze test en een regelrechte hel voor de automobilist

Omdat we acht steden testten, maakten we een top 4 van parkeervriendelijkste steden en een tob 4 voor de meest parkeeronvriendelijke steden van Nederland. Op één in de top 4 stond dus Almere (“Een droom!” ), gevolgd door Zoetermeer (“Een genoegen!” ), Maastricht (“Een genot!” ) en, verrassend, Rotterdam (“Een lustoord!” ). In de tob 4 ploeterden Utrecht (“Een nachtmerrie!” ), Den Haag (“Een verschrikking!” ), Amsterdam (“Een hel!” ) en, ook best verrassend, Den Bosch (“Een ellende!” ) zich een weg naar een parkeerplekje. Amsterdam (“Die klote-Amsterdam-mertjes!” ) waarschuwden we alvast, want als dat geëmmer met al die wielklemmen nog even doorging, zo dreigden we, dan zou onze hoofdstad binnen de kortste keren op de eerste plek van de tob 4 komen.

Niet dat iemand zich ook maar íéts van dat dreigement aantrok, laat staan van onze Grote Autosteden Test: anno 2021 is het parkeerbeleid in de grote steden er eerder slechter op geworden dan beter. Een dagje parkeren kost bijna overal een godsvermogen – met Amsterdam uiteraard als dieptepunt: 7,50 euro per uur op de gracht, als het al niet meer is geworden! – áls je er al überhaupt mag parkeren met alle milieuzones die de afgelopen jaren als paddenstoelen uit de grond schieten om stokoude, rokende en roestende dieselbakken uit stadscentra te weren. Nee, parkeren is allang geen pretje meer, ook niet in Almere dat in 1998 nog een kakelvers provinciestadje was, maar met 216.000 inwoners (stand 1 juni 2021) inmiddels de achtste stad van Nederland is. Gelukkig is het openbaar vervoer een goedkoper alternatief (maar niet heus!).